Inhoudsopgave
Advertenties
7.2
Roersystemen
7.2.1
Hydraulisch intensieve roersysteem
Fig. 7/4...
1 - Keuzekraan voor het hydraulisch intensieve roersysteem. Instelbaar over 6 standen "0, 1, 2,
3, 4, 5". Op stand "0" is het roerwerk uitgeschakeld. Op stand "5" vindt de meest intensieve
roering plaats. Over het algemeen wordt stand "2" aan bevolen.
I
Bij het spuiten altijd met de roerstand werken, die bij de spuitdrukafstelling behoort.
Verandert men tijdens het spuiten de roerstand, dan verandert ook de ingestelde
spuitdruk en daarmee de afgifte (l/ha). Moet de roerstand toch tijdens het spuiten
veranderd worden, dan moet ook de spuitdruk gecorrigeerd worden.
Als tijdens de rit naar het veld geroerd moet worden, dan de spuitboombediening uit- en de aftakas
inschakelen evenals de gewenste roerstand. Wijkt de roerstand af van die waarmee gespoten wordt, dan
de stand van de keuzekraan weer terugzetten in de bij de spuitdruk behorende stand.
I
Voor de roerintensiteit, de aanwijzingen van de gewasbeschermingsmiddelen leverancier
opvolgen!
7.2.2
Niveau-afhankelijk roerintensiteit "Rührmatik" (alleen bij 350 l/min pompuitvoering)
De roercapaciteit van het tweede roerssyteem met de niveau-afhankelijke roerintensiteit werkt geheel
automatisch. De roering is intensief bij een volle tank en gering bij een laag vloeistofniveau in de tank.
Hierdoor past de roering zich aan en wordt schuimvorming voorkomen.
F
Om bij een halfgevulde tank de roercapaciteit te verhogen, kan de drijver in de stand
"B" worden vastgezet (fig. 7.5).
7 - 3
UG SB 230.1 11.97
Advertenties
Inhoudsopgave
