Sneeuwkettingen
Omdat de wangen van een radiaalband
vrij dun zijn, kunnen ze door sommige
typen
sneeuwkettingen
raken. Daarom wordt aanbevolen om
winterbanden te gebruiken in plaats van
sneeuwkettingen.
Monteer
sneeuwkettingen
op
auto's
lichtmetalen velgen, omdat de velgen
daardoor beschadigd kunnen raken. Als
het onvermijdelijk is om sneeuwkettingen
te gebruiken, gebruik dan
kettingen met een dikte van minder dan 15
mm. Schade aan uw auto die het gevolg is
van
het
gebruik
van
sneeuwkettingen valt niet onder de
fabrieksgarantie van uw auto.
Breng ze alleen aan rond de voorwielen.
OPMERKING
• Zorg ervoor dat de
kettingen geschikt zijn voor de
maat en het type band dat op uw
auto gemonteerd is. Ongeschikte
sneeuwkettingen kunnen schade
toebrengen aan de carrosserie en
de wielophanging, wat buiten de
fabrieksgarantie valt. Bovendien
kunnen de bevestigingshaken
beschadigd raken bij contact met
de auto, waardoor de
1VQA3007
kettingen los kunnen raken.
Gebruik
kettingen van SAE-klasse S.
• Controleer nadat u ongeveer 0,5 -
beschadigd
1 km hebt gereden of de kettingen
nog
goed
kettingen of monteer ze opnieuw
geen
als ze los zitten.
met
• Wanneer uw auto is uitgerust met
225/45R17, 225/40ZR18, 225/40R18
banden
sneeuwkettingen. Anders kunnen
sneeuw-
de wielen, wielophangingen of de
carrosserie beschadigd raken.
ongeschikte
sneeuw-
sneeuw-
uitsluitend
sneeuw-
zitten.
Span
de
monteer
dan
geen
Rijden met uw auto
Aanbrengen van sneeuwkettingen
Volg voor het plaatsen van de kettingen
de aanwijzingen van de fabrikant en trek
de kettingen zo strak mogelijk aan. Matig
uw snelheid als u met sneeuwkettingen
rijdt. Als u de kettingen tegen de
carrosserie of het chassis hoort slaan,
stop dan meteen en trek de kettingen
aan. Als ze daarna nog tegen de auto
slaan, matig uw snelheid dan totdat dit
niet meer gebeurt. Verwijder de kettingen
zodra u weer op een schone weg rijdt.
WAARSCHUWING
- Monteren van
sneeuwkettingen
Parkeer de auto op een vlakke
ondergrond en uit de buurt van het
overige verkeer voor het monteren
van de sneeuwkettingen. Zet de
alarmknipperlichten aan en plaats
indien
mogelijk
gevarendriehoek achter de auto.
Zet de transmissie in stand P
(Parkeren), activeer de parkeerrem
en zet de motor af alvorens de
sneeuwkettingen te monteren.
een
5 83