Pagina 1
Bedieningshandleiding UF 1002 UF 1302 UF 1602 UF 2002 Aanbouwveldspuit met Comfort pakket CP Lees en schenk aandacht aan deze bedieningshandleiding MG6990 voor u de machine in gebruik BAG00225.5 06.23 stelt! Printed in Germany Bewaren voor verder gebruik!
Pagina 2
HET MAG NIET onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
H. DREYER SE & Co. KG Postbus 51 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 50 1-0 E-mail: amazone@amazone.de Onderdelenbestelling Onderdelenlijsten zijn te vinden in het onderdeelportaal onder www.amazone.de. Wij verzoeken u uw orders bij uw AMAZONE-dealers te plaatsen. UF02 BAG00225.5 06.23...
Pagina 4
Voorwoord Gegevens over de bedieningshandleiding Documentnummer: MG6990 Productiedatum: 06.23 Copyright AMAZONEN-WERKE H. DREYER SE & Co. KG, 2023 Alle rechten voorbehouden. Nadruk, ook gedeeltelijk, uitsluitend toegestaan na toestemming van AMAZONEN-WERKE H. DREYER SE & Co. KG. Deze bedieningshandleiding geldt voor alle uitvoeringen van de machine.
Pagina 5
Geachte lezers, Wij passen onze bedieningshandleidingen regelmatig aan. Uw suggesties helpen ons onze bedieningshandleidingen nog gebruikersvriendelijker te maken. AMAZONEN-WERKE H. DREYER SE & Co. KG Postbus 51 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 50 1-0 E-mail: amazone@amazone.de UF02 BAG00225.5 06.23...
Inhoudsopgave Gebruikersadvies ..................10 Doel van het document ......................10 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding ..............10 Gebruikte beschrijvingen ....................... 10 Algemene veiligheidsaanwijzingen ............11 Verplichtingen en aansprakelijkheid ..................11 Beschrijving van veiligheidssymbolen ................... 13 Organisatorische maatregelen ....................14 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen ................. 14 Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen ..................
Pagina 7
Inhoudsopgave Opbouw en werking van de basismachine ..........56 Functie ........................... 56 Bedieningspaneel ........................57 5.2.1 Vulmengbak ........................... 62 5.2.2 Omschakelkranen op de vulmengbak ................... 63 Steunen ..........................64 Aanbouw driepunt ........................65 Snelkoppelsysteem ........................ 66 Cardanas ..........................67 5.6.1 Cardanas aankoppelen ......................
Pagina 8
Inhoudsopgave 6.11.3 Sleepslangsysteem voor vloeibare meststof ............... 114 In bedrijf stellen ..................115 Antivries in de spuitvloeistoftank ..................115 Controleren of de tractor geschikt is ................... 116 7.2.1 Berekenen van de daadwerkelijke waarden voor het totale gewicht van de tractor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de banden en het minimaal benodigde ballastgewicht ....................
Pagina 9
Inhoudsopgave Reiniging, onderhoud en reparatie ............181 14.1 Reinigen ..........................183 14.2 Overwinteren of langere buitenbedrijfstelling ............... 184 14.3 Smeervoorschrift ........................188 14.4 Opgetilde spuitbomen borgen ....................189 14.5 Onderhouds- en verzorgingsschema – overzicht ..............190 14.6 Hydraulisch systeem ......................192 14.6.1 Markering van hydraulische slangleidingen .................
Gebruikersadvies Gebruikersadvies Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding • beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. • voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
Algemene veiligheidsaanwijzingen Algemene veiligheidsaanwijzingen Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken.
Pagina 12
Algemene veiligheidsaanwijzingen Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen voor het leven van de chauffeur of derden, •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) geeft de ernst van het dreigende gevaar aan en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
Algemene veiligheidsaanwijzingen Organisatorische maatregelen De eigenaar moet de nodige persoonlijke beschermingsuitrusting aanbieden, in overeenstemming met de informatie van de fabrikant van het te verwerken gewasbeschermingsmiddel, zoals bijv.: chemicaliënbestendige handschoenen, • een chemicaliënbestendige overall, • waterdicht schoeisel, • • gezichtbescherming, • ademhalingsbescherming, •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Scholing van de personen Alleen geschoolde en onderrichte personen mogen met/aan de machine werken. Duidelijk vastleggen welke personen voor spuiten en voor onderhoud verantwoordelijk zijn. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de Geïnstrueerde...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine.
Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Onderdelen van de machine die niet meer in perfecte staat zijn, dienen direct te worden vervangen. Gebruik uitsluitend AMAZONE originele -onderdelen en slijtageonderdelen of de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde onderdelen, zodat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften van kracht blijft.
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.13 Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingstekens geven de gevaarlijke plaatsen op de machine aan en attenderen op bijkomende gevaren.
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Waarschuwingssticker De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. UF02 BAG00225.5 06.23...
Pagina 20
Algemene veiligheidsaanwijzingen Super-S-spuitbomen UF02 BAG00225.5 06.23...
Pagina 21
Algemene veiligheidsaanwijzingen Q-Plus- spuitbomen UF02 BAG00225.5 06.23...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 078 Gevaar voor het bekneld raken van vingers of handen als gevolg van toegankelijke, bewegende delen van de machine! Dit gevaar kan zeer ernstig letsel met verlies van lichaamsdelen tot gevolg hebben. Houd uw handen of armen uit de gevarenzone zolang de tractormotor met aangesloten cardanas/hydraulisch/elektronisch systeem draait.
Pagina 23
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 086 Gevaar voor bekneld raken van het gehele lichaam als gevolg van de noodzakelijke aanwezigheid onder opgetilde, onbeveiligde delen van de machine! Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Beveilig de opgetilde onderdelen van de machine tegen onbedoeld zakken voordat u zich in de gevarenzone onder de opgetilde delen van de machine begeeft.
Pagina 24
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 097 Gevaar voor bekneld raken van het hele lichaam als gevolg van het aanwezig zijn binnen het hefbereik van de driepuntsophanging bij het bedienen van de driepuntshydraulica! Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden om zich binnen het •...
Pagina 25
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 104 Gevaar voor bekneld raken of stoten van het gehele lichaam door de aanwezigheid in het zwenkbereik van zijwaarts bewegende delen van de machine! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg veroorzaken. Houd voldoende veilige afstand tot •...
Pagina 26
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 155 Dit pictogram markeert aanslagpunten voor het vastsjorren van een op een transportvoertuig geladen machine voor een veilig transport van de machine. MD 173 Gevaar door het inademen van ongezonde stoffen, veroorzaakt door giftige dampen in de spuitvloeistoftank! Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop.
Pagina 27
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 210 Gevaar door onbedoeld starten en wegrollen van tractor en machine bij werkzaamheden aan de machine, zoals monteren, instellen, oplossen van storingen, reinigen, onderhoud en reparaties! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg veroorzaken. Beveilig de tractor en machine voor alle •...
Pagina 28
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 226 Gevaar voor bekneld raken van het gehele lichaam als gevolg van de aanwezigheid onder zwevende lasten of opgeheven delen van de machine! Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden zich onder zwevende •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies • kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid! Telkens voor het gebruik machine en trekker controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen Neem behalve deze instructies ook de algemeen geldende •...
Pagina 31
Algemene veiligheidsaanwijzingen van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten! Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en • afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)! Let bij het gebruik van de steunelementen op de plekken waar u •...
Pagina 32
Algemene veiligheidsaanwijzingen Transporteren van de machine Bij het rijden op openbare wegen dient U zich aan de geldende • verkeersvoorschriften te houden! • Controleer voor transportritten of voedingsleidingen correct zijn aangebracht; ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ο...
• controleren of de hydraulische slangen nog in goede staat zijn! Vervang beschadigde en verouderde hydraulische slangen! Gebruik alleen originele AMAZONE hydraulische slangen! Gebruik hydraulische slangen niet langer dan zes jaar. Ook bij • correcte opslag en belasting zijn de slangen en slangkoppelingen onderhavig aan een natuurlijke veroudering, daarom is de opslagtijd en de gebruiksduur begrensd.
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16.3 Elektrisch systeem Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de • accu (minpool) los te koppelen! • Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Het gebruik van te zware zekeringen veroorzaakt onherstelbare schade aan het elektrische systeem – brandgevaar •...
Pagina 35
Algemene veiligheidsaanwijzingen van de aftakaspijpen en beschermbuizen in transport- en werkstand! (Neem ook de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de cardanas in acht!) Let bij het rijden in bochten op de toegestane buiging en de • schuifweg van de cardanas! Controleer vóór het inschakelen van de aftakas, of het gekozen •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16.5 Gebruik van de veldspuit Neem de aanbevelingen van de gewasbeschermingsmiddelfab- • rikant in acht met betrekking tot ο Persoonlijke beschermingsuitrusting ο waarschuwingen voor het gebruik van gewasbescher- mingsmiddelen doseer-, gebruiks- en reinigingsvoorschriften ο Neem de aanwijzingen uit de gewasbeschermingsmiddelenwet •...
Pagina 37
Spuit geen gewasbeschermingsmiddelen die neigen tot vastkle- • ven of verstarren! Vul veldspuiten met water uit open wateren ter bescherming van • mens, dier en milieu! Vul de veldspuiten alleen via originele AMAZONE- • vulinrichtingen! UF02 BAG00225.5 06.23...
Onderdelen moeten minimaal voldoen aan de door • AMAZONEN-WERKE vastgestelde technische eisen. Dit is gegeven bij gebruik van originele AMAZONE reserve-onderdelen! Let op het volgende bij de reparatie van veldspuiten, die voor • toedienen van vloeibare kunstmest met ammoniumnitraat-...
Op- en afladen Op- en afladen Opladen met hijskraan: Er bevinden zich 2 bevestigingspunten aan de machine. GEVAAR Bij het laden van de machine met een kraan moeten de bevestigingspunten voor hijsbanden worden gebruikt. GEVAAR De minimale trekvastheid per hijsband moet 1500 kg zijn! UF02 BAG00225.5 06.23...
Productbeschrijving Productbeschrijving Overzicht – bouwgroepen (1) Spuitvloeistoftank (10) Spuit- en roerpomp (2) Inspectieluik van de spuitvloeistoftank voor (11) Spoelwaterpomp visuele inspectie (12) Parkeerpositie voor haakwerktuig van de (3) Niveau-indicatie spuitvloeistoftank steunen (4) Bedieningsarmatuur met afdekking (13) Transportbox voor afzonderlijke bewaring van gecontamineerde en niet gecontamine- (5) Handwastank erde beschermingsuitrusting...
Pagina 41
Productbeschrijving (1) Klapbare spuitbomen (2) Deelbreedte-armatuur (3) Opbergruimte voor zuigslang (4) Buitenwasinrichting (5) Achtercamera UF02 BAG00225.5 06.23...
Productbeschrijving Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Steunen links en rechts tegen kantelen van • de geparkeerde machine • Transportvergrendeling op Super-S- spuitbomen ter voorkoming van ongewenst uitklappen (1) Visuele controle van de vergrendeling van de Super-S-spuitbomen (1) Transportvergrendeling op Q-plus- spuitbomen ter voorkoming van onbedoeld uitklappen (1) Cardanasbescherming met borgkettingen (2) Beschermtrechter op machinezijde...
Productbeschrijving Voedingsleidingen tussen tractor en machine Voedingsleidingen in parkeerstand: (1) Hydraulische slangleidingen (afhankelijk van uitrusting) (2) Kabel met aansluiting voor verlichting (3) Computerkabel met machinestekker/ISOBUS-aansluiting Verkeerstechnische uitrusting Verlichting naar achteren (1) Achterlichten, remlichten, richtingaanwijzers (nodig als de richtingaanwijzers van de tractor worden afgedekt) (2) 2 waarschuwingsborden (3) 1 kentekenplaathouder met verlichting...
• onderhoudswerkzaamheden. het uitsluitend gebruiken van AMAZONE originele - onderdelen. • Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften.
Als vervanging voor het pompmembraan zijn Desmopan-membranen leverbaar. Die zijn bestendig tegen oplosmiddelhoudende gewasbeschermingsmiddelen. Hun levensduur wordt echter bij het gebruik bij lage temperaturen (bv. AHL bij vriesweer) beperkt. De voor AMAZONE-veldspuiten gebruikte materialen en bouwdelen zijn bestand tegen vloeibare kunstmest. UF02 BAG00225.5 06.23...
Productbeschrijving Gevarenzone en gevaarlijke plaatsen De gevarenzone is de omgeving van de machine waarin personen binnen het bereik zijn van arbeidsbewegingen van de machine en zijn gereedschappen; • door de machine naar buiten geslingerde materialen of • voorwerpen; • onbedoeld omlaag zakkende omhoog geheven machine- elementen;...
Productbeschrijving Typeplaatje Machinetypeplaatje (1) Machinenummer (2) Voertuigidentificatienummer (3) Product (4) Toegestaan technisch machinegewicht (5) Leeggewicht kg (6) Modeljaar (7) Bouwjaar 4.10 Conformiteit Richtlijnen/normaanduiding De machine vervult de: 2006/42/EG Machinerichtlijn • 2004/108/EG EMC-richtlijn • 4.11 Technisch maximaal mogelijke afgifte De afgifte van de machine is begrensd door de volgende factoren: Maximale doorstroming naar de spuitbomen van 200 l/min •...
Productbeschrijving 4.12 Maximaal toegestane afgifte De toegestane afgifte van de machine is begrensd door het minimaal vereiste roervermogen. Het roervermogen per minuut moet 5% van het tankvolume zijn. Dit geldt in het bijzonder voor werkzame stoffen, die moeilijk kunnen blijven zweven. Bij werkzame stoffen, die worden opgelost, kan het roervermogen worden verminderd.
Productbeschrijving 4.13 Technische gegevens 4.13.1 Basisapparaat Type UF 1002 UF 1302 UF 1602 UF 2002 Spuitvloeistoftank Werkelijk volume 1100 l 1400 l 1680 l 2125 l Nominaal volume 1000 l 1300 l 1600 l 2000 l Spoelwatertank 160 l of 260 l...
Productbeschrijving Q-Plus- spuitbomen Werkbreedte [m] 12,5 Transportbreedte 2560 mm 2560 mm 2998 mm Bouwlengte 850 mm Hoogte bij geparkeerde machine 2800 mm Spuitdophoogte van/tot 500 mm / 2100 mm 4.13.2 Spuittechniek Deelbreedte afhankelijk van de werkbreedte Super-S1-spuitbomen Aantal Werkbreedte Aantal spuitdoppen per deelbreedte deelbreedten 7-5-6-5-7 15 m...
Pagina 51
Productbeschrijving Super-S2-spuitbomen Aantal Werkbreedte Aantal spuitdoppen per deelbreedte deelbreedten 6-6-6-6-6 15 m 3-5-5-4-5-5-3 16 m 7-6-6-6-7 6-8-8-8-6 18 m 5-6-5-4-5-6-5 2-3-6-5-4-5-6-3-2 8-8-8-8-8 20 m 5-5-6-8-6-5-5 3-4-6-5-4-5-6-4-3 9-8-8-8-9 6-6-6-6-6-6-6 21 m 4-4-6-5-4-5-6-4-4 4-4-3-3-5-4-5-3-3-4-4 6-6-6-6-6-6-6 21/15 m 6-4-4-5-4-5-4-4-6 3-3-4-4-5-4-5-4-4-3-3 9-10-10-10-9 6-6-8-8-8-6-6 24 m 6-5-6-5-4-5-6-5-6 4-4-5-4-5-4-5-4-5-4-4 9-6-8-8-8-6-9...
Productbeschrijving Technische resthoeveelheid bomen Afzonderlijke Deelbreedteregeling spuitdopschakeling Werk- breedt Aantal Met DCS pro Met DCS Met DUS pro deelbr eedten 11,5 12,5 13,5 15 m 14,5 15,5 12,0 13,0 14,0 16 m 12,0 13,0 14,0 14,8 15,8 12,5 13,5 14,5 18 m 15,7 16,7...
Productbeschrijving 4.13.4 Effectieve last Maximale effectieve Toegestaan technisch machinegewicht Leeggewicht last GEVAAR Verboden is het overschrijden van de maximale effectieve last. Gevaar voor ongevallen door instabiele rijsituaties! Bepaal zorgvuldig de nuttige last en dus de toegestane vulling van uw machine. Niet bij alle vulmedia is een complete vulling van de tank toegestaan.
De tractor moet over voldoende vermogen beschikken en uitgerust zijn met de vereiste elektrische, hydraulische en remaansluitingen voor de reminrichting om met de machine te kunnen werken. Motorvermogen van de tractor UF 1002 vanaf 55 kW (75 pk) UF 1302 vanaf 66 kW (90 pk)
Opbouw en werking van de basismachine Opbouw en werking van de basismachine Functie De spuitpomp (1) zuigt via de zuigarmatuur en de zuigfilter (2) • de spuitvloeistof uit de spuitvloeistoftank. • vers water via de externe zuigaansluiting (3). spoelwater uit de spoelwatertank. •...
Opbouw en werking van de basismachine Bedieningspaneel (1) Schakeling zuigzijde via TwinTerminal (13) Afvoer voor laatste restanten uit spuitvloeistoftank, drukfilter en snelle (2) TwinTerminal lediging (3) Schakeling drukzijde(DA) (14) Afsluitkraan voor resthoeveelheid (EW) (4) Omschakelkraan bron voor vulmengbak (15) Vulmengbak (QU) (16) Opstap (5) Omschakelkraan injector (IJ)
Pagina 58
Opbouw en werking van de basismachine Omschakelkranen op het bedieningspaneel Omschakelkraan drukarmatuur (DA) Spuitvloeistoftank vullen via • zuigaansluiting / afzuigen via vulmengbak • Toevoer vulmengbak • ) Functies tegelijkertijd omschakelen. Spuiten • • Reiniging binnenzijde Houd de betreffende hoofdstukken in de bedieningshandleiding aan bij gebruik van de rood gemarkeerde functies! •...
Pagina 59
Opbouw en werking van de basismachine Bediening drukarmatuur: • Vloeistofverloop op drukzijde vrijgegeven Spuitvloeistof kan stromen. → • Omschakelkraan vergrendeld. → Handhendel niet draaibaar, keuze functie niet mogelijk. Vloeistofverloop op drukzijde geblokkeerd. • Spuitvloeistof kan niet stromen. → • Omschakelkraan ontgrendeld. →...
Pagina 60
Opbouw en werking van de basismachine Weergave aanzuigarmatuur (SA) Zuigen via zuigslang • Zuigen uit spuitvloeistoftank • • Zuigen uit spoelwatertank TwinTerminal De zuigarmatuur wordt elektrisch geschakeld via de TwinTerminal Omschakelkraan bron voor vulmengbak (QU) • Vloeistof uit zuigarmatuur voor vulmengbak gebruiken Vulwater van drukaansluiting voor •...
Pagina 61
Opbouw en werking van de basismachine Omschakelkraan drukvulling (FD) • Vulling spuitvloeistoftank ο Vulling spoelwatertank ο Afsluitkraan spuitvloeistoftank leegma- • UF02 BAG00225.5 06.23...
Opbouw en werking van de basismachine 5.2.1 Vulmengbak (1) Zwenkbare vulmengbak voor het ingieten, oplossen en inzuigen van gewasbeschermingsmiddelen en ureum. Capaciteit circa 60 l (2) Vergrendeling voor klapdeksel (3) Drukknop containerspoelsproeier (4) Klapdeksel in geopende toestand bruikbaar als ondergrond voor objecten Omschakelkraan EA (6) Hendel voor het zwenken van de vulmengbak naar gebruiks- of...
Opbouw en werking van de basismachine 5.2.2 Omschakelkranen op de vulmengbak Omschakelkraan (EA) • Uitwendige reiniging ο vulmengbak Preparaat oplossen via ο mengsproeier Omschakelkraan (EB) • ο Container reinigen / vulmengbak reinigen Spoelen via ringleiding ο UF02 BAG00225.5 06.23...
Opbouw en werking van de basismachine Steunen De machine is met 2 telescopeerbare steunen uitgevoerd. De machine mag alleen met beide uitgeschoven steunen in de parkeerpositie worden geplaatst. De steunen worden door handmatig trekken met een trekstang in de parkeerpositie of de transportpositie gebracht. •...
Opbouw en werking van de basismachine Snelkoppelsysteem Het snelkoppelsysteem is bedoeld voor het com- fortabel aanbouwen van de veldspuit aan de tractor. Topstang aan het snelkoppelsysteem gekoppeld en vergrendeld. (1) Topstang via pal naar voren geborgd. De geborgde stand door de pijl weergegeven (2) Topstang via borgnok naar achteren ge- borgd.
Opbouw en werking van de basismachine Cardanas De cardanas zorgt voor de krachtoverbrenging tussen tractor en machine. Cardanas • Cardanas Telespace (telescopeerbaar) • WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en onbedoeld wegrollen van tractor en machine! Koppel de cardanas alleen aan of af als de tractor en de machine beveiligd zijn tegen ongewenst starten of wegrollen.
Pagina 68
Opbouw en werking van de basismachine WAARSCHUWING Gevaar door grijpen en opwikkelen door onbeveiligde delen van de cardanas bij de krachtoverbrenging tussen tractor en aangedreven machine! Werk alleen met een volledig beveiligde aandrijving tussen tractor en aangedreven machine. • De onbeschermde delen van de cardanas moeten altijd door een veiligheidsschild aan de tractor en een veiligheidstrechter aan de machine beschermd zijn.
Opbouw en werking van de basismachine 5.6.1 Cardanas aankoppelen WAARSCHUWING Gevaar door beknelling of stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het aankoppelen van de cardanas! Koppel eerst de cardanas met de tractor, voordat u de machine aan de tractor koppelt. Zo zorgt u voor voldoende vrije ruimte voor een veilige koppeling van de cardanas.
Opbouw en werking van de basismachine 5.6.2 Cardanas afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar door beknelling of stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het afkoppelen van de cardanas! Koppel de machine van de tractor af voor u de cardanas van de tractor afkoppelt. Zo zorgt u voor voldoende vrije ruimte voor het veilige afkoppelen van de cardanas.
Opbouw en werking van de basismachine Hydrauliekaansluitingen Alle hydraulische slangleidingen zijn voorzien van grepen. • Op de grepen bevinden zich kleurmarkeringen met een markeringsgetal of -letter, om de betreffende hydraulische functie van de persleiding aan een tractorregeleenheid toe te kennen! Bij de markeringen is folie op de machine gelijmd, die de betreffende hydraulische functies verduidelijken.
Pagina 72
Opbouw en werking van de basismachine Profi-klapsysteem Omschrijving Werking Tractorregeleenheid Enkel- Rood Permanente oliecirculatie werkend Rood Drukloze retourleiding Rood Load-Sensing-stuurkabel WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt! Bij het aan- en afkoppelen van de hydraulische slangleidingen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn.
Opbouw en werking van de basismachine Olievolumestroom Afhankelijk van de machine-uitrusting (uitrusting a, b, c) heeft de ma- chine een bepaalde olievolumestroom nodig, die de tractor beschik- baar moet stellen. Kies de tractor zodanig, dat deze in het bedrijfspunt X op het veld en ook op de wendakker de benodigde olievolumestroom bij gemiddeld motortoerental beschikbaar stelt.
Opbouw en werking van de basismachine Controleer of de hydraulische oliën onderling compatibel zijn • voordat u de machine aansluit op het hydraulische systeem van de tractor. Meng geen minerale olie met biologische olie. • Neem de maximaal toelaatbare oliedruk van 210 bar in acht. •...
Opbouw en werking van de basismachine Bedieningsterminal / bedieningscomputer Veldspuiten met bedieningsterminal of AMASPRAY zijn uitgerust met een doorstroommeter. De afgifte wordt op de bedieningsterminal ingesteld. De bedieningsterminal stuurt een job-computer aan. Hierbij ontvangt de job-computer alle noodzakelijke informatie en verzorgt de oppervlaktegerelateerde regeling van de hoeveelheid [l/ha] afhankelijk van de ingevoerde hoeveelheid (ingestelde hoeveelheid) en de momentele rijsnelheid [km/h].
AmaPilot+ is een AUX-N-bedieningselement met vrij instelbare toetsindeling. Een standaard toetsindeling is voor elke Amazone-ISOBUS-machine vooringesteld. De functies zijn over 3 niveaus verdeeld en kunnen met een druk van de duim worden gekozen. Naast het standaardniveau kunnen twee aanvullende bedieningsniveaus worden geschakeld.
Opbouw en werking van de basismachine 5.10 Spuitvloeistoftank (1) Spuitvloeistoftank Het vullen van de spuitvloeistoftank gebeurt via • de zuigslang op de zuigaansluiting, • de drukaansluiting (2) Inspectiedeksel (3) Niveau-indicatie (4) Greep naar opstap (5) Onderhoudsplatform met ladder Inspectiedeksel • Om het deksel te openen, draait u het naar links en zwenkt u het open.
Opbouw en werking van de basismachine 5.10.2 Zuigslang voor vullen van de spuitvloeistoftank Volg de geldende voorschriften bij het vullen van de spuitvloeistoftank via de aanzuigslang uit open water (zie ook hoofdstuk "Werken met de machine", op pagina 143). (1) Zuigslang (2) Snelkoppeling (3) Zuigfilter voor de filtrering van het aangezogen water...
Opbouw en werking van de basismachine 5.11 Spoelwatertank (1) Spoelwatertank (2) Vulopening, ontluchting (3) Niveau-indicatie (4) Ontwatering In de spoelwatertank wordt helder water getransporteerd. Dit water dient voor het verdunnen van de resthoeveelheid in de spuitvloeistoftank bij • beëindiging van het spuitbedrijf. reinigen (spoelen) van de volledige veldspuit op het veld.
Opbouw en werking van de basismachine 5.12 Handwasinrichting Handwasinrichting (18 l) voor schoon water voor het reinigen van de handen of de spuitdoppen. (1) Handwastank (2) Afsluitkraan (3) Zeepdispenser (4) Uitloop Klap voor het gebruik van de handwasinrichting de vulmengbak naar beneden en open het deksel om het waswater op te kunnen vangen.
Opbouw en werking van de basismachine 5.13 Pompuitrusting Spuitpomp De spuitpomp stelt spuitvloeistof of water ter beschikking en heeft de volgende functies: • Spuiten van de spuitvloeistof • Omroeren van de spuitvloeistof • Reiniging van de spuit • Inspoelen van spuitmiddelen •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.14 Filteruitrusting Gebruik alle aanwezige filters. Reinig de filters regelmatig (zie • hiervoor hoofdstuk "Reiniging", op pagina 183). Een storingvrije werking van de veldspuit wordt alleen bereikt door een perfecte filtering van de spuitvloeistof. Een perfecte filtrering beïnvloedt in aanzienlijke mate het behandelingssucces van de gewasbeschermingsmaatregel.
Opbouw en werking van de basismachine 5.14.2 Zelfreinigend drukfilter Het zelfreinigende drukfilter verhindert het verstoppen van het • spuitdopfilter voor de spuitdoppen. • heeft een groter aantal gaatjes/inch dan het zuigfilter. Als er een hydraulisch roerwerk is ingeschakeld, dan wordt het binnenvlak van het drukfilterelement permanent doorspoeld, niet opgeloste spuitvloeistof- en vuildeeltjes worden terug naar de spuitvloeistoftank geleid.
Opbouw en werking van de basismachine 5.15 Buitenwasinrichting Buitenwasinrichting voor buitenreiniging van de veldspuit inclusief (1) slanghaspel, (2) 20 m drukslang, (3) spuitpistool Bedrijfsdruk: 10 bar Wateropbrengst: 18 l/min WAARSCHUWING Gevaar door uitstromen van vloeistoffen onder druk en verontreiniging met spuitvloeistof als het spuitpistool onvrijwillig wordt bediend! Beveilig het spuitpistool met de...
Opbouw en werking van de basismachine 5.16 Werkverlichting 2 varianten: • Separate stroomvoorziening vanuit tractor nodig, bediening via schakelkast. Voeding en bediening via ISOBUS. • Werkschijnwerper: LED-verlichting losse spuitmonden 5.17 Fronttank FT 1001/FT1502 De fronttank wordt aan de fronthydraulica van de tractor gemonteerd.
Opbouw en werking van de basismachine 5.18 Camerasysteem WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk of dodelijk letsel. Wanneer alleen het cameradisplay voor het manoeuvreren wordt gebruikt, kunnen personen of objecten over het hoofd worden gezien. Het camerasysteem is een hulpmiddel. Deze vervangt niet de opmerkzaamheid van de bestuurder over de directe omgeving.
Opbouw en werking van de basismachine 5.19 Persoonlijke beschermingsuitrusting safety kit De safety kit is de persoonlijke bescher- mingsuitrusting voor het omgaan met gewasbe- schermingsmiddelen in de vorm van de handige safety kit-koffer van AMAZONE. UF02 BAG00225.5 06.23...
Opbouw en werking van de spuitbomen Opbouw en werking van de spuitbomen WAARSCHUWING Gevaar voor persoonlijk letsel door botsing met spuitbomen door zijwaarts zwenken van de bomen bij het klappen • kantelen, optillen of neerlaten • Stuur personen weg uit de gevarenzone van de machine voordat u de spuitbomen bedient.
Pagina 89
Opbouw en werking van de spuitbomen Uit- en inklappen VOORZICHTIG Het is verboden om de spuitbomen tijdens het rijden in en uit te klappen. GEVAAR Houd bij het uit- en inklappen van de spuitbomen altijd voldoende afstand tot de bovengrondse leidingen! Contact met de bovengrondse leidingen kan dodelijke verwondingen veroorzaken.
Pagina 90
Opbouw en werking van de spuitbomen Werken met eenzijdig uitgeklapte spuitboom Toegelaten is het werken met eenzijdig uitgeklapte spuitboom • alleen met vergrendelde trillingsdemping. • alleen, indien de andere zij-arm als pakket uit de transportstand is geklapt (Super-S-spuitbomen). alleen voor het kortstondig passeren van hindernissen (boom, •...
Opbouw en werking van de spuitbomen Botsbeveiligingen De botsbeveiligingen beschermen de spuitbomen tegen beschadigingen als de buitenarmen vaste hindernissen raken. De betreffende kunststofklem (1) maakt het uitwijken van de buitenarm rond de scharnieras (2) in en tegen rijrichting mogelijk – met automatisch terugbrengen naar de werkstand.
Pagina 92
Opbouw en werking van de spuitbomen Afstandhouder De afstandhouders voorkomen een botsing van de spuitbomen met de bodem. Bij gebruik van bepaalde spuitdoppen liggen de afstandhouders in de spuitkegel. In dit geval de afstandhouder horizontaal op de drager bevestigen. Vleugelmoer gebruiken. UF02 BAG00225.5 06.23...
Opbouw en werking van de spuitbomen Super-S-spuitbomen Overzicht – Super-S-spuitbomen Deelbreedteschakeling (alternatief (1) Spuitleidingen afzonderlijke spuitdopschakeling) (2) Transportvergrendeling (3) Ont- en vergrendelbare trillingsdemping (11) Motorkleppen voor het in- en uitschakelen van de deelbreedten (bedieningsarmatuur) (4) Doorstromingsmeter voor het bepalen van de dosering [l/ha] (alleen bij (12) Bypassklep hoeveelheidsregeling)
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.1.1 Transportborging ont- en vergrendelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten van personen als de in transportpositie omhoog gezwenkte spuitbomen bij het transporteren onvoorzien uitklappen! Vergrendel het in de transportstand geklapte spuitboompakket voor een transportrit met de transportvergrendeling in de transportpositie.
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.1.2 Super-S -spuitbomen, klappen via tractorregeleenheid Profi-systeem: zie de handleiding van de software ISOBUS. Afhankelijk van de uitrusting moet u op de bedieningsterminal de voorkeuzetoets "Spuitbomen klappen" bedienen, voordat u de tractorregeleenheid groen bediend, om de spuitbomen uit te klappen. Zie de handleiding van de software ISOBUS! Spuitbomen uitklappen: 1.
Pagina 96
Opbouw en werking van de spuitbomen Werken met eenzijdig uitgeklapte spuitboom Alleen mogelijke met hydraulische voorinstelling in- en uitklappen! Zie de handleiding van de software ISOBUS. De spuitbomen zijn volledig uitgeklapt 1. Bedien tractorregeleenheid geel. → Spuitboom in een middelste hoogtepositie optillen. →...
Opbouw en werking van de spuitbomen Q-plus-spuitboom Overzicht – Q-plus-spuitboom (1) Spuitboomdragerframe voor de (8) Doorstromingsmeter voor de bepaling van de hoogteverstelling van de spuitboom dosering [l/ha] (alleen bij hoeveelheidsregeling) (2) Spuitleidingen (9) Terugstroommeter voor de bepaling van de (3) Middelste gedeelte van spuitboom naar de spuitvloeistoftank teruggevoerde (4) Transportvergrendeling voor het spuitvloeistof (alleen met bedieningsterminal)
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.2.1 Transportbeveiliging ont- en vergrendelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten van personen kan ontstaan als de in transportstand ingeklapte spuitboom tijdens het transport onbedoeld uitklapt! Vergrendel de samengevouwen spuitboom met de transportbeveiliging in transportstand voordat u transportritten uitvoert! Transportbeveiliging ontgrendelen Til de samengevouwen spuitboom via de...
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.2.2 Q-plus -spuitboom, in- en uitklappen via tractorregeleenheid Afhankelijk van de uitrusting moet op de bedieningsterminal de voorkeuzetoets "Spuitboom in- / uitklappen" worden ingedrukt voordat de tractorregeleenheid groen wordt bediend om de spuitboom uit te klappen.
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.2.3 Eénzijdig werken met rechterspuitboomarm De spuitboom is volledig uitgeklapt. 1. Bedien tractorregeleenheid groen totdat → de linkerspuitboomarm volledig is opgevouwen. De trillingsdemping vergrendelt automatisch vóór het opvouwen van de linkerspuitboomarm. 2. Bedien tractorregeleenheid geel. Stel de spuithoogte van de spuitboom zodanig in dat de →...
Opbouw en werking van de spuitbomen Reduceerstuk op buitenarm Via het reduceerstuk kan het buitenste element handmatig worden ingeklapt om de werkbreedte te verminderen. Situatie 1: Aantal spuitdoppen buitenste Aantal spuitdoppen op klapbare deelbreedte buitenelement → Bij het spuiten met verminderde werkbreedte de buitenste deelbreedten uitgeschakeld houden.
Opbouw en werking van de spuitbomen Boomreductie Met de boomreductie kunnen afhankelijk van de uitvoering één of twee armen tijdens gebruik ingeklapt blijven. Bovendien moet de hydrauliektank worden ingeschakeld. Op de boordcomputer moeten de betreffende deelbreedten worden uitgeschakeld. (1) Boomreductie (2) Hydrauliektank Optie bij UF02 (A) Afsluitkraan geopend (B) Afsluitkraan gesloten...
Opbouw en werking van de spuitbomen Sensoren van de boom: Bij gereduceerde werkbreedte altijd de buitenste sensor met 180° verdraaid inbouwen en de binnenste losmaken. DistanceControl plus: de binnenste sensor losmaken. ContourControl: Afstandssensoren deactiveren (ISOBUS-Software) Boomuitbreiding De boomuitbreiding vergroot de werkbreedte traploos tot 1,20 meter. (1) Boomuitbreiding in de transportstand (2) Boomuitbreiding in de werkpositie (3) Afsluitkraan voor buitenste spuitdop...
Opbouw en werking van de spuitbomen Hydraulische hellingverstelling Parallel t.o.v. de grond resp. het doelvlak kan de spuitboom worden uitgelijnd via de hydraulische hellingverstelling in geval van ongunstige bodemomstandigheden, bijv. bij verschillend diepe sporen of eenzijdig rijden in een voor. De weergave volgt op de bedieningsterminal.
Opbouw en werking van de spuitbomen Spuitleidingen Spuitleidingen met deelbreedtekleppen Spuitleidingen met deelbreedtekleppen en drukcirculatiesysteem DCS Spuitleidingen met afzonderlijke spuitdopschakeling en drukcirculatiesysteem DCS Pro (1) Doorstromingsmeter (6) Afsluitkraan DCS (2) Terugstroommeter (7) Overdrukklep (3) Deelbreedteklep (8) Terugslagklep (4) Bypass-klep voor kleine spuithoeveelheden (9) Overdrukklep (5) Leiding drukcirculatie UF02 BAG00225.5 06.23...
Pagina 106
Opbouw en werking van de spuitbomen Drukcirculatiesysteem DUS Deelbreedteschakeling: drukcirculatiesysteem bij toepassing van sleepslangen uitschakelen. Het drukcirculatiesysteem maakt een permanente vloeistofcirculatie in • de spuitleiding mogelijk. • kan naar keuze met spuitvloeistof of spoelwater worden gebruikt. reduceert de onverdunde resthoeveelheid •...
Opbouw en werking van de spuitbomen Spuitdoppen (1) Spuitdophouder met bajonetaansluiting ο Versie veerelement met schuif ο Versie veerelement geschroefd (2) Membraan. Daalt de druk in de spuitleiding onder ca. 0,5 bar, dan drukt het veerelement (3) het membraan op de membraanzitting (4) in de spuitdophouder.
Pagina 108
Opbouw en werking van de spuitbomen 3-voudige spuitdoppen (optie) Gevoed wordt de verticaal staande spuitdop. 4-voudige spuitdoppen (optie) De pijl markeert de verticale spuitdop die wordt gevoed. De 4-voudige spuitdop kan met een 25 cm spuitdophouder worden uitgerust. Zo wordt een spuitdopafstand van 25 cm gerealiseerd.
Pagina 109
Opbouw en werking van de spuitbomen 25 cm spuitdophouder monteren. Wanneer de 25 cm spuitdophouder niet wordt gebruikt, de toevoer met doppen sluiten. UF02 BAG00225.5 06.23...
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.9.2 Randsproeiers Grensspuitdoppen, elektrisch of handmatig Met de schakeling voor de grensspuitdoppen wordt de laatste spuitdop uitgeschakeld en een randspuitdop 25 cm verder naar buiten (precies op de perceelgrens) elektrisch ingeschakeld. Schakeling eindspuitdop, elektrisch Met de schakeling voor de eindspuitdop worden maximaal drie van de buitenste spuitdoppen aan de perceelranden bij de slootkant vanuit de tractor elektrisch uitgeschakeld.
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.10 Automatische afzonderlijke sproeierschakeling Door de elektrische afzonderlijke spuitdopschakeling kunnen 50 cm deelbreedten afzonderlijk worden geschakeld. In combinatie met de automatische deelbreedteschakeling Section Control kunnen de overlappingen tot een minimum worden beperkt. 6.10.1 Afzonderlijke spuitdopschakeling AmaSwitch Elke spuitdop kan via Section Control afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld.
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.11 Speciale uitrusting voor vloeibare kunstmest Voor de toediening van vloeibare kunstmest staan er momenteel in wezen twee verschillende soorten vloeibare kunstmest ter beschikking: Ammoniumnitraat-ureumoplossing (AHL) met 28 kg N • per 100 kg AHL. Een NP-oplossing 10-34-0 met 10 kg N en 34 kg P •...
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.11.2 7-gaats-spuitdoppen / FD-spuitdoppen Voor het gebruik van de 7-gaats-spuitdoppen / FD-spuitdoppen gelden dezelfde voorwaarden als voor de 3-gaats-spuitdoppen. In tegenstelling tot bij de 3-gaats-spuitdop zijn bij de 7-gaats-spuitdop / FD-spuitdop de uitlaatopeningen niet naar onderen gericht, maar zijwaarts.
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.11.3 Sleepslangsysteem voor vloeibare meststof (1) Genummerde, afzonderlijke sleepslang-deelbreedten met 25 cm spuitdop- en slangafstand. De nr. 1 is links buiten gemonteerd, nr. 2 daarnaast, enz. (2) Vleugelmoeren ter bevestiging van het sleepslangsysteem. (3) Stulpstekkerverbinding voor het aankoppelen van de slangen. (4) Metalen gewichten;...
In bedrijf stellen In bedrijf stellen Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over • het in bedrijf stellen van uw machine. • de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten/aankoppelen. Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze •...
In bedrijf stellen Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! • Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de tractor koppelt.
In bedrijf stellen 7.2.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van de [kg] Voorasbelasting van de lege tractor tractor/keuringsbrief [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Totale gewicht van de aangehangen zie technische gegevens machine of gewicht achter frontaanbouwmachine of frontgewicht [kg]...
In bedrijf stellen 7.2.1.2 Berekening van het vereiste minimale ballastgewicht voor G om de V min bestuurbaarheid te waarborgen • − • • • Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (pagina 119) 7.2.1.3 Berekening van de werkelijke voorasbelasting T V tat...
Pagina 119
In bedrijf stellen 7.2.1.7 Tabel Daadwerkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens draagvermogen bedieningshandleiding (twee banden) van tractor Minimaal ballastgewicht voor/achter Totaalgewicht ≤ Voorasbelasting ≤ ≤ Achterasbelasting ≤ ≤ Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de • toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
In bedrijf stellen Montage van de cardanas VOORZICHTIG Gebruik alleen de door AMAZONE voorgeschreven • cardanas! Monteer de cardanas alleen bij niet aangebouwde veldspuit • en lege tanks. 1. Ingaande as (1) van de pomp reinigen en invetten. 2. Veerpen (1) van de cardanas indrukken.
In bedrijf stellen Lengte van de cardanas op de tractor aanpassen WAARSCHUWING Gevaar door beschadigde en/of defecte, weggeslingerde onderdelen • voor het bedieningspersoneel/derden kan ontstaan, wanneer de koppelingsas bij het optillen/neerlaten van de aan de tractor gekoppelde machine stuikt of uit elkaar wordt getrokken, omdat de lengte van de as verkeerd is aangepast.
Pagina 122
In bedrijf stellen WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door het per ongeluk wegrollen van de tractor en de aangekoppelde machine! • verlagen van de opgetilde machine! • Beveilig de tractor en de machine tegen het per ongeluk starten, wegrollen en de opgetilde machine tegen het per ongeluk naar beneden komen, voor u voor het aanpassen van de cardanas de gevarenzone tussen tractor en opgetilde machine betreedt.
In bedrijf stellen Tractor/machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van •...
In bedrijf stellen Hydraulisch systeem instellen Profi-systeem: het hydrauliekblok bevindt zich rechtsvoor op de machine achter de afdekplaat. • Stem absoluut de hydraulische systemen van tractor en machine op elkaar af. De instelling van het hydraulische systeem van de machine volgt •...
Pagina 125
In bedrijf stellen (1) Open-Center hydraulisch systeem met constante doorstroompomp (tandwielpomp) of verstelpomp. → Instelling B kiezen. Verstelpomp: stel op de tractorregeleenheid de maximaal benodigde oliehoeveelheid in. Wanneer de oliehoeveelheid te gering is kan de correcte werking van de machine niet worden gegarandeerd.
Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken tussen de achterzijde van de tractor en de machine bij het aan- en afkoppelen van de machine. Bedien de bedieningshendels voor de driepuntshydraulica van de tractor alleen vanaf de daarvoor bestemde werkplek. •...
Pagina 127
Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, vastgrijpen, intrekken en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor! • Gebruik de daartoe bestemde inrichtingen om de tractor en machine in overeenstemming met de voorschriften aan elkaar te koppelen.
Pagina 128
Machine aan- en afkoppelen VOORZICHTIG Gevaar voor botsing van de parkeerinrichting met het tractorwiel. Controleer voor het rijden of in alle aanbouwposities voldoende plaats tussen tractor en machine aanwezig Het parkeerwiel moet altijd vrij kunnen draaien. 1. De tractortrekstangen op gelijke hoogte instellen.
Machine aan- en afkoppelen 8.1.1 Machines met snelkoppelsysteem koppelen VOORZICHTIG Beschadiging van de machine bij het aankoppelen. Bij gebruik van het snelkoppelsysteem mag de topstangpen voor de normale driepuntsaanbouw niet zijn gemon- teerd! GEVAAR Gevaar voor ongevallen door het loskomen van de topstangverbin- ding.
Pagina 130
Machine aan- en afkoppelen 4. Topstang aan de machinezijde koppelen. 5. Voedingsleidingen koppelen. 6. Cardanas aankoppelen. 7. Hendel voor de latere borging van de borg- nok optillen. 8. Tractor naar de machine rijden tot het kop- pelsysteem de topstang met de pal ver- grendelt.
Machine aan- en afkoppelen Machine afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar door kantelen van de afgekoppelde machine. Zet de steunen in de steunstand, voordat u de machine • loskoppelt. Zet de afgekoppelde machine altijd met lege tank op een vlakke • en stevige ondergrond. WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk of dodelijk letsel Stuur iedereen weg uit de gevarenzone tussen tractor en...
Machine aan- en afkoppelen 8.2.1 Machines met snelkoppelsysteem afkoppelen De steunen moeten in de parkeerstand staan, om de machine van de tractor te kunnen afkoppelen. 1. Hendel voor het ontgrendelen van de borg- nok neerlaten. 2. Steunen in parkeerpositie zetten. →...
Transportritten Transportritten WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onbedoeld losgaan van de aangebouwde machine! Controleer vóór transportritten visueel of de hefpennen voor hefstangen en topstang met de veerclip tegen onbedoeld loskomen beveiligd zijn. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en...
Pagina 134
Transportritten WAARSCHUWING Gevaar voor vallen bij het zonder toestemming meerijden op de machine! Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine en/of op rijdende machines te laten stappen. Stuur personen van het laadterrein voordat u met de machine gaat rijden.
TwinTerminal voor Comfort-pakket op het bedieningsveld TwinTerminal voor Comfort-pakket op het bedieningsveld Via de TwinTerminal wordt de meerwegklep op de aanzuigzijde elektrisch geschakeld. Standaardaanzicht van de TwinTerminal Weergave niveau • spuitvloeistoftank en roerstand Weergave niveau spoelwatertank. • Voor de bediening staan 4 knoppen ter beschikking.
Pagina 136
TwinTerminal voor Comfort-pakket op het bedieningsveld Schema TwinTerminal 2000 maximaal vulpeil 1250 L actueel vulpeil Hoofdmenu: Uit spoelwatertank Uit spuitvloeistoftank Drukfilter reinigen zuigen zuigen (spuitmodus) (reiniging, verdunnen) Standaard Circulatiereiniging (voor reiniging met Zuigvulling reinigingsmiddel) Roerwerk instellen Drukvulling Toetsen in het hoofdmenu functies in hoofdmenu kiezen.
Pagina 137
TwinTerminal voor Comfort-pakket op het bedieningsveld Toetsen in het instelmenu waarde verkleinen/vergroten. Invoer bevestigen terug UF02 BAG00225.5 06.23...
Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken "Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine", • vanaf pagina 18 en "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener", vanaf pagina 30. •...
Pagina 139
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onbedoeld losgaan van de aangebouwde machine! Controleer vóór elk gebruik van de machine door middel van een visuele controle of de bouten van de topstang en trekstang met de lunspen zijn geborgd.
Pagina 140
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar door onbedoeld contact met gewasbeschermingsmiddelen / spuitvloeistof! Draag een persoonlijke beschermingsuitrusting, • ο bij het aanmaken van de spuitvloeistof. bij het reinigen / vervangen van de spuitdoppen bij ο spuitbedrijf. bij alle werkzaamheden voor het reinigen van de veldspuit ο...
Werken met de machine 11.1 Spuiten voorbereiden Voor het nauwkeurig toedienen van • gewasbeschermingsmiddelen moet de veldspuit in goede staat zijn. Laat de veldspuit regelmatig op de testbank testen. Verhelp eventuele storingen meteen. • Zorg voor de correcte filteruitrusting. Reinig de veldspuit altijd voor u een ander •...
Werken met de machine 11.2 Spuitvloeistof aanmaken Spuitvloeistof aanmaken met de TwinTerminal op het bedieningspaneel. WAARSCHUWING Gevaar voor de gezondheid door onvrijwillig contact met gewasbeschermingsmiddelen en / of spuitvloeistof! Spoel het gewasbeschermingsmiddel principieel via de • vulmengbak in de spuitvloeistoftank. Zwenk de vulmengbak op de vulpositie voor u •...
Pagina 143
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar voor personen / dieren door onvrijwillig contact met spuitvloeistof bij het vullen van de spuitvloeistoftank! Draag persoonlijke beschermingsuitrusting wanneer u • gewasbeschermingsmiddelen verwerkt / spuitvloeistof uit de spuitvloeistoftank aftapt. De benodigde persoonlijke beschermingsuitrusting is afhankelijk van de voorschriften van de fabrikant, de productinformatie, de gebruiksaanwijzing, het veiligheidsgegevensblad of de gebruiksaanwijzing van het te gebruiken gewasbeschermingsmiddel.
Werken met de machine Bereken zorgvuldig de benodigde hoeveelheid spuitvloeistof of • de navulhoeveelheid om de restvloeistof na het spuiten te beperken, omdat een milieuvriendelijke verwerking van de restvloeistof erg moeilijk is. ο Gebruik voor de berekening van de benodigde navulhoeveelheid voor de laatst spuitvloeistoftankvulling de "Vultabel voor resterende oppervlakken".
Pagina 145
Werken met de machine Doe wateroplosbare foliezakjes bij lopend roerwerk direct in de • spuitvloeistoftank. • Los het ureum voor het spuiten door rondpompen van vloeistof volledig op. Bij het oplossen van grotere hoeveelheden ureum ontstaat een sterke temperatuurdaling van de spuitvloeistof, hierdoor lost het ureum slechts langzaam op.
Werken met de machine 11.2.1 Vul- en navulhoeveelheden berekenen Gebruik voor de berekening van de benodigde navulhoeveelheid voor de laatst spuitvloeistoftankvulling de "Vultabel voor resterende oppervlakken", op pagina 147. Voorbeeld 1: Gegeven zijn: Nominaal volume tank 1200 l Resthoeveelheid in de tank Benodigde hoeveelheid water 400 l/ha Benodigde hoeveelheid...
Werken met de machine Berekeningsformule en antwoord op vraag 1: Benodigde hoeveelh. water [l] x concentratie [%] Hoeveelheid preparaat [l of kg] (1200 – 200) [l] x 0,15 [%] 1,5 [l of kg] Berekeningsformule en antwoord op vraag 2: Beschikbare spuitvloeistof [l] – resthoeveelheid [l] te behandelen oppervlak [ha] Benodigde hoeveelheid water [l/ha] 1200 [l] (nominaal volume tank) –...
Werken met de machine 11.3.2 Spuitvloeistoftank vullen via de zuigaansluiting Vul bij voorkeur vanuit een geschikte container en niet vanuit openbare wateraftappunten. Volg de voorschriften bij het vullen van de spuitvloeistoftank via de aanzuigslang uit open water. Om beschadigingen aan de pomp te vermijden bij aanzuigvulling: Een doorlopende minimumdiameter van de aanzuigslangen / kranen van 2 inch in acht nemen.
Werken met de machine 1. Bepaal de exacte watervulhoeveelheid (zie hiervoor hoofdstuk "Vul- resp. bijvulhoeveelheden berekenen, op pagina 146). 2. Zuigslang verbinden met de zuigaansluiting en het wateraftappunt. 3. Pomp starten. 4. Drukarmatuur DA in positie 5. Omschakelkraan IJ in positie 0. 6.
Pagina 151
Werken met de machine Onderbreek het vullen als het inspoelen niet afgesloten kan zijn voor het gewenste niveau bereikt is. → Drukarmatuur blokkeren. (bij FlowControl niet mogelijk) 9. Kort voor het bereiken van het gewenste niveau: Omschakelkraan IJ in positie Na het vullen: 10.
Pagina 152
Werken met de machine Speciale functie: spoelwatertank tijdens het vullen van de spuitvloeistoftank met zuigslang vullen. WAARSCHUWING Contaminatie van de spoelwatertank met spuitmiddel bij het vullen via de zuigslang met de spuitpomp. De volgende volgorde moet worden aangehouden! 1. Machine reinigen. 2.
Werken met de machine 11.3.3 Spuitvloeistoftank vullen via drukaansluiting VOORZICHTIG • Maximaal toegestane waterdruk: 8 bar • Bij een vulcapaciteit meer dan 500 l/min het deksel van de spuitvloeistoftank tijdens het vullen open houden. Het is anders mogelijk dat de spuitvloeistoftank wordt beschadigd.
Werken met de machine 11.3.4 Roerwerk instellen Stel het roerwerk voor het inspoelen in. 1. TwinTerminal: roerwerk kiezen (zie schema TwinTerminal). 2. Gewenste roerstand kiezen en bevestigen. De roerstand wordt op de → TwinTerminal weergegeven. UF02 BAG00225.5 06.23...
Werken met de machine 11.4 Preparaten doseren GEVAAR Gevaar voor lichamelijk letsel door contact met spuitmiddelen en spuitvloeistof. Draag beschermende uitrusting. Doseer het preparaat tijdens het vullen via de vulmengbak in de spuitvloeistoftank. Tijdens de zuigvulling: TwinTerminal: • kiezen. • Drukarmatuur DA in positie •...
Pagina 156
Werken met de machine 1. Deksel vulmengbak openen. 2. Zeef in vulmengbak: ο Gebruiken voor vloeibare preparaten. ο Niet gebruiken voor poedervormige preparaten. 3. Omschakelkraan IJ in positie (afzuigintensiteit is instelbaar). 4. Poedervormige preparaten: omschakelkraan EA in positie Vloeibare preparaten: omschakelkraan EB in positie 5.
Pagina 157
Werken met de machine Container reinigen 1. Omschakelkraan EB in positie 2. Het vat over de vatspoeling stulpen.. Eerst positie 1, dan positie 2. 3. Vat minstens 30 sec. naar onderen drukken. Vat wordt met water gespoeld. → Zuigvulling Drukarmatuur DA: positie kiezen om de capaciteit van de containerspoeling te verhogen.
Werken met de machine 11.5 Spuitmiddel uit container afzuigen (Closed Transfer System) 1. Pomp starten. 2. Spuitmiddelcontainer met druppelvrije snelkoppeling koppelen. 3. Spoelaansluiting koppelen. 4. Omschakelkraan QU in stand • Vloeistof uit zuigarmatuur voor vulmengbak gebruiken • Vulwater van drukaansluiting voor vulmengbak gebruiken 5.
Werken met de machine 11.6 Spoelwatertank vullen via drukaansluiting WAARSCHUWING Niet toegelaten contaminatie van de schoonwatertank met gewasbeschermingsmiddelen of spuitvloeistof! Vul de schoonwatertank alleen met helder water, nooit met gewasbeschermingsmiddelen of spuitvloeistof. Let erop dat bij het gebruik van de veldspuit altijd voldoende helder water wordt meegenomen.
Werken met de machine 11.7 Spuiten Bijzondere aanwijzingen voor het spuiten Controleer de veldspuit door de afgifte te meten • voor de begin van het seizoen ο bij afwijkingen tussen de werkelijk weergegeven spuitdruk ο en de volgens de spuittabel vereiste spuitdruk. •...
Pagina 161
Werken met de machine • Neem aanvullende maatregelen voor het verminderen van de drift bij windsnelheden van 3 m/s (zie hiervoor hoofdstuk "Maatregelen ter vermindering van drift", pagina op pagina 165)! Een gelijkmatige dwarsverdeling wordt alleen bij een • ontgrendelde trillingsdemping bereikt. •...
Pagina 162
Werken met de machine Speciale instructies voor spuitboombelasting De toegestane spuitboombelasting mag niet worden overschreden, omdat dit de spuitbomen kan beschadigen. Voor een spaarzaam rijgedrag houd u de volgende instructies aan: Rijsnelheid voor de wendakker duidelijk verminderen en de • bocht met een constante snelheid nemen.
Werken met de machine 11.7.1 Spuitvloeistof verspreiden Controleer voor het spuiten de volgende machinegegevens op • de bedieningsterminal de waarden voor het toegestane spuitdrukbereik van de in ο de spuitbomen ingebouwde spuitdoppen. de waarde "impulsen per 100 m". ο Neem de nodige maatregelen als tijdens het spuiten een •...
Werken met de machine 1. Spuitvloeistof volgens de voorschriften conform de instructies van de fabrikant van het gewasbeschermingsmiddel aanmaken en mengen. 2. Drukarmatuur DA in positie 3. Zuigarmatuur SA in positie 4. De bedieningsterminal inschakelen en instellingen controleren. → Veldspuit bedienen via het menu werk. 5.
Werken met de machine 11.7.3 Maatregelen ter vermindering van drift Het spuiten naar 's morgens vroeg of 's avonds laat verleggen • (over het algemeen waait het dan minder). • Grotere spuitdoppen en hogere waterdoseringen gebruiken. • Spuitdruk verlagen. • Boomwerkhoogte exact in acht nemen, omdat met toenemende spuitdopafstand tot de grond het driftgevaar sterk stijgt.
Werken met de machine 11.7.5 Continue inwendige reiniging Via de continue inwendige reiniging wordt een voorreiniging van de spuitvloeistoftank voor de eigenlijke reiniging uitgevoerd. Aan het einde van het gebruik kan de continue inwendige reiniging tijdens het spuiten worden bijgeschakeld. •...
Werken met de machine 11.8 Resthoeveelheden Er zijn drie soorten resthoeveelheden: In de spuitvloeistoftank achterblijvende, overtollige • resthoeveelheid na afloop van het spuiten. De overtollige resthoeveelheid wordt verdund verwerkt of → afgepompt en afgevoerd. Technische resthoeveelheid die bij een spuitdrukdaling van 25% •...
Werken met de machine 11.8.1 Uitspuiten van de verdunde resthoeveelheid na het spuiten 1. Spuiten uitschakelen op de bedieningsterminal. 2. Pomp starten. 3. Resthoeveelheid verdunnen met de 10-voudige hoeveelheid spoelwater. 4. Roerwerken uitschakelen. 5. Spuiten op de bedieningsterminal inschakelen. Spuit indien mogelijk eerst de onverdunde spuitvloeistof uit de →...
Machine na het gebruik reinigen Machine na het gebruik reinigen • Houd de inwerkingsduur zo kort mogelijk, bv. door het dagelijks reinigen na het spuiten. Laat de spuitvloeistof niet onnodig lang in de spuitvloeistoftank, bijvoorbeeld niet gedurende de nacht. Levensduur en betrouwbaarheid van de veldspuit hangen in hoofdzaak van de inwerkingsduur van het gewasbeschermingsmiddel op de materialen van de veldspuit af.
Machine na het gebruik reinigen 12.1 Snelle reiniging van de lege veldspuit 1. Pomp starten. 2. Controle drukarmatuur: positie Bedieningsterminal, menu reinigen: SNELREINIGING Aan volgende voorwaarden moet zijn voldaan: 3. Aan de voorwaarden moet zijn voldaan. Vergelijk de gewenste waarden met de actuele waarden.
Machine na het gebruik reinigen 12.2 Intensieve reiniging van de lege veldspuit 1. Pomp starten. Bedieningsterminal, menu reinigen: SNELREINIGING Aan volgende voorwaarden moet zijn voldaan: 2. Aan de voorwaarden moet zijn voldaan. Vergelijk de gewenste waarden met de actuele waarden. 3.
Machine na het gebruik reinigen 12.2.1 Aftappen van de laatste resthoeveelheid Op het veld: laatste resthoeveelheid op het veld aflaten. • → Houd de wettelijke voorschriften aan. Op het erf: • Geschikt opvangvat onder de uitlaatopening van de ο zuigarmatuur plaatsen en de laatste resthoeveelheid opvangen.
Machine na het gebruik reinigen 12.3 Chemische reiniging uitvoeren. De chemische reiniging is geadviseerd voor een kritieke • preparaatwissel en voor een langere buitenbedrijfstelling. Chemische reiniging uitvoeren na de intensieve reiniging. • 1. Machine reinigen. 2. Spuitvloeistoftank met 100 l water vullen en reinigingsmiddel toevoegen volgens de instructies van de fabrikant.
Machine na het gebruik reinigen 12.4 Zuigfilter reinigen Reinig de zuigfilter dagelijks na het reinigen van de veldspuit. • Smeer de O-ringen met vet. • Let op een correcte inbouw van de O-ringen. • Zorg bij de montage voor dichtheid Zuigfilter reinigen bij gevulde tank 1.
Machine na het gebruik reinigen 12.5 Drukfilter reinigen Eerste vulmengbak naar beneden klappen. • Smeer de O-ringen met vet. • Let op een correcte inbouw van de O-ringen. • Let bij de montage op de juiste positie van de filterhouder. •...
Pagina 176
Machine na het gebruik reinigen 4. Opvangemmer onder de afvoeropening plaatsen. 5. Drukfilter aftappen via afsluitkraan DE. 6. Wartelmoer losmaken. Drukfilter uitnemen, bevestigen. Gereinigde drukfilter weer monteren, bevestigen. 9. Daarna de bedieningselementen weer op de beginpositie zetten. UF02 BAG00225.5 06.23...
Machine na het gebruik reinigen 12.6 Reiniging van de spuit bij een gevulde spuitmiddeltank (werkonderbreking) 1. Bedieningsterminal: menu reinigen. Tijdens het rijden op het veld de spuitbomen spoelen. Verspreiden van de sproeivloeistof markeren. 2. Spuitbomen spoelen. 2.1 Vertrekken. > Start spuitbomen spoelen.
Machine na het gebruik reinigen 12.7 Reiniging buitenzijde UF met fronttank, FlowControl moet zijn uitgeschakeld, anders wordt de concentratie in de fronttank verdund. 1. Pomp starten. 2. TwinTerminal: spoelwater kiezen. 3. Indien vooraf geen interne reiniging is uitgevoerd: Omschakelkraan DA gedurende 30 seconden op positie spoelwater ter beschikking staat.
Storingen Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van • de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen • van de machine. onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine •...
Pagina 180
Storingen Storing Oorzaak Oplossing Er komt geen vloeistof uit de Spuitdoppen zijn verstopt. Verhelp de verstopping, zie pagi- spuitdoppen. na 210. Verhelp de verstopping. Pomp zuigt niet aan Verstopping aan de zuigzijde (zuigfilter, filterelement, zuigslang). Controleer de slangverbinding Pomp zuigt lucht aan. voor de zuigslang (speciale uitrusting) aan de zuigaansluiting op dichtheid.
Reiniging, onderhoud en reparatie Reiniging, onderhoud en reparatie WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van • de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen •...
Pagina 182
Gebruik alleen originele AMAZONE-reserveonderdelen (zie • hiervoor hoofdstuk "Reserveonderdelen, slijtagedelen en hulpmaterialen", pagina 17). Gebruik alleen AMAZONE originele-reserveslangen en bij de • montage alleen slangklemmen van V2A. Speciale vakkennis is de voorwaarde voor het uitvoeren van • controle- en onderhoudswerkzaamheden. Deze vakkennis wordt in het kader van deze gebruiksaanwijzing niet overgedragen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.1 Reinigen Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen zeer • zorgvuldig! • Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen nooit met benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën. Na het schoonmaken de machine doorsmeren, vooral na het • reinigen met een hogedrukspuit of stoomcleaner of vet oplossende middelen.
Er is 60 l antivries nodig. AMAZONE adviseert overwinteren met een antivries op propyleenglycol-basis (bijv. Glysofor L). Vloeibare meststof is als vorstbescherming niet geschikt en kan de machine beschadigen.
Pagina 185
Reiniging, onderhoud en reparatie Antivries verdelen: 12. TwinTerminal: spuitvloeistoftank zuigen. 13. Antivries in gehele vloeistofcircuit rondpompen. Daarvoor de drukkraan DA in de volgende positie zetten: Inwendige reiniging (30 seconden) • Uitwendige reiniging in de • vulmengbak spuiten (10 seconden). • en posities op omschakelkraan IJ wijzigen.
Pagina 186
Reiniging, onderhoud en reparatie Antivries via spuitdoppen uitbrengen: 15. Spuitbomen uitklappen. 16. TwinTerminal: (spuitvloeistof zuigen) kiezen. 17. Spuiten inschakelen tot antivries uit de spuitdoppen komt. Deelbreedteschakeling: meerdere keren in- • en uitschakelen 18. Grensspuitdoppen/randspuitdoppen schakelen. Uitgespoten spuitvloeistof opvangen! Uitgespoten spuitvloeistof controleren op voldoende antivries! Eventueel opnieuw antivries bijvullen en actie herhalen.
Pagina 187
Reiniging, onderhoud en reparatie 22. Handwasinrichting ontwateren en kraan open laten. 23. Bewaar manometers en andere elektroni- sche accessoires vorstvrij! 24. Olie van de pompen verversen voor deze opnieuw in gebruik worden genomen. 25. Spoelwaterpomp via de bovenste aanslu- iting met een beetje plantaardige olie con- serveren.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.3 Smeervoorschrift Smeermiddelen Gebruik voor het smeren een multipurpose vet op basis van verzeept lithium met EP-additieven. Bedrijf Naam smeermiddel ARAL Aralub HL 2 FINA Marson L2 ESSO Beacon 2 SHELL Retinax A Cardanas smeren In de winter moeten de beschermbuizen worden ingevet om vastvriezen te voorkomen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.4 Opgetilde spuitbomen borgen Borg de spuitbomen met pennen tegen onbedoeld neerkomen, voordat u werkzaamheden onder de spuitbomen gaat uitvoeren. 1. Spuitbomen tot iets boven de instelpositie optillen. 2. Spuitbomen met pen (1) borgen. Deze borging is alleen bedoeld voor kortstondig verblijf onder de spuitbomen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.5 Onderhouds- en verzorgingsschema – overzicht Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn • is bereikt. • Tijdsintervallen, loopuren van de motor of service-intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Dagelijks Onderhoudswerkzaamheid Zie blz.
Pagina 191
Reiniging, onderhoud en reparatie Jaarlijks / 1000 bedrijfsuren Onderhoudswerkzaamheid Zie blz. Onderdeel Vakwerkplaats • Olie verversen elke 500 bedrijfsuren Ventielen controleren, evt. • Pompen vervangen • Zuigermembranen controleren, indien nodig vervangen Oliefilter Vervangen • • Kalibreer de doorstromingsmeter Debiet- en terugstroommeter Terugstroommeter kalibreren •...
Vervang beschadigde en verouderde hydraulische slangen! • Gebruik alleen originele AMAZONE hydraulische slangen! Gebruik hydraulische slangen niet langer dan zes jaar. Ook bij • correcte opslag en belasting zijn de slangen en slangkoppelingen onderhavig aan een natuurlijke veroudering, daarom is de opslagtijd en de gebruiksduur begrensd.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.6.1 Markering van hydraulische slangleidingen De aanduidingen op de slangen hebben de volgende betekenis: (1) Markering van de fabrikant van de hydraulische slangen (A1HF) (2) Fabricagedatum van de hydraulische slangen (02 04 = februari 2004) (3) Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk (210 bar).
• 14.6.4 Montage en demontage van hydraulische slangleidingen Gebruik alleen originele AMAZONE-reserveslangen. Deze • reserveslangen zijn bestand tegen de chemische, mechanische en thermische belastingen. • bij de montage van slangen principieel slangklemmen uit V2A. Houd bij de montage en demontage van hydraulische slangleidingen altijd de volgende instructies aan: Zorg voor een schone werkplek.•...
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.6.5 Controle van het hydraulische oliefilter Alleen bij Profi-klapsysteem:: • Hydraulische-oliefilter (1) met vervuilingsindicatie (2). Groen Filter in orde • Rood Filter vervangen • Voor de demontage van het filter het filterdeksel afdraaien en het filter uitnemen. VOORZICHTIG Hydraulische installatie eerst drukloos schakelen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.6.7 Filter in hydraulische stekker reinigen / vervangen Niet bij profi-inklappen. De hydraulische stekkers zijn voorzien van een filter (1), die verstopt kunnen raken en dan moeten worden gereinigd/vervangen. Dit is het geval, wanneer de hydraulische functies langzamer verlopen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.7 Hydraulische smoorkleppen instellen Af fabriek ingesteld zijn de bedieningssnelheden van de afzonderlijke hydraulische functies. Afhankelijk van het tractortype kan het echter nodig zijn om deze ingestelde snelheden te corrigeren. Instelbaar is de bedieningssnelheid van de hydraulische functie door het in- of uitdraaien van de inbusbout van de betreffende smoorkleppen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.7.2 Super-S-spuitbomen Opklappen via tractorregeleenheid (1) Hydraulische smoorklep - hoogteverstelling. (2) Hydraulische smoorklep - linker spuitboomarm naar beneden klappen. (3) Hydraulische smoorklep - rechter spuitboomarm naar beneden klappen. (4) Hydraulische smoorklep - trillingsdemping ver- en ontgrendelen. (5) Hydraulische smoorklep - spuitboomarm uitklappen.
Pagina 199
Reiniging, onderhoud en reparatie Profi-klapsysteem I Helling links / Helling rechts Uitklappen / inklappen links Spuitbomen heffen / neerlaten Uitklappen / inklappen rechts Trillingsdemping vergrendelen/ Naar boven klappen / Naar beneden klappen links Trillingsdemping ontgrendelen Naar boven klappen / Naar beneden klappen rechts Profi-Klappung II UF02 BAG00225.5 06.23...
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.8 Instellingen aan de uitgeklapte spuitboom Uitlijning parallel t.o.v. de bodem Bij uitgeklapte, correct ingestelde spuitbomen moeten alle spuitdoppen dezelfde parallelle afstand hebben t.o.v. de bodem. Als dit niet het geval is, moeten de uitgevouwen spuitbomen met ontgrendelde trillingsdemping d.m.v.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.9 Pomp WAARSCHUWING Gevaar door onbedoeld contact met spuitvloeistof! Reinig de machine met spoelwater voordat u de spuitpomp of andere onderdelen demonteert die met spuitmiddel of spuitvloeistof in contact komen. 14.9.1 Oliepeil controleren • Gebruik alleen merkolie 20W30 of multifunctionele olie 15W40! •...
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.9.2 Olie verversen Olie verversen elke 400 tot 450 bedrijfsuren uitvoeren, minimaal • echter eenmaal per jaar! Controleer het oliepeil na enkele bedrijfsuren; indien nodig olie • bijvullen. 1. Pomp demonteren. 2. Deksel afnemen. 3. Olie aftappen. 3.1 Pomp op z'n kop zetten.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.9.3 Zuig- en drukzijdige kleppen controleren en vervangen Let op de inbouwpositie van de ventielen op zuig- en drukzijde • voor u de ventielgroepen (5) verwijdert. • Let er bij de montage op dat de klepgeleiding (9) niet beschadigd wordt.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.9.4 Zuigermembranen controleren en vervangen Controleer de zuigermembraan (1) minstens één keer per jaar • door demontage op perfecte staat. • Let op de inbouwpositie van de ventielen op zuig- en drukzijde voor u de ventielgroepen (5) verwijdert. Voer de controle en het vervangen van de zuigermembraan voor •...
Pagina 205
Reiniging, onderhoud en reparatie Zuigermembranen vervangen Let op de juiste positie van de uitsparingen of boorgaten van de • cilinders. Bevestig de zuigermembraan (8) met de steunschijf en de bout • (11) zo aan de zuiger (9) dat de rand naar de kant van de cilinderkop (7) wijst.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.10 Verkalking in het systeem verwijderen Indicaties op bestaande verkalkingen: Spuitdophouder opent of sluit niet. • Foutmeldingen op de bedieningsterminal • GEVAAR Gezondheidsrisico door het contact met zuurmiddelen. Neem de gebruiksinstructies op de verpakking in acht! 1.
Pagina 207
Reiniging, onderhoud en reparatie Principiële instructies pH-waarde voor waterhardheid en pH-waarde In het bijzonder bij de behandeling met sporenelementen en meststof moet voor schone oppervlakken en een probleemloze werking van alle ventielen op de waterhardheid en de pH-waarde worden gelet. Bij een waterhardheid boven 15°...
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.11 Afgifte van de veldspuit bepalen Controleer de veldspuit door uitliteren voor het begin van het seizoen. • bij elke spuitdopwissel. • om de instelinstructies van de spuittabellen te controleren. • bij afwijkingen tussen werkelijke en vereiste afgifte [l/ha]. •...
Pagina 209
Reiniging, onderhoud en reparatie Voorbeeld: Spuitdopgrootte '06' Ingestelde rijsnelheid 7 km/h Spuitdopafgifte aan de linkerarm: 0,85 l/30s Spuitdopafgifte in het midden 0,84 l/30s Spuitdopafgifte aan de rechterarm: 0,86 l/30s Berekend gemiddelde: 0,85 l/30s → 1,7 l/min 1. Afzonderlijke spuitdopafgifte [l/ha] bepalen met Quick-Check- beker (1) →bepaalde afgifte 290 l/ha (2) →bepaalde spuitdruk 1,6 bar...
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.12 Spuitdoppen WAARSCHUWING Gevaar door onbedoeld contact met spuitvloeistof! Spoel de spuitdoppen met spoelwater, voordat u de spuitdoppen of membraanventielen demonteert. Montage van de spuitdop Verschillende spuitdopafmetingen worden door bajonetmoeren met verschillende kleuren gemarkeerd. 1. De spuitdopfilter (5) van onderen in de spuitdophouder plaatsen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.13 Leidingfilter • Reinig de leidingfilter (1) naargelang het gebruik om de 3-4 maanden. • Vervang de beschadigde filterelementen. UF02 BAG00225.5 06.23...
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.14 Aanwijzingen voor de controle van de veldspuit Alleen geautoriseerde instanties mogen de veldspuit • inspecteren. De controle van de veldspuit is wettelijk voorgeschreven: • ten laatste 6 maanden na ingebruikneming (indien bij ο aankoop nog niet uitgevoerd), dan verder om de 4 halve jaren.
Pagina 213
Reiniging, onderhoud en reparatie Testen van de pomp - testen van de pompcapaciteit (opbrengst, druk) 1. Wartelmoer (1) losmaken. 2. Slangaansluiting aanbrengen. 3. Wartelmoer aanhalen. Testen van de doorstromingsmeter Deelbreedte-armatuur 1. Wartelmoer (1) achter de doorstromingsme- ter losmaken. 2. Steektule (bestelnr. 919345) met wartelmo- er bevestigen en op het testapparaat aansluiten.
Reiniging, onderhoud en reparatie Manometer-test Deelbreedte-armatuur 1. Een spuitleiding uit een deelbreedteklep trekken en met de blindslang (bestelnr. 1166060) afsluiten. 2. De manometeraansluiting met behulp van de stulpsok met een deelbreedteklep ver- binden. 3. Testmanometer in de binnendraad 1/4 inch schroeven.
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.16 Aanhaalmomenten bouten 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18 M18x1,5 M 20 M 20x1,5 M 22 M 22x1,5 1050 M 24 1000...
Reiniging, onderhoud en reparatie 14.17 Afvoeren van de veldspuit Reinig de volledige veldspuit zorgvuldig (binnen en buiten) voor u deze afvoert. De volgende componenten kunnen voor de energieterugwinning* worden gebruikt: spuitvloeistoftank, vulmengbak, spoelwatertank, schoonwatertank, slangen en kunststof-fittings. Metalen delen kunnen worden verwijderd. Respecteer de wettelijke bepalingen voor de verwijdering van de verschillende materialen.
Spuittabel Spuittabel 16.1 Spuittabellen voor spleetdoppen, antidriftdoppen, luchtinjectie- en airmixdoppen, spuithoogte 50 cm • Alle in de spuittabellen vermelde doseringen [l/ha] gelden voor water. Vermenigvuldig de opgegeven doseringen voor de omrekening in AHL met 0,88 en voor de omrekening in NP- oplossingen met 0,85.
Pagina 222
Spuittabel Spuitdoptype selecteren Voorbeeld: Benodigde dosering: 200 l/ha Ingestelde rijsnelheid: 8 km/h Vereist druppelspectrum voor het uitvoeren van de bespuiting: Grof (geringe drift) Vereist spuitdoptype: Vereiste dopgrootte: Vereiste spuitdruk: ? bar Vereiste afgifte per dop voor het bepalen van de afgifte van de veldspuit: ? l/min UF02 BAG00225.5 06.23...
Pagina 223
Spuittabel Bepalen van spuitdoptype, spuitdopgrootte, spuitdruk en afgifte per dop 1. Bepaal het bedrijfspunt voor de vereiste dosering (200 l/ha) en de gewenste rijsnelheid (8 km/h). 2. Trek aan het bedrijfspunt een verticale lijn naar onderen. Afhankelijk van de positie van het bedrijfspunt loopt deze lijn door het karakteristieke bereik van verschillende spuitdoptypes.