Inhoudsopgave
Advertenties
10.5.2.7 Hydraulische balanscorrectie (alleen bij Profi-bediening "I" en "II")
Bij ongunstige terreinomstandigheden kan de stand van de spuitboom ten opzichte van de te behandelen
oppervlakte met de hydraulische balanscorrectie worden geregeld worden - zonder dat de balancering
hierdoor wordt beïnvloed wordt. De spuitboom kan daardoor altijd evenwijdig aan de grond worden
afgesteld, bijvoorbeeld bij sporen van ongelijke diepte, of wanneer met een wiel door de voor wordt
gereden.
Voor de hellingcorrectie wordt de stand van de zwaai-arm (fig. 10.37/1) met de hydraulische cilinder (fig.
10.37/2) veranderd. Met de schakelaar (fig. 10.38/2) op het bedieningspaneel (fig. 10.38/1) wordt de
cilinder bediend. Door het verplaatsen van de zwaai-arm worden de trekveren
(fig. 10.37/3) verschillend belast. Hierdoor pendelt de spuitboom in de gewenste stand.
fig. 10.38/...
1 - Schakelpaneel (SKS 50 HA of 70 HA)
2 - Draaiknop voor de balanscorrectie
3 - Schaalverdeling bestaande lichtdioden rondom draaiknop (2)
4 - "0"-stand. Als de spuitboom zich in de "0"-stand bevindt (parallel aan de grond), licht de
diode op de "0"-stand op.
Afstellen van de spuitboom over de balanscorrectie
-
Met de draaiknop (fig. 10.38/2) wordt de balanscorrectie van de uitgeklapte spuitboom
bediend. Op deze wijze kan de spuitboom in alle standen worden gecorrigeerd.
F
De afstand tussen de dioden op de schaalverdeling komt overeen met een
hoogtecorrectie gemeten op de topeinden van ca. 10 - 15 cm. Indien de hydraulische
cilinder volledig wordt in- of uitgeschoven, licht dienovereenkomstig de buitenste linker
of rechter diode op.
De middelste diode (fig. 10.38/6) geeft de "0"-stand van de spuitboom aan. Als de spuitboom evenwijdig
aan de grond afgesteld is en er een andere i.p.v. de middelste diode oplicht, dan moet de "0"-stand opnieuw
worden ingesteld.
Afregelen van de “0”-stand van de draaiknop voor de balanscorrectie op het schakelpaneel
-
Beide spuitboomhelften volledig uitvouwen en de balancering vergrendelen.
-
Met de draaiknop (fig. 10.38/2) de spuitboom evenwijdig aan het spuitframe afstellen.
- De potentiometer (fig. 10.37/4) met het rolletje, waarop de draad (fig. 10.37/5) gewikkeld is,
zover met de hand verdraaien tot de middelste diode (fig. 10.38/6) weer oplicht.
I
De potentiometer mag max. ± 20 graden worden verdraaid. Is dit niet toereikend, dan
moet de afstelling van de spuitboom door de dealer worden gecontroleerd.
I
Voordat men de spuitboom inklapt, moet deze eerst evenwijdig aan het spuitframe
worden gezet (hellingcorrectie op "0") omdat anders de vergrendeling in de
transportstand niet tot stand komt (de vanghaken komen dan niet voorde
opvangsleuven).
10.5.2.8 Het schuinstellen van de boomhelften (alleen met Profi-bediening "II")
Kan men onder zeer ongunstige terreinomstandigheden de spuitboom met de hoogteverstelling en de
hellingcorrectie niet meer evenwijdig aan de grond houden, dan kunnen de boomhellften onafhankelijk
van elkaar met de schakelaars (fig. 10.38/5 en 10.38/6) in een schuine stand naar boven of naar beneden
worden gezet.
I
De uitgeklapte boomhelften niet meer dan 20
I
Het horizontaal richten (helling 0
markering op de hefcilinders voor het in- en uitklappen.
I
Alvorens de boomsegmenten worden ingevouwen moet de boomhelften horizontaal
staan (helling 0
0
) van de boomhelften kan men controleren met de
0
).
0
laten hellen!
10 - 41
UG SB 230.1 11.97
Advertenties
Inhoudsopgave
