Inhoudsopgave
Advertenties
11.7
Drielingdophouder (extra uitvoering)
De toepassing van de drielingdophouder (fig. 11.2) biedt voordelen wanneer verschillende doppen
gebruikt worden. In de drielingdophouder wordt in de vertikaal geplaatste spuitdop de spuitvloeistof
toegevoerd. Door de drielingdophouder naar links of naar rechts te draaien wordt een andere spuitdop
ingeschakeld. Tussen elke spuitstand bevindt zich een afsluitstand, zodat het mogelijk is op deze wijze
de spuitbreedte te verminderen.
I
Voordat van doppen wordt gewisseld, moeten ze eerst worden doorgespoeld!
Fig. 11.2/...
1 - Basisstuk.
2 - afdichtring
3 - Opschroefbaar basisblok
4 - O-ring
5 - verdraaibare dophouder
6 - bajonetmoer rood
7 - bajonetmoer geel
8 - bajonetmoer groen
9 - afdichtring
10 - dopfilter, standaard maaswijdte 50#
I
Bij het wisselen van de doppen moet de kalibratie opnieuw worden ingesteld(zie hiervoor
hfdst. 6.1.3.1.1).
11.8
Onderhoud van de doppen
-
Doppen grondig met water schoonmaken
-
dagelijks na beëindigen van de spuitbeurt (zie hiervoor hfdst. 6.1.5).
-
na onderbreking van de spuitwerkzaamheden (zie hiervoor hfdst. 6.1.5.1).
-
Aan het einde van ieder spuitseizoen doppen en dopfilters demonteren en schoonmaken.
F
Voor het schoonmaken, de doppen en dopfilter in het reinigingswater laten inweken.
Alleen met een zachte, bij voorkeur kunststof borstel de doppen schoonmaken.
De spuitplaatjes gaan niet onbeperkt mee. De slijtage is afhankelijk van het materiaal van het spuitplaatje,
de gebruikte spuitmiddelen en de ingestelde spuitdruk. Daarom bestaan er geen algemene onderhouds-
en vervangingstermijnen voor de doppen. Een goed inzicht in
de toestand van de doppen en de daarbij behorende dwarsverdeling van het spuitbeeld kan alleen op een
spuittestbaan worden verkregen middels een keuring zoals die door het SKL-keuringsstation wordt
uitgevoerd ( iedere 2 jaar verplichte keuring).
11 - 7
UG SB 230.1 11.97
Advertenties
Inhoudsopgave
