4
Selecteer de functie waarvoor u een snelkoppeling wilt aanmaken.
●
Selecteer de functie uit de lijst. U kunt de plaats van de geselecteerde snelkoppeling en de functie die eraan
is toegewezen, in het voorbeeldscherm links van de lijst controleren.
●
Als u geen snelkoppelingen gebruikt, selecteert u <Niet-toegewezen> uit de lijst.
5
Druk op <OK>.
Basisbewerkingen
190