Advertenties
Rijden met uw auto
AANDACHTSPUNTEN VOOR DE
BESTUURDER
Het LDWS waarschuwt u mogelijk
niet, zelfs als de auto de rijstrook
verlaat of waarschuwt u, zelfs als de
auto de rijstrook niet verlaat wanneer:
• De rijstrook als gevolg van sneeuw,
regen, verkleuring, een plas of
andere factoren niet zichtbaar is.
• De
helderheid
omgevingslicht
verandert, bijvoorbeeld wanneer u
een tunnel in of uit rijdt.
• De koplampen 's nachts of in een
tunnel uitgeschakeld zijn of er
weinig licht is.
• De kleur van de rijstrookmarkering
lastig te onderscheiden is ten
opzichte van het wegdek of de
rijstrookmarkering beschadigd of
vaag is.
• De auto op een steile helling rijdt of
door een bocht.
• Licht (bijvoorbeeld
straatverlich-
ting, zonlicht of de koplampen van
tegemoetkomend
verkeer)
water
op
de
weg
gereflecteerd.
• Op
de
lens
of
verontreinigingen zitten.
5
72
(Vervolg)
• De camera de rijstrook niet kan
signaleren
regenval of hevige sneeuwbuien.
• De temperatuur van de omgeving
rond de binnenspiegel hoog is als
gevolg van direct zonlicht.
• De rijstrook erg breed of erg smal is.
• De
voorruit
van
het
vochtige lucht in de auto.
plotseling
• Er
een
rijstrookmarkering.
• Er een markering is die lijkt op een
rijstrookmarkering.
• Er
een
bakening
vangrail.
• De afstand tot de voorligger erg
klein
is
rijstrookmarkering aan het zicht
onttrekt.
• De
auto
wegomstandigheden.
• Het aantal rijstroken toe- of afneemt
of de rijstrookmarkeringen elkaar
door
kruisen.
wordt
• U voorwerpen op het dashboard
plaatst.
de
voorruit
• U rijdt met de zon voor u.
• U langs wegwerkzaamheden rijdt.
(Vervolg)
door
mist,
zware
beslagen
is
door
schaduw
valt
op
de
verhoogde
rijstrookaf-
is,
bijvoorbeeld
een
of
de
voorligger
de
hevig
trilt
door
de
(Vervolg)
(Vervolg)
• Er
meer
dan
twee
markeringen zijn.
rijstrook-
Advertenties
