Voer de authenticatie-informatie in bij het verzenden:Wanneer <Gebruikersnaam> en
<Wachtwoord> ingevoerd in <SMTP-authentificatie (SMTP AUTH)> worden gebruikt en het
authenticatiescherm (<Inloggen bij SMTP-server>) wordt weergegeven tijdens het verzenden
●
<Gebruikersnaam> en <Wachtwoord> ingevoerd in <SMTP-authentificatie (SMTP AUTH)> worden
tijdens het verzenden als de authenticatie-informatie ingevoerd.
●
Wanneer <Gebruikersnaam> en <Wachtwoord> voor <SMTP-authentificatie (SMTP AUTH)> worden
niet ingevoerd (blanco), de authenticatie-informatie bij het verzenden is ook blanco.
●
Wijzig desgewenst de instellingen.
●
●
●
●
●
Informatie registreren voor elke gebruiker: Wanneer <Registr. gegev. elke gebruiker> wordt
gebruikt en het authenticatiescherm (<Inloggen bij SMTP-server>) wordt niet weergegeven
tijdens het verzenden
●
SMTP-authenticatie wordt uitgevoerd met de gebruikersnaam en het wachtwoord geregistreerd op
het lokale apparaat.
●
Wijzig desgewenst de instellingen.
●
●
●
3
Druk op <OK>.
4
Druk op <OK>.
●
Afhankelijk van uw omgeving moet u misschien het SMTP-/POP3-poortnummer opgeven. Als u bijvoorbeeld
Office 365 gebruikt, moet u het poortnummer voor verzenden met SMTP instellen op "587". Neem voor
meer informatie contact op met de internetserviceprovider of de netwerkbeheerders.
KOPPELINGEN
E-mailinstellingen opgeven(P. 574)
Internetfaxen (I-fax) gebruiken(P. 461)
<SMTP-authentificatie (SMTP AUTH)>: <Aan>
<Gebruikersnaam>: Voer de gebruikersnaam in.
<Wachtwoord>: Voer het wachtwoord in.
<Verific.scherm weerg. bij verzenden>: <Aan>
<Gegevens
die
worden
<Apparaatinstellingen>
<SMTP-authentificatie (SMTP AUTH)>: <Aan>
<Verific.scherm weerg. bij verzenden>: <Uit>
<Gegevens die worden gebruikt vr SMTP-serververific.>(P. 1118) : <Registr. gegev.
elke gebruiker>
Instellen
gebruikt
vr
SMTP-serververific.>(P.
80
1118)
: