WAARSCHUWING
• Het Vehicle Stability Management
-systeem is geen vervanging
voor een veilig rijgedrag en dient
slechts als hulpmiddel. Het is de
verantwoordelijkheid
bestuurder om altijd de snelheid
en de afstand tot de voorligger in
de gaten te houden. Houd het
stuurwiel tijdens het rijden stevig
vast.
• Uw auto dient naar de wens van
de bestuurder te werken, ook
wanneer
deze
met
uitgerust. Neem altijd de normale
voorzorgsmaatregelen in acht en
pas uw snelheid altijd aan aan de
omstandigheden, zoals slecht
weer en een glad wegdek.
• Als er banden en/of velgen met
een verschillende maat onder de
auto gemonteerd zijn, kan dat de
werking van het VSM in negatieve
zin beïnvloeden. Zorg er daarom
voor dat als de banden onder uw
auto vervangen moeten worden,
banden worden gebruikt die
dezelfde maat hebben als de
originele banden.
Hill-start Assist Control (HAC)
(indien van toepassing)
Een auto heeft de neiging om achteruit te
rijden als u wegrijdt op een helling. De
Hill-start Assist Control (HAC) voorkomt
dat de auto achteruitrijdt, doordat de
van
de
remmen automatisch ongeveer 1 tot 2
seconden worden bediend. De remmen
worden
weer
gaspedaal
wordt
ongeveer 1 tot 2 seconden.
WAARSCHUWING
VSM
is
De HAC werkt maar ongeveer 1 tot
2 seconden. Trap dus altijd het
gaspedaal in wanneer de auto in
beweging komt.
✽ AANWIJZING
• De HAC werkt niet wanneer de
selectiehendel in stand P of N staat.
• De HAC wordt wel geactiveerd wanneer
het ESC-systeem uitgeschakeld is, maar
niet wanneer er een storing in het ESC-
systeem is opgetreden.
Noodstopsignaal (ESS)
(indien van toepassing)
Het Emergency Stop Signal-systeem
waarschuwt
bestuurders door het remlicht te laten
knipperen wanneer de auto plotseling
sterk
geactiveerd als:
gelost
wanneer
het
• De auto plotseling afremt (rijsnelheid is
ingetrapt
of
na
• Het ABS in werking treedt
Het remlicht houdt op met knipperen
wanneer de rijsnelheid lager is dan 40
km/h en het ABS wordt gedeactiveerd of
de auto niet meer sterk afremt. In plaats
daarvan gaan de alarmknipperlichten
automatisch branden.
De alarmknipperlichten doven wanneer
de rijsnelheid hoger is dan 10 km/h zodra
de auto weer begint te rijden. De
alarmknipperlichten doven ook wanneer
de auto langere tijd met een lage
snelheid
uitschakelen door de schakelaar van de
alarmknipperlichten in te drukken.
Het
wanneer de alarmknipperlichten al
zijn ingeschakeld.
Rijden met uw auto
achteropkomende
afremt.
Het
systeem
hoger dan 55 km/h en de deceleratie
van de auto is groter dan 7 m/s
rijdt. U
kunt
de
OPMERKING
ESS-systeem
werkt
wordt
2
)
lichten
niet
5 61