3 - 2
22. Zich niet binnen het draai- en zwenkbereik van de machine ophouden!
23. Hydraulische opklapbare frames mogen alleen bediend worden, wanneer zich niemand binnen het
zwenkbereik ophoudt.
24. Aan van buitenaf bediende krachtsoverbrengingen (b.v. hydraulische) bevinden zich kwetsuur- en
snijgevoelige plaatsen.
25. Voor het verlaten van de trekker, het werktuig op de grond zetten, motor afzetten en de kontaktsleutel
er uit nemen!
26. Zwischen Traktor und Gerät darf sich niemand aufhalten, ohne daß das Fahrzeug gegen Weiter-
rollen durch die Feststellbremse und/oder durch Unterlegkeile gesichert ist!
27. De spuitbomen in transportstand vergrendelen!
28. Tank nooit verder vullen als de maximale opgegeven inhoud!
29. Traptreden alleen bij het vullen gebruiken. In het werk is meerijden hierop verboden!
3.1
Bedieningsvoorschriften
1. De remwerking voor het begin van een rit kontroleren!
2. In een lagere versnelling terugschakelen bij het afrijden van een helling!
3. Bij alle funktiestoringen van het remsysteem, de trekker onmiddellijk tot stilstand brengen. De
storingen direkt laten herstellen.
3.2
Aanbouwwerktuigen/ aanhangers
1. Voor het aankoppelen van de werktuigen aan de driepuntsophanging, de bedieningshendels de
hefinrichting in een stand zetten, waarbij onverwacht heffen of zakken uitgesloten is!
2. Bij montage aan de driepuntsophanging moeten de aanbouw-kategorië van de trekker en de
machine met elkaar overeenstemmen of op elkaar passend gemaakt worden!
3. Bij het aan- en afkoppelen van werktuigen bestaat gevaar voor verwondingen!
4.
Aanhangers tegen wegrollen beveiligen (handrem erop, blokken voor de wielen)!
5. Binnen het bereik van de driepuntsstangen bestaat gevaar voor ongelukken zoals kwetsuren en
breuken.
6. Tussen trekker en werktuig mag zich niemand ophouden, zonder dat de machine tegen wegrijden
is beveiligd (blokken voor de wielen)!
7. Gedragen en getrokken werktuigen uitsluitend aan de voorgeschreven ophang- en trekpunten
bevestigen.
8. Houd rekening met de maximale draagkracht van de aanhangwagenkoppeling. (trekmuil of
hitchkoppeling)!
9. Let op voldoende bewegingsvrijheid van de dissel in het aankoppelpunt!
10. Getrokken werktuigen volgens voorschrift aankoppelen. Werking van de aanhangwagenrem
kontroleren. Let op de voorschriften van de leverancier!
11. Bij het rijden met aanhangers moeten de trekkerremmen gekoppeld zijn (pedalen vergrendelen)!
UG SB 230.1 11.97