SMB-instellingen doorvoeren
In dit gedeelte worden de installatiestappen beschreven voor het delen van bestanden en printers tussen meerdere
apparaten in het netwerk via het SMB-protocol.
De SMB-server instellen(P. 54)
De SMB-client instellen(P. 55)
De SMB-server instellen
Als u de functies van de SMB-server inschakelt, kan het Geavanceerde ruimte worden gebruikt als SMB-
bestandsserver.
1
Druk op
.
2
Druk op <Voorkeuren>
server>.
3
Selecteer <Aan> bij <Gebruik SMB-server> en voer de nodige installatie uit.
<Gebruik SMB-authentificatie>
Gebruikersverificatie wordt uitgevoerd aan de hand van gebruikersgegevens in het Geavanceerde ruimte.
Om gebruikersverificatie uit te voeren, drukt u op <Aan>.
<Type authentificatie>
Selecteer de versie van het verificatieprotocol. Selecteer <NTLMv1> of <NTLMv2>, afhankelijk van uw
besturingssysteem. U kunt ook beide selecteren.
<SMB-handtekening voor verbinding eisen>
Om in te stellen dat een SMB-pakkethandtekening nodig is voor verbinding met de SMB-server, drukt u op
<Aan>.
<Versleuteling vr verbinding nodig>
Als u een verbinding met SMB v3.0 versleutelde communicatie wilt aanvragen bij verbinding met een SMB-
server, drukt u op <Aan>.
4
Druk op <OK>.
Instellen
<Netwerk>
<TCP/IP-instellingen>
54
64LC-010
<Instellingen SMB-