12.4
Tankmeter voor elektronische vulcontrole, bestelnr.: 720 400
Alleen voor de bedieningspanelen "GG" met "AMATRON II"
De tankmeter (fig. 12.8) geeft de hoeveelheid water aan waarmee de tank wordt gevuld en geeft de
impulsen voor verdere verwerking door aan de "AMATRON II". Op het display van de tankmeter verschijnt
de werkelijk gevulde hoeveelheid water in liters.
Fig. 12.8/...
1 - Bevestigingsbeugel voor de doorstroommeter van het vullen.
2 - Koppelstuk van de vulslang (bv. zuigslang (extra uitvoering).
3 - Doorstroommeter voor het vullen.
4 - Slangverbinding.
5 - Snelkoppeling. Op aansluitstuk van de filterkraan bevestigen.
6 - Versterker.
7 - Paneel met display.
8 - Aansluitkabel met stekker. Aansluiten op de stekkerdoos (naast machinestekker) op de
flensplaat van de elektromotor.
9 - Aan/uit-schakelaar.
10 - Schakelaar.
I
Voor het vullen de schakelaar kortstondig op de stand "clear" zetten en de teller op het
display springt op "0". Wordt de schakelaar op stand "light" gezet, dan wordt het display
verlicht.
11 - Beschermdop. Het koppelstuk (2) met de beschermdop afsluiten als de vulmeter niet
wordt gebruikt.
12.4.1
Vullen met tankvulmeter
-
Snelkoppeling (fig. 12.8/5) op het aansluitstuk van de filterkraan bevestigen.
-
Bedieningshendel van de filterkraan op de stand "vullen" (zie hiervoor hfdst. 7.5.1).
-
Vulslang aan het koppelstuk (fig. 12.8/2) bevestigen.
De opgezogen hoeveelheid water wordt door de tankdoorstroommeter geregistreerd en het aantal
opgenomen impulsen wordt voor verdere verwerking direkt aan de "AMATRON II" doorgegeven.
Daarvoor moet in het "datablok machine" het aantal "impulsen/l" worden ingetoetst worden (ca. 92
impulsen/l).
-
Aanduiding "Machine tankvulling" in "datablok machine" van de "AMATRON II" oproepen.
-
Imp./l van de betreffende doorstroommeter invoeren (ca. 92 Imp./l).
-
Druktoets op "clear". De teller op het apparaat springt automatisch op "0" en op het display
verschijnt "0".
-
Spuittank over de tankvulmeter vullen. Het display geeft de werkelijke water waarmee de tank
gevuld is weer.
I
Om exact de gevulde hoeveelheid water vast te kunnen stellen, mogen er geen
luchtbellen worden opgezogen.
-
De met de doorstroommeter vastgestelde hoeveelheid water wordt direkt aan de "AMATRON
II" doorgegeven (zie hiervoor de handleiding van de ""AMATRON II").
-
Het display van de tankmeter geeft de opgezogen of bijgevulde hoeveelheid (l) water aan.
-
"AMATRON II" berekent de totale daadwerkelijke hoeveelheid water
hoeveelheid restvloeistof die zich voor het vullen nog in de tank bevond plus de nagevulde
hoeveelheid water (zie hiervoor ook de handleiding van "AMATRON II").
12 - 7
in de tank, d.w.z. de
UG SB 230.1 11.97