Kenmerken van uw auto
Airconditioning
(indien van toepassing)
Druk
op
de
toets
A/C
airconditioning in te schakelen (het
controlelampje gaat branden). Druk
nogmaals
op
de
toets
airconditioning uit te schakelen.
4
152
Werking systeem
Ventilatie
1. Zet de luchtcirculatieknop in stand
(
).
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in
met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste
waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste
snelheid.
Verwarmen
OGDE041117
1. Zet de luchtcirculatieknop in stand
(
).
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in
om
de
met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste
waarde.
om
de
4. Zet de aanjager op de gewenste
snelheid.
5. Als u de uitstromende lucht gedroogd
wil hebben, kunt u het
tioningssysteem aanzetten.
• Schakel de stand (
wanneer de voorruit beslaat.
Tips voor het gebruik
• Om
te
onaangename geuren in het interieur
van de auto terechtkomen, kan de
schakelaar
tijdelijk in de stand RECIRCULATIE
worden gezet. Selecteer de stand
BUITENLUCHT weer zodra de bron
van irritatie gepasseerd is om weer
frisse lucht toe te laten tot het interieur.
Frisse lucht is beter voor de fysieke
gesteldheid van de bestuurder en
bovendien aangenamer.
• De lucht voor het verwarmings- en
ventilatiesysteem wordt aangevoerd
via de roosters in de paravan onder de
voorruit. Zorg er daarom voor dat deze
roosters niet geblokkeerd zijn door
bladeren, sneeuw of andere objecten.
• Voorkom dat de voorruit beslaat door
de
stand
selecteren,
gewenste
aircondi-
airconditioning in te schakelen en de
gewenste temperatuur in te stellen.
) of (
) in
voorkomen
dat
stof
of
voor
de
luchttoevoer
BUITENLUCHT
te
de
aanjager
in
de
stand
te
zetten,
de