●
●
●
U kunt de instellingen waarvoor beheerdersbevoegdheden nodig zijn, overslaan en
doorgaan naar de volgende stap door op <Overslaan> te drukken. Ga in dit geval door naar
stap 10.
Stap 4
Geef de gebruikersverificatie-instellingen op.
Om de beveiliging van de machine te verbeteren, gebruikt u de machine op een systeem met
gebruikersverificatie.
●
Deze machine is ingesteld voor gebruik van gebruikersverificatie als de aanmeldingsservice.
Voor meer informatie raadpleegt u
configureren(P. 696) .
●
●
Geef de volgende instellingen op als er geen beheerders zijn behalve de gebruiker
"Beheerder" die in de machine is geregistreerd.
Instellen
Druk op <Inloggen> en voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in van een
beheerder met beheerdersbevoegdheden. De standaardgebruikersnaam voor de
beheerder is "Beheerder" en het standaardwachtwoord is "7654321". Druk opnieuw
op <Inloggen> en dan op <OK>.
Als u de fabrieksinstelling voor het wachtwoord gebruikt, verschijnt een scherm
met de melding dat u het wachtwoord moet wijzigen. U kunt het wachtwoord ook
later wijzigen.
Aanmelden als beheerder(P. 17)
Druk op <Aan> voor <Gebruik gebruikersveri.>, druk op <Aan> voor de
aanmeldingsmethode en dan op <Volgende>.
Als u geen gebruikersverificatie gebruikt, drukt u op <Uit> voor <Gebruik
gebruikersveri.>, en op <OK>, en gaat u verder naar stap 5.
9
De instellingen van persoonlijke-verificatiebeheer