4. Sluit de startkabels aan in de volgorde
die in de afbeelding is aangegeven.
Sluit eerst één klem van de startkabel
aan op de pluspool van de lege accu
(1) en de andere klem van dezelfde
kabel op de pluspool van de hulpaccu
(2).
Sluit vervolgens één klem van
de andere kabel aan op de minpool
van de hulpaccu (3) en de andere klem
op
een
metalen
(bijvoorbeeld het motorhijsoog) uit de
buurt van de accu (4). Sluit de
startkabel niet aan op of in de buurt
van draaiende onderdelen. Zorg ervoor
dat de carrosserieën van beide auto's
elkaar niet raken, omdat er anders
kans op kortsluiting bestaat.
Zorg
ervoor
dat
de
uitsluitend contact maken met de juiste
accupolen
of
de
juiste
verbinding. Leun bij het aansluiten niet
over de accu.
-
OPMERKING
Accukabels
Sluit de startkabel verbonden met
de minpool (-) van de hulpaccu niet
aan op de minpool (-) van de lege
accu. Hierdoor kan de ontladen
accu oververhit raken en scheuren,
waardoor er accuzuur lekt.
5. Start de motor van de auto met de
hulpaccu en laat deze met 2.000
omw/min draaien. Start vervolgens de
motor van de auto met de lege accu.
Wanneer de eerste startpoging niet
succesvol is, wacht dan een paar
minuten tot de volgende poging om de
ontladen accu te laten bijladen.
We adviseren u het systeem te laten
onderdeel
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer als niet duidelijk is wat de oorzaak
van het ontladen van de accu is.
startkabels
massa-
Wat te doen in een noodgeval
Aanduwen of aanslepen
Een auto uitgerust met een
schakelde transmissie mag niet worden
aangeduwd
of
aangesleept
hierdoor
het
emissieregelsysteem
beschadigd kan raken. Auto's die
uitgerust zijn met een automatische
transmissie/Double clutch-transmissie
kunnen niet worden aangeduwd. Volg de
aanwijzingen in dit gedeelte voor het
starten met een hulpaccu.
WAARSCHUWING
Probeer nooit een auto door middel
van slepen te starten. Wanneer de
auto plotseling naar voren schiet
als de motor aanslaat, kan een
aanrijding veroorzaakt worden.
handge-
omdat
6 7