OPMERKING
U kunt de motor (START/RUN) of
het
contact
(ON)
uitschakelen wanneer de auto
stilstaat. In een noodsituatie kunt u,
terwijl de auto rijdt, de motor
uitschakelen en het contact in
stand ACC draaien door de toets
Engine Start/Stop langer dan 2
seconden ingedrukt te houden of 3
keer na elkaar in te drukken binnen
3 seconden. Als de auto nog rijdt,
kunt u de motor opnieuw starten
zonder
dat
u
het
rempedaal
ingetrapt houdt door de toets
Engine Start/Stop in te drukken met
de selectiehendel in stand N
(vrijstand).
ACC (Accessoires)
alleen
Met handgeschakelde transmissie
Druk de toets Engine Start/Stop als deze
in stand OFF staat in zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
Met automatische transmissie/
Double clutch-transmissie
Druk de toets Engine Start/Stop als deze
in stand OFF staat in zonder het
rempedaal in te trappen.
Het stuurwiel wordt ontgrendeld (indien
van toepassing met stuurslot) en de
elektrische accessoires kunnen bediend
worden.
Als de toets Engine Start/Stop langer
dan 1 uur in stand ACC staat, wordt de
toets automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu leegraakt.
Rijden met uw auto
ON
Met handgeschakelde transmissie
Druk de toets Engine Start/Stop als deze
in stand ACC staat in zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
Met automatische transmissie/
Double clutch-transmissie
Druk de toets Engine Start/Stop als deze
in stand ACC staat in zonder het
rempedaal in te trappen.
Voordat de motor wordt gestart, gaan de
waarschuwingslampjes
ter
branden. Laat de toets Engine Start/Stop
niet lang in stand ON staan. De batterij
kan
leegraken,
omdat
uitgeschakeld is.
controle
de
motor
5 11