WAARSCHUWING
• Er mogen geen wijzigingen aan
de gordel worden aangebracht of
hulpmiddelen worden gebruikt
die voorkomen dat het
mechanisme de gordel strak
tegen het lichaam aan kan
trekken of die het verstellen van
de gordel onmogelijk maken.
• Zorg er bij het vastmaken van de
veiligheidsgordel voor dat u de
gordel niet in de gordelsluiting
van een andere stoel steekt. Dit is
erg gevaarlijk omdat u mogelijk
niet volledig door de
veiligheids-
gordel wordt beschermd.
• Maak de veiligheidsgordel tijdens
het rijden niet (herhaaldelijk) los
en vast. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen
waardoor
een
ongeluk
ernstig letsel of schade het
gevolg kan zijn.
• Zorg er bij het vastmaken van de
veiligheidsgordel voor dat de
gordel
niet
over
harde
breekbare voorwerpen ligt.
• Controleer of er geen voorwerpen
in de gordelsluiting aanwezig
zijn. Anders kan de
veiligheids-
gordel niet goed vastgemaakt
worden.
gordel-
Waarschuwingssysteem
veiligheidsgordels
Waarschuwingslampje bestuurdersgordel
(1)
Als herinnering voor de bestuurder gaat
telkens als het contact in de stand ON
wordt gezet het waarschuwingslampje
met
van de veiligheidsgordels gedurende
ongeveer 6 seconden branden, ongeacht
of de gordels zijn vastgemaakt.
Als
de
veiligheidsgordel
bestuurder wordt losgemaakt nadat het
of
contact in stand ON is gezet, brandt het
waarschuwingslampje van de
heidsgordel totdat de veiligheidsgordel
wordt vastgemaakt.
Veiligheidssysteem van uw auto
Als u de veiligheidsgordel vervolgens
niet vastmaakt en u gaat sneller rijden
dan 9 km/h, gaat het reeds brandende
waarschuwingslampje knipperen tot u
langzamer dan 6 km/h gaat rijden (indien
van toepassing).
Als u de veiligheidsgordel vervolgens
nog niet vastmaakt en u gaat sneller
rijden
dan
waarschuwingszoemer
ongeveer 100 seconden klinken en gaat
het
waarschuwingslampje
desbetreffende
OAM032161L
knipperen (indien van toepassing).
van
de
veilig-
20
km/h,
zal
de
gedurende
van
de
veiligheidsgordel
3 21