Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Amazone UG 2000 Special Bedieningshandleiding pagina 81

Getrokken veldspuiten
Inhoudsopgave

Advertenties

8.1.2
Elektrisch op afstand bediende kranenstelsel met de
schakelkasten SKS 5. SKS 50 resp. SKS 70
De kranenstelsels "DG" (fig. 8.1) (SKS 5) , "FG" en "NG" (SKS 50 of 70) (electrische afstandsbediening).
De kranenstelsels "KG", "EG" (fig. 8.2) (SKS 5) en "GG" (fig. 8.3) (SKS 50 of 70), (elektrische
afstandsbediening voor de toepassing met "AMACHECK", "SPRAYCONTROL II A" en "AMATRON II A".
Fig. 8.1/..., fig. 8.2/..., fig. 8.3/...
1 - Persaansluiting voor de persleiding van de pomp.
2 - Doseerautomaat
3 - Elektromotor voor spuitdrukinstelling met behulp van de schakelkast (zie hiervoor hfdst.
6 .1.3.1).
4 - Machinestekkeraansluiting voor de werktuigstekker van de schakelkast SKS 5
4.1 - Machinekabel met werktuigstekker voor de schakelkasten SKS 50 of SKS 70.
5 - Stelmoer voor het instellen van het overdrukventiel in de doseerautomaat (zie hiervoor
hfdst. 6.1.3.1.1).
6 - Retouraansluiting. Door de retourleiding wordt de overtollige pompkapaciteit direkt naar de
aanzuigleiding teruggeleid.
7 - Enkelvoudige blokkraan voor toevoer naar de vul-spoeltank.
8 - Zelfreinigend persfilter (zie hiervoor hfdst. 6.1.3.1.1).
I
Het persfilter verhindert het verstoppen van de dopfilters in de dophouder. Neemt de
spuitdruk bij verder onveranderde omstandigheden geleidelijk af, dan moet het persfilter
schoon gemaakt worden. (zie hiervoor hfdst. 7.5.2.1).
9 - Stappenkraan voor het hydraulisch roersysteem (zie hiervoor hfdst. 7.2.1).
10 - Spuitdruksensor
11 - Persaansluiting voor de snelkoppeling van de spuitmiddelen bestendige manometer (alleen
kranenstelsels "DG", "EG" "KG" en "NG").
12 - Doorstroommeter voor meting van de afgifte (l/ha) (alleen bij kranenstelsels "KG", "EG" en
"GG"). Het aantal impulsen per liter (imp./l) wat door de doorstroommeter wordt afgegeven,
is op de fabriek reeds vastgesteld en op huis van de doorstroommeter ingeslagen. Is het
aantal imp./l niet bekend, dan moet de doorstroommeter gekalibreerd worden (zie hiervoor
hfdst. 6.3).
I
Afzetting van spuitmiddelrestanten in de doorstroommeter kunnen afwijkingen in de
meting van de afgifte (l/ha) veroorzaken. Aanbevolen wordt de doorstroommeter alle
1000 ha - doch minstens een maal per jaar - te kalibreren (aantal imp./l vaststellen).
13 - Hoofdkraan voor de voeding van de calibratiekranen. Deze kraan wordt alleen gesloten
indien de roerintensiteit van het hydraulisch roersysteem moe t worden
hiervoor hfdst. 7.2.1.).
14 - Calibratiekranen.
15 - Magneetkleppen. Het in- en uitschakelen van de afzonderlijke secties geschiedt via
magneetkleppen.
centrale spuitboom aan- en uitschakelaar van de schakelkast.
16 - Kartelschroeven voor de kalibratie van de secties.
I
Voor het eerste gebruik en bij iedere verwisseling van de spuitdoppen moeten met de
kartelschroeven de secties opnieuw worden gekalibreerd (zie hiervoor hfdst. 6.1.3.1.1).
17 - Terugvoer-calibratiekranen. Bij het uitschakelen van iedere sectie, stroomt de hoeveelheid
vloeistof, die anders naar de spuitdoppen zou gaan, over de retourslang terug in de tank,
zonder de spuitdruk te verhogen.
18 - Sectie-terugvoer. Deze dient voor de drukontlasting van de calibratiekranen; bij een
afgesloten spuitboom wordt de restdruk in de spuitleiding meteen verminderd. Samen met
de membraanklepjes in de spuitdophouder wordt ervoor gezorgd, dat de doppen niet
nadruppelen (zie hiervoor hfdst. 11.0).
Ieder apart met de sectieschakelaars of gemeenschappelijk met de
8 - 3
vergroot (zie
UG SB 230.1 11.97

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ug 2200 powerUg 3000 power

Inhoudsopgave