Inhoudsopgave
Advertenties
3.0
Algemene veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van
ongevallen
Grondregel:
Voor elke in gebruikstelling, de machine en de trekker op verkeers- en werkveiligheid
kontroleren!
1. Let U, naast de in deze bedrijfshandleiding vermelde, ook op de algemeen geldende veiligheids- en
ongeval voorkomingsvoorschriften!
2. De aangebrachte waarschuwings- en adviestekens geven belangrijke adviezen over werken zonder
gevaar. Het in acht nemen ervan, dient Uw veiligheid!
3. Bij gebruik maken van openbare verkeerswegen, de geldende voorschriften in acht nemen!
4. Voor met werken te beginnen, dient U zich met alle uitvoerings- en bedieningselementen vertrouwd
te maken. Tijdens het werken is het daarvoor te laat!
5. De kleding van de bestuurder dient nauw om het lichaam te sluiten. Loshangende kleding vermijden!!
6. Ter voorkoming van brandgevaar, de machine schoon houden!
7. Voor het wegrijden en voor het in werking zetten de omgeving van de machine kontroleren
(kinderen)! Op voldoende uitzicht letten!
8. Het meerijden op de machine op het land of tijdens het transport is niet toegestaan!
9. Machine volgens de voorschriften aankoppelen en aan de voorgeschreven bevestigingspunten
vastmaken!
10. Bij het aan- en afkoppelen van machines of van de trekker is extra voorzichtigheid geboden!
11. Bij het plaatsen of verwijderen van steunen, deze in de voorgeschreven stand aanbrengen
(stabiliteit)!
12. Gewichten altijd volgens voorschriften aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten aanbrengen.
13. Toelaatbare asbelastingen, totaalgewichten en transportafmetingen in acht nemen!
14. Transportuitvoering, zoals b.v. verlichting, gevarentekens en eventuele beschermkappen kontroleren
en monteren.
15. Ontkoppeltouwen van snelkoppelhaken moeten los hangen en mogen bij het zakken niet uit zichzelf
losgaan!
16. Tijdens het rijden de bestuurdersplaats nooit verlaten!
17. Rij-eigenschappen, stuur- en remvermogen worden door de aangebouwde of aangehangen
werktuigen en contragewichten be‹nvloed. Let daarom op voldoende stuur- en remvermogen!
18. Bij het heffen van de driepuntshefinrichting wordt de vooras van de trekker, afhankelijk van de grote,
verschillend ontlast. Zorg dat de voorgeschreven voorasbelasting toerijkend is (20% van het
leeggewicht van de trekker)!
19. Bij het rijden door bochten, de in de breedte uitstekende lading en/of de middelpuntvliedende kracht
van de machine in acht nemen!
20. De machine alleen in bedrijfstellen indien alle beschermkappen op de juiste plaats en stand
gemonteerd zijn.
21. Het zich ophouden binnen het werkbereik is verboden!
3 - 1
UG SB 230.1 11.97
Advertenties
Inhoudsopgave
