Samenvatting van Inhoud voor Amazone UX 4201 Super
Pagina 1
Bedieningshandleiding UX 4201 Super UX 5201 Super UX 6201 Super Aanhangspuit met Comfort-pakket CP Plus Lees en schenk aandacht aan deze bedieningshandleiding MG5685 voor u de machine in bedrijf BAG0157.5 07.20 stelt! Printed in Germany Bewaren voor verder gebruik!
Pagina 2
HET MAG NIET onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze ge- bruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwij- zingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te ko- pen en te denken dat alles vanzelf gaat. De per- soon in kwestie berokkenent niet alleen zichzelf schade maar zal ook fouten maken waarbij het mislukken niet aan zichzelf doch aan de machine...
H. DREYER GmbH & Co. KG Postbus 51 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 50 1-0 E-mail: amazone@amazone.de Onderdelenbestelling Onderdelenlijsten zijn te vinden in het onderdeelportaal onder www.amazone.de. Wij verzoeken u uw orders bij uw AMAZONE-dealers te plaatsen. UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Pagina 4
Voorwoord Gegevens over de bedieningshandleiding Documentnummer: MG5685 Productiedatum: 07.20 Copyright AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG, 2020 Alle rechten voorbehouden. Nadruk, ook gedeeltelijk, uitsluitend toegestaan na toestemming van AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG. Deze bedieningshandleiding geldt voor alle uitvoeringen van de machine.
Pagina 5
Wij passen onze bedieningshandleidingen regelmatig aan. Uw sug- gesties helpen ons onze bedieningshandleidingen nog gebruikers- vriendelijker te maken. AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postbus 51 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 50 1-0 E-mail: amazone@amazone.de UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Pagina 9
Inhoudsopgave 11.2.6 Spoelwatertank vullen ......................168 11.3 Spuiten ..........................169 11.3.1 Spuitvloeistof verspreiden ....................171 11.3.2 Maatregelen ter vermindering van drift ................173 11.3.3 Spuitvloeistof verdunnen met spoelwater ................173 11.3.4 Resthoeveelheden ....................... 174 11.3.5 Verdunnen van de overtollige resthoeveelheid in de spuitvloeistoftank en uitspuiten van de verdunde resthoeveelheid na afloop van het spuitbedrijf.
Pagina 10
Inhoudsopgave 14.17 Afgifte van de veldspuit bepalen ..................224 14.18 Spuitdoppen ........................226 14.19 Leidingfilter .......................... 227 14.20 Aanwijzingen voor de controle van de veldspuit ..............228 14.21 Aanhaalmomenten bouten ....................230 14.22 Afvoeren van de veldspuit ....................231 Tekeningen en overzichten ..............232 15.1 Vloeistofcircuit ........................
Gebruikersadvies Gebruikersadvies Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het om- gaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding • beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. • voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
Algemene veiligheidsaanwijzingen Algemene veiligheidsaanwijzingen Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machi- ne te kunnen werken.
Pagina 13
Algemene veiligheidsaanwijzingen Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen voor het leven van de bestuurder of derden; •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veilig- heidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (Gevaar, Waarschuwing, Voorzichtig) beschrijft de ernst van het dreigende gevaar en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdu- rig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt ver- meden.
Algemene veiligheidsaanwijzingen Organisatorische maatregelen De eigenaar moet de nodige persoonlijke beschermingsuitrusting aanbieden, in overeenstemming met de informatie van de fabrikant van het te verwerken gewasbeschermingsmiddel, zoals bijv.: chemicaliënbestendige handschoenen, • een chemicaliënbestendige overall, • waterdicht schoeisel, • • een gezichtsbescherming, •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Scholing van de personen Alleen geschoolde en onderrichte personen mogen met/aan de ma- chine werken. Duidelijk vastleggen welke personen voor spuiten en voor onderhoud verantwoordelijk zijn. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toe- zicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de activiteit Geïnstrueerde...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektri- sche/elektronische resterende energie in de machine. Tref hiertoe passende maatregelen als u degenen die met de machi- ne gaan werken instrueert. Uitgebreide informatie vindt u bovendien in de betreffende hoofdstukken van deze bedieningshandleiding.
Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Onderdelen van de machine die niet meer in perfecte staat zijn, die- nen direct te worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele AMAZONE-onderdelen en slijtageonder- delen of de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde onderdelen, zodat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschrif- ten van kracht blijft.
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.13 Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingstekens geven de gevaarlijke plaatsen op de machine aan en attenderen op bijkomende gevaren.
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Waarschuwingssticker De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Pagina 21
Algemene veiligheidsaanwijzingen UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 076 Bij een onbeschermde aangedreven ketting- of riemaandrijving kunnen handen of armen worden ingetrokken of klem komen te zitten. Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel met verlies van lichaamsdelen aan hand of arm. Beschermingsvoorzieningen van ketting- of rie- maandrijvingen nooit openen of verwijderen, zolang de tractormotor bij aangesloten car-...
Pagina 23
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 084 Kans op letsel als gevolg van beklemming van het gehele lichaam, veroorzaakt door het oponthoud in het zwenkbereik van zakkende onderdelen van de machine. Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden om zich binnen het draai- •...
Pagina 24
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD095 Voor ingebruikname de bedieningshandleiding en veiligheidsaanwijzingen lezen en in acht ne- men! MD 096 Gevaar door onder hoge druk staande hy- draulische olie als gevolg van lekkende hy- draulische slangen! Dit gevaar kan zeer ernstig lichamelijk letsel met de dood tot gevolg veroorzaken wanneer onder hoge druk naar buiten stromende hydraulische olie via de huid in het lichaam komt.
Pagina 25
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 099 Gevaar door contact met stoffen die schade- lijk zijn voor de gezondheid als gevolg van ondeskundig gebruik van deze stoffen! Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Trek beschermende kleding aan voordat u in contact komt met stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid.
Pagina 26
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 108 Gevaar door explosie of onder hoge druk vrijkomende hydraulische olie, veroorzaakt door het onder gas- en oliedruk staande drukvat! Dit gevaar kan zeer ernstig lichamelijk letsel met de dood tot gevolg veroorzaken wanneer onder hoge druk naar buiten stromende hydraulische olie via de huid in het lichaam komt.
Pagina 27
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 173 Gevaar door het inademen van ongezonde stoffen, veroorzaakt door giftige dampen in de spuitvloeistoftank! Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Betreed nooit de spuitvloeistoftank. MD 174 Gevaar door een onbedoelde beweging van de machine! Veroorzaakt ernstige verwondingen aan het ge- hele lichaam met gevaar voor dodelijke afloop.
Pagina 28
Algemene veiligheidsaanwijzingen MD 224 Gevaar door contact met stoffen die schade- lijk zijn voor gezondheid als gevolg van on- deskundig gebruik van het heldere water uit de handwastank. Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg veroorzaken! Gebruik het heldere water uit de handwastank nooit als drinkwater.
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies • kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. kan tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en ge- bruiksveiligheid! Telkens voor het gebruik machine en trekker controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van onge- vallen Neem behalve deze instructies ook de algemeen geldende nati-...
Pagina 31
Algemene veiligheidsaanwijzingen Voordat u de machine aan de driepuntshydraulica van de tractor • koppelt of daarvan loskoppelt, dient u de bedieningshendel van de tractorhydraulica te blokkeren in een positie waarin onbedoeld hef- fen of zakken wordt uitgesloten! • Bij het aan- en afkoppelen van de machine de steunelementen in de juiste stand brengen (stabiele stand)! Let bij het gebruik van de steunelementen op de plekken waar u •...
Pagina 32
Algemene veiligheidsaanwijzingen Transporteren van de machine Tijdens het rijden op de openbare weg dient u zich aan de gel- • dende verkeersregels te houden! Controleer vóór transportritten, • ο of voedingsleidingen correct zijn aangebracht; of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ο...
Vervang beschadigde en verouderde hydraulische slangen! Ge- • bruik uitsluitend AMAZONE originele hydraulische slangen! Gebruik hydraulische slangen niet langer dan zes jaar. Dat is • inclusief een eventuele opslagtijd van maximaal twee jaar. Ook...
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16.3 Elektrisch systeem Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de • accu (minpool) los te koppelen! • Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Met te zware zekeringen wordt de installatie overbelast – brandgevaar! Sluit de accu op de juiste wijze aan – eerst de pluspool en dan •...
Pagina 35
Algemene veiligheidsaanwijzingen Beveilig de cardanasbeveiliging door het inhangen van de ket- • ting(en) tegen het meelopen! • Bij koppelingsassen letten op de voorgeschreven overlapping van de aftakaspijpen en beschermbuizen in transport- en werk- stand! (Neem ook de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de cardanas in acht!) Let bij het rijden in bochten op de toegestane buiging en de •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16.5 Aangekoppelde machines • Houd rekening met de toegelaten combinatiemogelijkheden van de trekhaak aan de tractor en de trekinrichting aan de machine! Koppel uitsluitend toegestane combinaties van voertuigen (trac- tor en aangekoppelde machine) aan elkaar. Houd bij machines met enkele as rekening met de maximaal •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen 2.16.6 Remsysteem • Alleen vakwerkplaatsen of erkende remspecialisten mogen in- stel- en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem uitvoe- ren! • Laat het remsysteem regelmatig grondig controleren! • Stop de tractor direct in geval van storingen in het remsysteem. Laat de functiestoring onmiddellijk verhelpen! Zet de machine op een veilige plaats en beveilig de machine •...
Vul veldspuiten met water uit open wateren ter bescherming van • mens, dier en milieu! • Vul veldspuiten ο alleen in vrije val via de waterleiding! ο alleen via originele AMAZONE-vulvoorzieningen! UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Reserveonderdelen moeten minimaal voldoen aan de door • AMAZONEN-WERKE vastgestelde technische eisen! Dit is gegeven bij gebruik van originele AMAZONE reserve-onderdelen! Let op het volgende bij de reparatie van veldspuiten die voor het • verspreiden van vloeibare kunstmest met ammoniumnitraat-...
Op- en afladen Op- en afladen Op- en afladen met tractor WAARSCHUWING Er bestaat gevaar voor ongelukken als de tractor niet geschikt is en het remsysteem van de machine niet op de tractor is aange- sloten en gevuld is! • Koppel de machine op een correcte manier aan de tractor voor u de machine op een transportvoertuig laadt of lost! U mag de machine voor het laden of lossen alleen aan de trac-...
Productbeschrijving Productbeschrijving Dit hoofdstuk • biedt een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine; levert de benaming van de afzonderlijke bouwgroepen en bedie- • ningselementen. Lees dit hoofdstuk indien mogelijk direct bij de machine. Zo kunt u zich optimaal vertrouwd maken met de machine. Overzicht –...
Pagina 42
Productbeschrijving (1) Klapbare spuitbomen met transportver- grendeling (2) Deelbreedteklep (3) Spoelwatertank rechts (4) Opbergvak (5) Wielkeggen (6) Afdekkap hydraulica (7) Hydraulische steunvoet UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Productbeschrijving Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Transportvergrendeling op Super-L- • spuitbomen ter voorkoming van ongewenst uitklappen • Reling aan het onderhoudsplatform (1) Cardanasbescherming met borgkettingen (2) Beschermtrechter op machinezijde UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Productbeschrijving Voedingsleidingen tussen tractor en machine Hydraulische slangen (afhankelijk van de • uitrusting) • Stroomkabel voor verlichting • Machinekabel ISOBUS • Remleiding met koppelingskop voor lucht- drukrem / remleiding met aansluiting op hy- draulische rem Verkeerstechnische uitrusting (1) Achterlichten, remlichten, richtingaanwijzers (2) 2 waarschuwingsborden (vierkant) (3) 2 rode reflectoren (driehoekig) (4) 1 kentekenplaathouder met verlichting...
• het in acht nemen van de inspectie- en onderhoudswerkzaam- heden. het uitsluitend gebruiken van AMAZONE originele - onderdelen. • Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften.
Hun levensduur wordt echter bij het gebruik bij lage tempera- turen (bv. AHL bij vriesweer) beperkt. De voor AMAZONE -veldspuiten gebruikte materialen en bouwdelen zijn bestand tegen vloeibare kunstmest. UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Productbeschrijving Gevarenzone en gevaarlijke plaatsen De gevarenzone is de omgeving van de machine waarin personen binnen het bereik zijn van arbeidsbewegingen van de machine en zijn gereedschappen; • door de machine naar buiten geslingerde materialen of voorwer- • pen; • onbedoeld omlaag zakkende omhoog geheven machine- elementen;...
Productbeschrijving Typeplaatje en CE-markering EU-typeplaatje (1) Klasse, onderklasse en snelheidsklasse (2) EU-typegoedkeuringsnummer (3) Voertuigidentificatienummer (4) Technisch toelaatbaar totaalgewicht (5) Technisch toelaatbare oplegdruk A0 (6) Technisch toelaatbare asbelasting A1 Machinetypeplaatje Op het typeplaatje en de CE-markering staan de volgende zaken vermeld: •...
Productbeschrijving 4.12 Maximaal toegestane afgifte De toegestane afgifte van de machine is begrensd door het minimaal vereiste roervermogen. Het roervermogen per minuut moet 5% van het tankvolume zijn. Dit geldt in het bijzonder voor werkzame stoffen, die moeilijk kunnen blijven zweven. Bij werkzame stoffen, die worden opgelost, kan het roervermogen worden verminderd.
Productbeschrijving 4.13 Technische gegevens – laadvermogen 4.13.1 Totale afmetingen De totale hoogte is afhankelijk van de type, as en bandenmaat. 2550-2800 mm 6750 – 7630 mm 4.13.2 Gegevensblad Typ UX Super 4201 5201 6201 Spuitvloeistoftank Werkelijk volume 4600 l 5600 l 6560 l Nominaal volume 4200 l...
Productbeschrijving 4.13.3 Spuittechniek Deereedte afhankelijk van de werkbreedte Werkbrlbeedte Aantal Aantal spuitdoppen per deelbreedte 8-9-8-9-8 21 m 6-6-7-4-7-6-6 6-4-5-4-4-4-5-4-6 9-10-10-10-9 24 m 6-6-8-8-8-6-6 6-5-5-5-6-5-5-5-6 8-7-8-8-8-7-8 27 m 6-6-6-6-6-6-6-6-6 9-7-8-8-8-7-9 28 m 7-6-6-6-6-6-6-6-7 30 m 8-7-6-6-6-6-6-7-8 32 m 8-6-7-7-8-7-7-6-8 7-8-7-7-8-7-7-8-7 33 m 6-6-6-6-6-6-6-6-6-6-6 10-10-10-12-10-10-10 36 m...
Productbeschrijving 4.13.4 Resthoeveelheden Technische resthoeveelheid incl. pomp In het niveau 23 l Schuinte 15% rijrichting naar links 23 l 15% rijrichting naar rechts 23 l Helling 15% bergop 37 l 15% bergaf 30 l Technische resthoeveelheid bomen Afzonderlijke spuit- Deelbreedteregeling Aantal dopschakeling Werk-...
Productbeschrijving 4.13.5 Effectieve last Effectieve = toegestane technische asbelas- + toelaatbare oplegdruk - Leeggewicht last ting GEVAAR Verboden is het overschrijden van de maximale effectieve last. Gevaar voor ongevallen door instabiele rijsituaties! De toegestane technische asbelasting en de toegestane oplegdruk mogen niet worden overschreden.
Productbeschrijving Snelheidsindex Maximumsnelheid (km/h) Rijden met gereduceerde bandendruk Als de bandendruk lager ligt dan de nominale druk, wordt het • draagvermogen gereduceerd! Houd hierbij rekening met het gereduceerde draagvermogen van de machine. • Houdt ook de specificaties van de bandenleverancier aan! WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen! Bij een te lage bandenspanning is de stabiliteit van het voertuig...
Productbeschrijving 4.15 Benodigde tractoruitrusting De tractor moet over voldoende vermogen beschikken en uitgerust zijn met de vereiste elektrische, hydraulische en remaansluitingen voor de reminrichting om met de machine te kunnen werken. Motorvermogen van de tractor vanaf 85 kW (115 pk) UX 4201 vanaf 95 kW (130 pk) UX 5201...
Opbouw en werking van de basismachine Opbouw en werking van de basismachine Werking De spuitpomp (1) zuigt via de zuigarmatuur en de zuigfilter (2) de spuitvloeistof uit de spuitvloeistoftank. • • vers water via de externe zuigaansluiting (3). • spoelwater uit de spoelwatertank. De aangezogen vloeistof stroomt zo via de drukfilter (4) naar de deelbreedtekleppen (5).
Pagina 57
Opbouw en werking van de basismachine Afzonderlijke spuitdopschakeling Deelbreedteregeling UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Opbouw en werking van de basismachine Bedieningspaneel (1) Bedieningsterminal Comfort-pakket plus (7) Afvoer voor laatste restanten uit spuitvloei- stoftank en drukfilter (2) Zwenkbare afdekkap met verlichting voor het bedieningspaneel (8) Vulaansluiting (aanzuigen) spuitvloeistof- tank, spoelwatertank (3) Transport-/veiligheidsbox (9) Vulaansluiting (druk) spuitvloeistoftank / (4) Onderhoudsklep spoelwatertank (5) Zwenkbare vulmengbak op transportpositie...
Pagina 59
Opbouw en werking van de basismachine Onder de onderhoudsklep (1) Zuigfilter (2) Drukfilter (3) Spuittabel (4) Klemhouder voor handschoenen (5) Ventielgroep Van links naar rechts: • Reiniging buitenzijde • Reiniging vulmengbak • Vulmengbak • Vulling spoelwatertank • Reiniging binnenzijde • Extra roerwerk •...
Opbouw en werking van de basismachine Vulmengbak (1) Zwenkbare vulmengbak voor het ingieten, oplossen en inzuigen van gewasbescher- mingsmiddelen en ureum. Capaciteit circa 60 l. (2) Hendel voor het zwenken van de vulmeng- bak naar gebruiks- of transportpositie (3) Klapdeksel in geopende toestand bruikbaar als ondergrond voor objecten (4) Vergrendeling voor klapdeksel (5) Drukknop containerspoelsproeier...
Opbouw en werking van de basismachine 5.3.1 Omschakelkranen op de vulmengbak Schalthahn (EA) • Uitwendige reiniging vulmeng- ο Preparaat oplossen via meng- ο sproeier Omschakelkraan (EB) • ο Container reinigen / inspoel- slangen reinigen Spoelen via ringleiding ο Omschakelkraan intensiteit injector (EP) •...
Opbouw en werking van de basismachine Cardanas De breedhoek-cardanas zorgt voor de kracht- overbrenging tussen tractor en machine. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en onbe- doeld wegrollen van tractor en machine! Koppel de breedhoek-cardanas alleen aan of af als de tractor en de machine beveiligd zijn tegen ongewenst starten of wegrollen.
Pagina 63
Opbouw en werking van de basismachine WAARSCHUWING Gevaar door grijpen en opwikkelen door onbeveiligde delen van de cardanas bij de krachtoverbrenging tussen tractor en aange- dreven machine! Werk alleen met een volledig beveiligde aandrijving tussen tractor en aangedreven machine. • De onbeschermde delen van de cardanas moeten altijd door een veiligheidsschild aan de tractor en een veiligheidstrechter aan de machine beschermd zijn.
Opbouw en werking van de basismachine 5.4.1 Cardanas aankoppelen WAARSCHUWING Gevaar door beknelling of stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het aankoppelen van de cardanas! Koppel eerst de cardanas met de tractor, voordat u de machine aan de tractor koppelt. Zo zorgt u voor voldoende vrije ruimte voor een veilige koppeling van de cardanas.
Opbouw en werking van de basismachine 5.4.2 Cardanas afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar door beknelling of stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het afkoppelen van de cardanas! Koppel de machine van de tractor af voor u de cardanas van de trac- tor afkoppelt. Zo zorgt u voor voldoende vrije ruimte voor het veilige afkoppelen van de cardanas.
Opbouw en werking van de basismachine Hydrauliekaansluitingen Alle hydraulische slangleidingen zijn voorzien van grepen. • Op de grepen bevinden zich kleurmarkeringen met een marke- ringsgetal of -letter, om de betreffende hydraulische functie van de persleiding aan een tractorregeleenheid toe te kennen! Bij de markeringen is folie op de machine gelijmd, die de betref- fende hydraulische functies verduidelijken.
Opbouw en werking van de basismachine Maximaal toegelaten druk in de olieretourleiding: 5 bar De olieretourleiding daarom niet op de tractorregeleenheid aansluiten, maar op een drukloze olieretourleiding met grote steekkoppeling. WAARSCHUWING Voor de olieretour alleen leidingen DN16 gebruiken en korte re- tourtrajecten kiezen.
Opbouw en werking van de basismachine 5.5.1 Hydraulische slangen aansluiten WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door functiestoringen als gevolg van verkeerd aangesloten hydraulische slangen. Let bij het aansluiten van de hydraulische slangen op de kleurmarke- ringen op de hydraulische stekkers.
Opbouw en werking van de basismachine Luchtdrukremsysteem Voor een correcte werking van het tweekrings-bedrijfsremsysteem moeten de onderhoudsintervallen beslist worden aangehouden. De remtrommels zijn voorzien van zelfinstellende remschoenen, die ervoor zorgen, dat de slijtage van de remvoering wordt gecompen- seerd. (1) Remventiel (2) Losmaakventiel met bedieningsknop Bedieningsknop;...
Pagina 70
Opbouw en werking van de basismachine Automatische lastafhankelijke remkrachtregelaar (ALB) WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet correct werkende remin- richting! U mag de instelmaat op de automatisch-lastafhankelijke remkracht- regelaar niet veranderen. De instelmaat moet overeenstemmen met de waarde die vermeld is op het ALB-typeplaatje. De assen zijn uitgerust met een automatische lastafhankelijke remkrachtregelaar (ALB).
Opbouw en werking van de basismachine 5.6.1 Aankoppelen van de reminrichting WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege een niet goed functionerend remsys- teem! • Zorg bij het aankoppelen van de rem- en voorraadleiding dat ο...
Opbouw en werking van de basismachine 5.6.2 Afkoppelen van de reminrichting WAARSCHUWING Gevaar door bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onbedoeld gaan rijden van de machine als de bedrijfsrem is losgezet! Dubbel luchtdrukremsysteem: Koppel altijd eerst de koppelmof van de voorraadleiding (rood) •...
Opbouw en werking van de basismachine Hydraulische bedrijfsrem Voor het aansturen van de hydraulische bedrijfsrem heeft de tractor een hydraulische reminrichting nodig. 5.7.1 Aansluiten van het hydraulische bedrijfsremsysteem Sluit uitsluitend schone hydraulische koppelingen aan. 1. Verwijder de beschermkappen. 2. Reinig indien nodig de hydraulische stekkers en contactdozen. 3.
Pagina 74
Opbouw en werking van de basismachine GEVAAR Gevaar voor ongevallen door niet functionerende rem! Na het verwijderen van de veerclip (bijv. bij het activeren van de noodrem) de veerclip absoluut langs dezelfde kant in het remventiel steken. Anders is de rem niet functioneel. Nadat de veerclip weer aangebracht is, moet een remtest van de bedrijfsrem en de noodrem worden uitgevoerd.
Opbouw en werking van de basismachine Handrem De aangetrokken handrem beveiligt de machine tegen ongewenst wegrollen. Bediend wordt de handrem bij het verdraaien van de hef- boom via spil en kabel. (1) Hefboom; vastgezet op rustpositie (2) Hefboom op gebruikspositie Slingerstand voor losmaken / aantrekken in •...
Opbouw en werking van de basismachine Klapbare wielkeggen De wielkeggen zijn onder de rechter spoelwater- tank in een zwenkbare opname bevestigd. De klapbare wielkeggen door bedienen van de drukknop in de bedrijfsstand zetten en voor het afkoppelen direct op de wielen plaatsen. UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Opbouw en werking van de basismachine 5.10 Veiligheidsketting tussen tractor en machines Afhankelijk van de nationale regelgeving zijn machines uitgerust met een veiligheidsketting. De veiligheidsketting moet voor de rit op een daarvoor geschikte plaats van de tractor conform de voorschriften worden gemonteerd. UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Opbouw en werking van de basismachine 5.11 AutoTrail-stuuras De AutoTrail-naloopbesturing dient voor een spoorgetrouwe naloop van de machine achter de tractor. Zie de handleiding van de software ISOBUS. Transportritten GEVAAR Gevaar voor ongevallen door kantelen van de machine! Zet de stuuras vóór het transporteren op de transportstand! •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.12 Hydraulische steunvoet De hydraulisch bediende steunvoet steunt de afgekoppelde aanhangspuit. De bediening ge- beurt via een besturingsventiel met dubbele wer- king. Tractorregeleenheid blauw GEVAAR Bij het neerzetten van de machine op de hydraulische steunvoet mag deze onder een hellingshoek van max.
Opbouw en werking van de basismachine 5.13 Spuitvloeistoftank Het vullen van de spuitvloeistoftank gebeurt via • de zuigslang (optie) op de zuigaansluiting, • de drukvulaansluiting (optie), • de vulopening. (1) Spuitvloeistoftank (2) Reiniging binnenzijde (3) Klap-schroefdeksel van de vulopening (4) Vulling extern (5) Vulzeef (6) Ontluchting (7) Vlotter voor niveaubepaling...
Opbouw en werking van de basismachine 5.13.1 Roerwerken De veldspuit heeft een hoofdroerwerk en een hulproerwerk. Beide roerwerken zijn uitgevoerd als hydraulische roerwerk. Het hulproer- werk is tegelijkertijd gecombineerd met de drukfilterspoeling voor het zelfreinigend drukfilter. Een eigen roerwerkpomp voedt het hoofdroerwerk. De voeding van het hulproerwerk wordt geregeld via de werkpomp.
Opbouw en werking van de basismachine 5.13.2 Onderhoudsplatform met ladder Onderhoudsplatform met ladder voor het berei- ken van de vulopening. GEVAAR Gevaar voor letsels door giftige dampen! • Betreed nooit de spuitvloeistoftank. Gevaar voor vallen bij het meerijden! • Het is principieel verboden mee te rijden op de veldspuit! Zorg ervoor dat de ladder vergrendeld is in de transportpositie.
Opbouw en werking van de basismachine 5.14 Spoelwatertank In de spoelwatertank wordt helder water getransporteerd. Dit water dient voor het verdunnen van de resthoeveelheid in de spuitvloeistoftank bij • beëindiging van het spuitbedrijf. • reinigen (spoelen) van de volledige veldspuit op het veld. •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.15 Handwasinrichting (1) Handwastank (inhoud: 22l) (2) Vulopening met deksel (3) Afsluitkraan voor helder water voor het reinigen van de handen of ο het reinigen van de spuitdoppen. ο (4) Zeepdispenser WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaar door onzuiver water in de handwastank! Gebruik het water uit de handwastank nooit als drinkwater! De materialen van...
Opbouw en werking van de basismachine 5.18 Filteruitrusting Gebruik alle aanwezige filters van de filteruitrusting. Reinig de • filters regelmatig (zie hiervoor hoofdstuk "Reiniging", pagina 188). Een storingvrije werking van de veldspuit wordt alleen be- reikt door een perfecte filtering van de spuitvloeistof. Een perfec- te filtrering beïnvloedt in aanzienlijke mate het behandelingssuc- ces van de gewasbeschermingsmaatregel.
Opbouw en werking van de basismachine 5.18.3 Zelfreinigend drukfilter Het zelfreinigende drukfilter verhindert het verstoppen van het spuitdop- • filter voor de spuitdoppen. • heeft een groter aantal gaatjes/inch dan het zuigfilter. Als er een extra roerwerk is ingeschakeld, dan wordt het binnenvlak van het drukfilterelement permanent doorspoeld, niet opgeloste spuitvloei- stof- en vuildeeltjes worden terug naar de spuit-...
Opbouw en werking van de basismachine 5.19 Doseringsverhoging met HighFlow Optionele doseringsverhoging voor het verdelen van vloeibare • meststof. De maximale dosering wordt verhoogd tot maximaal 400 l/min. De roerwerkpomp wordt hierbij gebruikt voor het verhogen van • de dosering. Ze dient dan niet of slechts gedeeltelijk als roer- werkaandrijving.
Opbouw en werking van de basismachine 5.20 Trekinrichting (optie) De automatische trekinrichting dient voor het trekken van geremde aanhangwagens met een toelaatbaar totaalgewicht van • 12000 kg en luchtdrukrem; met een toelaatbaar totaalgewicht van 8000 • kg en oplooprem; met een totaalgewicht dat kleiner is dan het •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.21 Beveiliging tegen onbevoegd gebruik Afsluitbare inrichting voor trekoog, trekschaal of trekstang-dwarsbalk verhindert onbevoegd ge- bruik van de machine. 5.22 Onderstelbekleding De onderstelbekleding zorgt voor een gladde onderkant van de machine waardoor de planten worden gespaard.
Opbouw en werking van de basismachine 5.24 Transport- en veiligheidscontainer (optie) Transport- en veiligheidscontainer voor het be- waren van beschermende kledij en accessoires. 5.25 Inrichting voor buitenreiniging (optie) Inrichting voor buitenreiniging van de veldspuit inclusief (1) slanghaspel, (2) 20 m drukslang, (3) spuitpistool Bedrijfsdruk: 10 bar Wateropbrengst: 18 l/min...
Opbouw en werking van de basismachine 5.26 Camerasysteem WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk of dodelijk letsel. Wanneer alleen het cameradisplay voor het manoeuvreren wordt gebruikt, kunnen personen of objecten over het hoofd worden gezien. Het camerasysteem is een hulpmiddel. Deze vervangt niet de opmerkzaamheid van de bestuurder over de directe omgeving.
Opbouw en werking van de basismachine 5.27 Werkverlichting 2 werkschijnwerpers op de spuitbomen en 2 werkschijnwerpers op het platform. LED-verlichting losse spuitmonden Verlichtingspakket bedieningsveld en opbergvak 2 varianten: • Afzonderlijke stroomvoorziening vanuit tractor nodig, bediening via schakelkast. Voeding en bediening via ISOBUS. •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.28 Bedieningsterminal Bedieningsterminal ISOBUS in de tractor Via de bedieningsterminal volgt: invoer van de machinespecifieke gegevens. • de gegevens van de opdracht invoeren; • de aansturing van de veldspuit voor het veranderen van de do- •...
Opbouw en werking van de spuitbomen Opbouw en werking van de spuitbomen WAARSCHUWING Gevaar voor persoonlijk letsel door botsing met spuitbomen door zijwaarts zwenken van de bomen bij het klappen • kantelen, optillen of neerlaten • Stuur personen weg uit de gevarenzone van de machine voordat u de spuitbomen bedient.
Pagina 96
Opbouw en werking van de spuitbomen Uit- en inklappen VOORZICHTIG Het is verboden om de spuitbomen tijdens het rijden in en uit te klappen. GEVAAR Houd bij het uit- en inklappen van de spuitbomen altijd voldoen- de afstand tot de bovengrondse leidingen! Contact met de bo- vengrondse leidingen kan dodelijke verwondingen veroorzaken.
Pagina 97
Opbouw en werking van de spuitbomen Buitenarm De buitenarmbeveiligingen beschermen de spuitbomen tegen beschadigingen als de bui- tenarmen vaste hindernissen raken. De zekering maakt het uitwijken van de buitenarm rond de scharnieras in en tegen rijrichting mogelijk – met automatisch terugbrengen naar de werkstand. Beveiliging arm met drukveer: Beveiliging arm met hydraulische cilinder: Middenarm...
Pagina 98
Opbouw en werking van de spuitbomen TSuper-L spuitbomen (1) Spuitbomen met spuitleidingen (6) Buitenarmbeveiliging (2) Transportbeveiligingsbeugel (7) Trillingsdemping (3) Parallellogramframe voor de hoogteverstel- (8) Klep en omschakelkraan voor DCS-systeem ling van de spuitbomen (9) Spuitboomarmatuur (4) Spuitdopbeschermbuis (5) Afstandhouder Spuitboomarmatuur met deelbreedteregeling: (1) Drukaansluiting voor spuitdrukmanometer (2) Doorstromingsmeter voor het bepalen van de dosering [l/ha]...
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.1.1 Afstandhouder De afstandhouders voorkomen een botsing van de spuitbomen met de bodem. Bij gebruik van bepaalde spuitdoppen liggen de afstandhouders in de spuitkegel. In dit geval de afstandhouder horizontaal op de drager bevestigen. Vleugelmoer gebruiken.
Pagina 100
Opbouw en werking van de spuitbomen Werken met eenzijdig uitgeklapte spuitboom Toegelaten is het werken met eenzijdig uitgeklapte spuitboom Profi-klapsysteem: • alleen met vergrendelde trillingsdemping • alleen voor het kortstondig passeren van hindernissen (boom, stroommast etc.). Flex-klapsysteem: • tot een rijsnelheid van 6 km/h De spuitbomen zijn volledig uitgeklapt! 1.
Opbouw en werking van de spuitbomen Reduceerstuk op buitenelement (optie) Via het reduceerstuk kan het buitenste element handmatig worden ingeklapt om de werkbreedte te verminderen. Situatie 1: Aantal spuitdoppen buitenste Aantal spuitdoppen op klapbare deelbreedte buitenelement → Bij het spuiten met verminderde werkbreedte de buitenste deel- breedten uitgeschakeld houden.
Opbouw en werking van de spuitbomen Boomreductie (optie) Met de boomreductie kunnen afhankelijk van de uitvoering één of twee armen tijdens gebruik ingeklapt blijven. Bovendien de hydrauliektank (optie) als startbeveiliging inschakelen. Op de bedieningsterminal moeten de desbetreffende deelbreedten worden uitgeschakeld. (1) Boomreductie (2) Hydrauliektank (optie) (A) Afsluitkraan geopend...
Opbouw en werking van de spuitbomen Sensoren aan de spuitbomen: Bij gereduceerde werkbreedte altijd de buitenste sensor met 180° verdraaid inbouwen. DistanceControl plus: binnenste sensor afkoppelen. ContourControl: binnenste sensor deactiveren (ISOBUS) Boomuitbreiding (optie) De boomuitbreiding vergroot de werkbreedte traploos tot 1,20 meter. (1) Boomuitbreiding in de transportstand (2) Boomuitbreiding in de werkpositie (3) Afsluitkraan voor buitenste spuitdop...
Opbouw en werking van de spuitbomen Hydraulisch hellingverstelling (optie) Parallel t.o.v. de grond resp. het doelvlak kan de spuitboom worden uitgelijnd via de hydraulische hellingverstelling in geval van ongunsti- ge bodemomstandigheden, bijv. bij verschillend diepe sporen of een- zijdig rijden in een voor. Instelling via de bedieningsterminal Zie bedieningshandleiding bedieningsterminal.
Opbouw en werking van de spuitbomen Spuitleidingen Spuitleidingen met deelbreedtekleppen Spuitleidingen met deelbreedtekleppen en drukcirculatiesysteem DCS Spuitleidingen met afzonderlijke spuitdopschakeling en drukcirculatiesysteem DCS Pro (1) Doorstromingsmeter (6) Afsluitkraan DCS (2) Terugstroommeter (7) Overdrukklep (3) Deelbreedteklep (8) Terugslagklep (4) Bypass-klep voor kleine spuithoeveelheden (9) Overdrukklep (5) Leiding drukcirculatie UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Pagina 106
Opbouw en werking van de spuitbomen Drukcirculatiesysteem (DCS) (optie) Schakel het drukcirculatiesysteem bij het normale spuitbedrijf • principieel in. • Schakel het drukcirculatiesysteem bij het gebruik van sleepslan- gen principieel uit. Het drukcirculatiesysteem maakt bij een ingeschakeld drukcirculatie- • systeem een permanente vloeistofcirculatie in de spuitleiding.
Opbouw en werking van de spuitbomen Spuitdoppen (1) Spuitdophouder met bajonetaansluiting ο Versie veerelement met schuif ο Versie veerelement geschroefd (2) Membraan. Daalt de druk in de spuitleiding onder ca. 0,5 bar, dan drukt het veerele- ment (3) het membraan op de membraan- zitting (4) in de spuitdophouder.
Pagina 108
Opbouw en werking van de spuitbomen 3-voudige spuitdoppen (optie) Gevoed wordt de verticaal staande spuitdop. 4-voudige spuitdoppen (optie) De pijl markeert de verticale spuitdop die wordt gevoed. De 4-voudige spuitdop kan met een 25 cm spuitdophouder worden uitgerust. Zo wordt een spuitdopafstand van 25 cm gerealiseerd.
Pagina 109
Opbouw en werking van de spuitbomen 25 cm spuitdophouder monteren. Wanneer de 25 cm spuitdophouder niet wordt gebruikt, de toevoer met doppen sluiten. UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.8.2 Randsproeiers Grensspuitdoppen, elektrisch of handmatig Met de schakeling voor de grensspuitdoppen wordt de laatste spuit- dop uitgeschakeld en een randspuitdop 25 cm verder naar buiten (precies op de perceelgrens) elektrisch ingeschakeld. Schakeling eindspuitdop, elektrisch (optie) Met de schakeling voor de eindspuitdop worden maximaal drie van de buitenste spuitdoppen aan de perceelranden bij de slootkant vanuit de tractor elektrisch uitgeschakeld.
Opbouw en werking van de spuitbomen Automatische afzonderlijke spuitdopschakeling (optie) Door de elektrische afzonderlijke spuitdopschakeling kunnen 50 cm deelbreedten afzonderlijk worden geschakeld. In combinatie met de automatische deelbreedteschakeling Section Control kunnen de over- lappingen tot een minimum worden beperkt. 6.9.1 Afzonderlijke spuitdopschakeling AmaSwitch Elke spuitdop kan via Section Control afzonder- lijk worden in- en uitgeschakeld.
Opbouw en werking van de spuitbomen • Spuitdopafstand 25 cm mogelijk (optie) Bij de montage in acht nemen dat de beide naar voren wijzende uitgangen op de ma- chine worden gebruikt voor de montage. Handmatige spuitdopkeuze: De keuze van de spuitdop of de spuitdopcombi- natie kan via de bedieningsterminal worden ge- maakt.
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.10 Speciale uitrusting voor vloeibare kunstmest Voor de toediening van vloeibare kunstmest staan er momenteel twee verschillende soorten vloeibare kunstmest ter beschikking: Ammoniumnitraat-ureumoplossing (AHL) met 28 kg N • per 100 kg AHL. • Een NP-oplossing 10-34-0 met 10 kg N en 34 kg P per 100 kg NP-oplossing.
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.10.2 7-gaats-spuitdoppen / FD-spuitdoppen (optie) Voor het gebruik van de 7-gaats-spuitdoppen / FD-spuitdoppen gel- den dezelfde voorwaarden als voor de 3-gaats-spuitdoppen. In te- genstelling tot bij de 3-gaats-spuitdop zijn bij de 7-gaats-spuitdop / FD-spuitdop de uitlaatopeningen niet naar onderen gericht, maar zijwaarts.
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.10.3 Sleepslanguitrusting voor Super-L-spuitbomen (optie) met doseerschijven voor de bijbemesting met vloeibare meststof • (1) Sleepslangen met 25 cm slangafstand door montage van de 2e spuitleiding. (2) Bajonetaansluiting met doseerschijven. (3) Metalen gewichten; stabiliseren de positie van de slangen tijdens het werken.
Opbouw en werking van de spuitbomen 6.11 Hefmodule (optie) Met de hefmodule is optillen van de spuitboom mogelijk met 70 cm extra tot 3,20 m hoogte van de spuitdoppen. GEVAAR Gevaar voor ongevallen en gevaar voor beschadiging van de machine. •...
Comfort-Pakket Plus Comfort-Pakket Plus Algemeen Het Comfort-pakket Plus maakt de bediening en regeling van enkele arbeidsprocessen van de veldspuit mogelijk vanaf het bedieningsveld van de machine. 7.1.1 TwinTerminal Het oppervlak van de touchscreen-terminal bestaat uit aanraakge- voelige velden. Door het aantikken van de aanraakgevoelige velden •...
Comfort-Pakket Plus 7.1.5 Menu werk / speciale functies Na het inschakelen van de terminal is het menu werk actief Naar het menu werk omschakelen Naar het menu speciale functies omschakelen Werkmenu: Menu speciale functies Werkmenu Speciale functies UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Comfort-Pakket Plus Werkmenu In het menu werk wordt door het selecteren van de tank het submenu met de functies voor de desbetreffende tank geopend. • Menu spuitvloeistoftank • Menu spoelwatertank • Menu vulmengbak Het actieve menu wordt weergegeven met witte vulling. In de 3 menu's kunnen de functies telkens gestart en tegelijkertijd uitgevoerd worden.
Comfort-Pakket Plus Het actuele vloeistofverloop wordt in het menu werk weergegeven met pijlen. • groen – spuitvloeistof • blauw – spoelwater • grijs - functie geselecteerd maar niet actief 7.2.1 Statusindicaties in het menu werk Functie vulpauze ingesteld Actief vulprofiel Schuimvermijding actief Vulvermogen in stand 1, 2 of 3 Buitenwasinrichting actief...
Comfort-Pakket Plus 7.2.2 Menu spuitmiddeltank (1) Menu spuitmiddeltank openen door aantik- ken. (2) Invoer gewenst niveau Weergave gewenst / werkelijk niveau Vullen Voor het vullen: Gewenst niveau invoeren • Slang aansluiten op de correcte slangaansluiting • Het vullen stopt automatisch zodra het gewenste niveau bereikt is. Start / Stop vullen via zuigaansluiting Start / Stop vullen via drukaansluiting Spuitmiddel uit container afzuigen...
Comfort-Pakket Plus 7.2.3 Menu spoelwatertank (1) Menu spoelwatertank openen door aantik- ken. (2) Invoer gewenst niveau Weergave gewenst / werkelijk niveau Vullen Voor het vullen: • Gewenst niveau invoeren • Slang aansluiten op de correcte slangaansluiting Het vullen stopt automatisch zodra het gewenste niveau bereikt is. Start / Stop vullen via zuigaansluiting Start / Stop vullen via drukaansluiting Reiniging buitenzijde...
Comfort-Pakket Plus 7.2.4 Menu vulmengbak (1) Menu vulmengbak openen door aantikken. Start reiniging vulmengbak. De reiniging bestaat uit afzuigen, reinigen en afzuigen! Kanspoeling, ringleiding en spuitpistool worden niet gereinigd. (alternatief: automatische reiniging selecteren in het menu speciale functies) Capaciteitsverhoging voor de fustspoelsproeier. Verhoging van de waterdruk voor optimalisatie van de reiniging van lege preparaatcontainers.
Comfort-Pakket Plus Menu speciale functies Weergave en selectie van de submenu's Functies in de submenu's Submenu's Vulprofiel selecteren Vulpauze Filter reinigen / restleging (zie pagina Vulcapaciteit 183) / overwinteren Vulmengbak automatisch reinigen Terug naar het hoofdmenu instellingen / speciale functies. Onmiddellijke stop van alle actieve functies.
Comfort-Pakket Plus 7.3.1 Vulprofiel selecteren Het vullen start volgens de selectie van het vulprofiel bij het omlaag klappen van de vulmengbak. • • bij het bedienen van de startknop De vulling eindigt zodra het voor het vulprofiel opgeslagen gewenste niveau bereikt is. De vulprofielen worden aangemaakt in de Isobus-software.
Comfort-Pakket Plus 7.3.2 Vulpauze De vulpauze maakt een automatische pauze van het vullen mogelijk. Dit is zinvol als de inspoelprocedure voor het einde van de vulling nog niet afgesloten zou zijn. De vulling wordt alleen onderbroken als de vulmengbak neergelaten is. Automatische pauze activeren.
Comfort-Pakket Plus 7.3.3 Vulmengbak automatisch reinigen Bij de automatische reiniging wordt de omhoog geklapte vulmengbak automatisch na het vullen gereinigd. Zo hoeft deze functie niet handmatig via het menu vulmengbak te worden uitgevoerd. Vulmengbak automatisch reinigen Het automatische reinigen wordt weergegeven door een A (automatisch).
Comfort-Pakket Plus Alarm/waarschuwing en melding Alarm Waarschuwing Opmerking Meldingen over het gehele oppervlak moeten altijd worden → bevestigd! UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
In bedrijf stellen In bedrijf stellen Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over • het in bedrijf stellen van uw machine. • de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw trac- tor kunt aansluiten/aankoppelen. • Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze bedieningshandleiding hebben gelezen en begrepen.
In bedrijf stellen Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! • Controleer de geschiktheid van de tractor voordat u de machine aan de tractor bouwt of koppelt.
In bedrijf stellen 8.1.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van de trac- [kg] Voorasbelasting van de lege tractor tor/keuringsbrief [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Frontgewicht (indien aanwezig) zie technische gegevens Frontgewicht of wegen [kg] Werkelijke oplegdruk...
In bedrijf stellen 8.1.1.2 Berekening van het vereiste minimale ballastgewicht voor G om de bestuurbaar- V min heid te waarborgen • − • • • Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (hoofdstuk 8.1.1.7) in.
Pagina 134
In bedrijf stellen 8.1.1.7 Tabel Daadwerkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens bedienings- draagvermogen handleiding van tractor (twee banden) Minimaal ballastgewicht voor/achter Totaalgewicht ≤ Voorasbelasting ≤ ≤ Achterasbelasting ≤ ≤ • Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
In bedrijf stellen 8.1.2 Voorwaarden voor het gebruik van tractoren met aangekoppelde machines WAARSCHUWING Gevaar voor breuk bij gebruik van componenten door ontoelaat- bare combinaties van koppelinrichtingen! Zorg ervoor dat • ο de daadwerkelijke oplegdruk niet hoger is dan de toelaatba- re oplegdruk voor de koppelinrichting van de tractor;...
In bedrijf stellen 8.1.2.1 Combinatiemogelijkheden van verbindingsinrichtingen De tabel toont de toegelaten combinatiemogelijkheden van de verbin- dingsinrichting van tractor en machine. Verbindingsinrichting Tractor AMAZONE machine Bovenste ophanging Penkoppeling vorm A, B, C Trekoog 40 mm (ISO 5692-2) Ø A niet zelfstandig...
Pagina 137
In bedrijf stellen 8.1.2.2 Toegelaten D -waarde vergelijken met werkelijke D -waarde WAARSCHUWING Gevaar door breuk van de verbindingsinrichtingen tussen trac- tor en machine bij niet-doelmatig gebruik van de tractor! 1. Bereken de werkelijke D -waarde van uw combinatie, bestaan- de uit tractor en machine.
Pagina 138
In bedrijf stellen Werkelijke D -waarde voor de te koppelen combinatie berekenen De werkelijke D -waarde van een te koppelen combinatie wordt als volgt berekend: T x C = g x T + C Fig. 1 Toegelaten totaalgewicht van uw tractor in [t] (raadpleeg de be- dieningshandleiding of de voertuigpapieren van uw tractor) Asbelasting van de met de toegelaten massa (laadvermogen) beladen machine in [t] zonder oplegdruk...
In bedrijf stellen Lengte van de koppelingsas op de tractor aanpassen WAARSCHUWING Gevaar door beschadigde en/of defecte, weggeslingerde onderdelen • voor het bedieningspersoneel / derden kan ontstaan, wan- neer de koppelingsas bij het optillen / neerlaten van de aan de tractor gekoppelde machine stuikt of uit elkaar wordt ge- trokken, omdat de lengte van de as verkeerd is aangepast! vastgrijpen en opwikkelen door verkeerde montage of on- •...
Pagina 140
In bedrijf stellen WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door het per ongeluk wegrollen van de tractor en de aangekoppelde machine! • verlagen van de opgetilde machine! • Beveilig de tractor en de machine tegen het per ongeluk starten, weg- rollen en de opgetilde machine tegen het per ongeluk naar beneden komen, voor u voor het aanpassen van de cardanas de gevarenzone tussen tractor en opgetilde machine betreedt.
In bedrijf stellen Tractor / machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vast- grijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van •...
In bedrijf stellen Wielen monteren Gebruik voor de wielmontage: (1) Conische ringen voor de wielmoeren. (2) alleen velgen met een passende verdieping voor opname van de conusring. Als de machine uitgerust is met noodwielen, dan moeten voor de inbedrijfstelling werkwielen worden gemonteerd. WAARSCHUWING De bij de banden passende velgen moeten over een rondom gelaste wielschijf beschikken!
In bedrijf stellen 4. Werkwielen op schroefdraadbouten plaatsen. 5. Wielmoeren aanhalen. 6. Machine neerlaten en hijsbanden verwijderen. 7. Na 10 bedrijfsuren de wielmoeren aandraaien. Stuuras De stuurhoek van de stuuras moet afhankelijk van de wielen worden be- perkt. Anders kan het wiel in botsing komen met de machine.
In bedrijf stellen Hydraulisch systeem instellen met systeemomstelschroef Het hydrauliekblok bevindt zich rechtsvoor op de machine achter de afdekplaat. • Stem absoluut de hydraulische systemen van tractor en machine op elkaar af. De instelling van het hydraulische systeem van de machine volgt •...
Pagina 145
In bedrijf stellen (1) Open-Center hydraulisch systeem met con- stante doorstroompomp (tandwielpomp) of verstelpomp. → Systeemomstelschroef op stand A zetten. Verstelpomp: stel op de tractorregeleenheid de maximaal benodigde oliehoeveelheid in. Wanneer de oliehoeveelheid te gering is kan de correcte werking van de machine niet worden gegarandeerd.
Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen Raadpleeg bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", blz. 30. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en wegrollen van de machine en tractor bij het aan- of afkoppelen van de ma- chine.
Pagina 147
Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor uitval van de energietoevoer tussen tractor en ma- chine door beschadigde voedingskabels! Let bij het aansluiten van de voedingsleidingen op het verloop van de voedingsleidingen. De voedingsleidingen moeten bij alle bewegingen van de gekoppelde machine soepel •...
Machine aan- en afkoppelen Machine afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de afgekoppelde machine! Zet de machine altijd op een vlakke en stevige ondergrond. Na het afkoppelen van de machine moet er voldoende ruimte vóór de machine zijn om de tractor in één lijn naar de machine te rijden.
Machine aan- en afkoppelen 9.2.1 Manoeuvreren met de losgekoppelde machine GEVAAR Bij het manoeuvreren met losgezette bedrijfsrem moet zeer zorgvuldig te werk worden gegaan, omdat de aanhangspuit nu alleen wordt geremd door het trekkende voertuig. De machine moet met het trekkende voertuig verbonden zijn voor u het losmaakventiel op het remventiel van de aanhanger bedient.
Transportritten Transportritten Raadpleeg bij transportritten het hoofdstuk "Veiligheidsinstruc- • ties voor de gebruiker", pagina 32. • Controleer voor transportritten of de voedingsleidingen correct zijn aangebracht; ο ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is. ο het remsysteem en hydraulische systeem op in het oog lo- pende gebreken.
Pagina 151
Transportritten WAARSCHUWING Gevaar voor vallen bij het zonder toestemming meerijden op de machine! Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine en/of op rijdende machines te laten stappen. Stuur personen van het laadterrein voordat u met de machine gaat rijden.
Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken "Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine", • vanaf pagina 19 en "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener", vanaf pagina 30 •...
Pagina 153
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vast- grijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen • van de machine. onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine • combinatie.
Pagina 154
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar door onbedoeld contact met gewasbeschermingsmidde- len / spuitvloeistof! Draag een persoonlijke beschermingsuitrusting, • ο bij het aanmaken van de spuitvloeistof. bij het reinigen / vervangen van de spuitdoppen bij spuitbe- ο drijf. bij alle werkzaamheden voor het reinigen van de veldspuit ο...
Werken met de machine 11.1 Spuiten voorbereiden Voor het nauwkeurig toedienen van gewasbeschermingsmidde- • len moet de veldspuit in goede staat zijn. Laat de veldspuit re- gelmatig op de testbank testen. Verhelp eventuele storingen meteen. • Zorg voor de correcte filteruitrusting. Reinig de veldspuit altijd voor u een ander gewasbescher- •...
Werken met de machine 11.2 Spuitvloeistof aanmaken Spuitvloeistof aanmaken via TwinTerminal op het bedieningsveld. WAARSCHUWING Gevaar voor de gezondheid door onvrijwillig contact met ge- wasbeschermingsmiddelen en / of spuitvloeistof! Spoel het gewasbeschermingsmiddel principieel via de vul- • mengbak in de spuitvloeistoftank. •...
Pagina 157
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar voor personen / dieren door onvrijwillig contact met spuitvloeistof bij het vullen van de spuitvloeistoftank! Draag persoonlijke beschermingsuitrusting wanneer u gewasbe- • schermingsmiddelen verwerkt / spuitvloeistof uit de spuitvloei- stoftank aftapt. De benodigde persoonlijke beschermingsuitrus- ting is afhankelijk van de voorschriften van de fabrikant, de pro- ductinformatie, de gebruiksaanwijzing, het veiligheidsgegevens- blad of de gebruiksaanwijzing van het te gebruiken gewasbe-...
Werken met de machine Bereken zorgvuldig de benodigde hoeveelheid spuitvloeistof of • de navulhoeveelheid om de restvloeistof na het spuiten te be- perken, omdat een milieuvriendelijke verwerking van de rest- vloeistof erg moeilijk is. ο Gebruik voor de berekening van de benodigde navulhoe- veelheid voor de laatst spuitvloeistoftankvulling de "Vultabel voor resterende oppervlakken".
Pagina 159
Werken met de machine Doe wateroplosbare foliezakjes bij lopend roerwerk direct in de • spuitvloeistoftank. • Los het ureum voor het spuiten door rondpompen van vloeistof volledig op. Bij het oplossen van grotere hoeveelheden ureum ontstaat een sterke temperatuurdaling van de spuitvloeistof, hierdoor lost het ureum slechts langzaam op.
Werken met de machine 11.2.1 Vul- en navulhoeveelheden berekenen Gebruik voor de berekening van de benodigde navulhoeveelheid voor de laatst spuitvloeistoftankvulling de "Vultabel voor resterende opper- vlakken", pagina 52. Voorbeeld 1: Gegeven zijn: Nominaal volume tank 1000 l Resthoeveelheid in de tank Benodigde hoeveelheid water 400 l/ha Benodigde hoeveelheid prepa-...
Werken met de machine Berekeningsformule en antwoord op vraag 2: Beschikbare spuitvloeistof [l] – resthoeveelheid [l] te behandelen oppervlak [ha] Benodigde hoeveelheid water [l/ha] 1000 [l] (nominaal volume tank) – 20 [l] (resthoeveelheid) 1,96 [ha] 500 [l/ha] benodigde hoeveelheid water 11.2.2 Vultabel voor restoppervlakken Gebruik voor de berekening van de benodigde navulhoeveelheid voor...
Werken met de machine 11.2.3 Spuitvloeistoftank vullen Actie uitvoeren via de TwinTerminal. Spuitvloeistoftank vullen met water. • Bij voorkeur spoelwatertank tegelijkertijd met water vullen. • Tijdens het vullen preparaten inspoelen via de vulmengbak. • Onderbreek het vullen als het inspoelen niet afgesloten kan zijn •...
Pagina 163
Werken met de machine 1. Zuigslang verbinden met de zuigaansluiting en het wateraftappunt. 2. Pomp aandrijven (minstens 400 min 3. TwinTerminal: Gewenst niveau invoeren. Start / Stop vullen via zuigaansluiting. 4. Vul indien nodig tegelijkertijd de spoelwater- tank. 5. Begin met het doseren van het preparaat, wanneer de tank 20% is gevuld.
Werken met de machine 11.2.3.2 Spuitvloeistoftank vullen via drukaansluiting VOORZICHTIG • Maximaal toegestane waterdruk: 8 bar • Bij een vulcapaciteit meer dan 1000 l/min het deksel van de spuitvloeistoftank tijdens het vullen open houden. Het is anders mogelijk dat de spuitvloeistoftank wordt bescha- digd.
Werken met de machine 11.2.4 Inspoelen van het preparaat via de vulmengbak De vulmengbak kan van water uit de zuigaansluiting, spoelwater of spuitvloeistof worden voorzien. Selectie uitvoeren via TwinTerminal. Spoel preparaten in tijdens de vulprocedure. 1. Pomp aandrijven (minstens 400 min 2.
Pagina 166
Werken met de machine TwinTerminal, menu vulmengbak Vulmengbak bij voorkeur met water gebruiken. Vaten spoelen: 1. Omschakelkraan EB in positie 2. Het vat over de vatspoeling stulpen.. 3. Vat minstens 30 sec. naar onderen druk- ken. → Vat wordt met water gespoeld. Vulmengbak reinigen: 1.
Werken met de machine 11.2.5 Spuitmiddel uit containers aanzuigen Spoel preparaten in tijdens de vulprocedure. 1. Pomp starten. 2. Spuitmiddelcontainer met druppelvrije steekkoppeling aansluiten. 3. TwinTerminal: vullen starten. → Spuitmiddel uit container afzuigen. 4. TwinTerminal: vullen stoppen, wanneer de gewenste hoeveelheid uit de container is afgezogen.
Werken met de machine 11.2.6 Spoelwatertank vullen Zuigvulling voor machines zonder spoelwaterpomp: WAARSCHUWING Schade voor culturen en ondergrond. Zuigvulling van de spoelwatertank bij contaminatie van de armatuur door kritieke preparaten: Reinig de machine eerst bijzonder grondig. • Bij een te verwachten verontreiniging van de spoelwatertank met •...
Werken met de machine 11.3 Spuiten Bijzondere aanwijzingen voor het spuiten • Controleer de veldspuit door de afgifte te meten ο voor de begin van het seizoen bij afwijkingen tussen de werkelijk weergegeven spuitdruk ο en de volgens de spuittabel vereiste spuitdruk. •...
Pagina 170
Werken met de machine Bij gemiddelde windsnelheden van meer dan 5 m/sec. (bladeren • en takjes bewegen) niet meer spuiten. • Schakel de spuitbomen alleen tijdens het rijden in en uit om overdosering te vermijden. Vermijd overdosering door overlappingen bij niet exact aanslui- •...
Werken met de machine De pompcapaciteit is afhankelijk van het pompaandrijftoerental. • Stel het pomptoerental zo in (tussen 400 en 540 t/min) dat altijd een voldoende groot debiet naar de spuitbomen en voor het roerwerk ter beschikking staat. Hierbij dient er absoluut rekening mee gehouden te worden dat bij hoge rijsnelheid en hoge dose- ring meer spuitvloeistof getransporteerd moet worden.
Pagina 172
Werken met de machine Voorbeeld: Benodigde dosering: 200 l/ha Ingestelde rijsnelheid: 8 km/h Spuitdoptype: LU/XR Spuitdopgrootte: '05' Toegestaan drukbereik van de ingebouw- min. druk 1 bar de spuitdoppen max. druk 5 bar Nagestreefde spuitdruk: 3,7 bar Toegelaten spuitdruk: 3,7 bar (25% min.
Werken met de machine Naar het veld rijden met ingeschakeld roerwerk 1. Spuiten uitschakelen. 2. Aftakas inschakelen. 3. Bedieningsterminal:Gewenste roerintensi- teit instellen. 11.3.2 Maatregelen ter vermindering van drift Het spuiten naar 's morgens vroeg of 's avonds laat verleggen • (over het algemeen waait het dan minder).
Werken met de machine 11.3.4 Resthoeveelheden Er zijn drie soorten resthoeveelheden: • In de spuitvloeistoftank achterblijvende, overtollige resthoeveel- heid na afloop van het spuiten. De overtollige resthoeveelheid wordt verdund verwerkt of afge- → pompt en afgevoerd. Technische resthoeveelheid die bij een spuitdrukdaling van 25% •...
Werken met de machine 11.3.5 Verdunnen van de overtollige resthoeveelheid in de spuitvloeistoftank en uit- spuiten van de verdunde resthoeveelheid na afloop van het spuitbedrijf. 1. Spuiten uitschakelen op de bedieningsterminal. 2. Start de pomp met pompbedrijfstoerental. 3. Resthoeveelheid verdunnen met de 10-voudige hoeveelheid spoelwater.
Machine na het gebruik reinigen Machine na het gebruik reinigen Houd de inwerkingsduur zo kort mogelijk, bijv. door het dagelijks • reinigen na het spuiten. Laat de spuitvloeistof niet onnodig lang in de spuitvloeistoftank, bijvoorbeeld niet gedurende de nacht. Levensduur en betrouwbaarheid van de veldspuit hangen in hoofdzaak van de inwerkingsduur van het gewasbeschermings- middel op de materialen van de veldspuit af.
Machine na het gebruik reinigen 12.1 Snelle reiniging van de lege veldspuit 1. Pomp starten. Bedieningsterminal, menu reinigen: SNELREINIGING Aan volgende voorwaarden moet zijn voldaan: 2. Aan de voorwaarden moet zijn voldaan. Vergelijk de gewenste waarden met de ac- tuele waarden. 3.
Machine na het gebruik reinigen 12.2 Intensieve reiniging van de lege veldspuit 1. Pomp starten. Bedieningsterminal, menu reinigen: SNELREINIGING Aan volgende voorwaarden moet zijn voldaan: 2. Aan de voorwaarden moet zijn voldaan. Vergelijk de gewenste waarden met de ac- tuele waarden. 3.
Machine na het gebruik reinigen 12.3 Aftappen van de laatste resthoeveelheid Op het veld: laatste resthoeveelheid op het veld aftappen. • Op het erf: • Geschikte opvangbak onder de uitlaatopening van de zuig- ο armatuur en de aftapslang voor het drukfilter plaatsen en de laatste resthoeveelheid opvangen.
Machine na het gebruik reinigen 12.4 XtremeClean hogedrukreiniging XtremeClean via de bedieningsterminal ISOBUS uitvoeren. • XtremeClean is een hogedrukreiniging van de spuitmiddeltank. • XtremeClean is bedoeld voor het losmaken van afzettingen op • de binnenwand van de tank en wordt vooral gebruikt bij een kri- tische preparaatwisseling.
Pagina 181
Machine na het gebruik reinigen 4. Reinigingswater milieuvriendelijk uitbren- gen. Reinigingsfase 1 → 5. Reinigingswater milieuvriendelijk uitbren- gen. Uitbrengen starten Reinigingsfase 2 → 6. Indien nodig reinigingsmiddel inspoelen, zie pagina 165 7. Hogedrukreiniging start. Hogedrukreiniging beëindigen. De hogedrukreiniging duurt minimaal 15 minuten.
Machine na het gebruik reinigen 12.5 Chemische reiniging uitvoeren De chemische reiniging is geadviseerd voor een kritieke prepa- • raatwissel en voor een langere buitenbedrijfstelling. Chemische reiniging uitvoeren na de intensieve reiniging. • 1. Machine reinigen. 2. Spuitvloeistoftank met 100 l water vullen en reinigingsmiddel toevoegen volgens de in- structies van de fabrikant.
Machine na het gebruik reinigen 12.6 Zuigfilter / drukfilter reinigen, restleging Reinig de zuigfilter dagelijks na het reinigen van de veldspuit. • Vet de O-ring aan de onderkant van de zuigfilter. • Let op een correcte inbouw van de O-ringen. •...
Pagina 184
Machine na het gebruik reinigen Drukfilter reinigen bij gevulde spuitvloeistoftank HighFlow: afzonderlijk drukfilter HighFlow niet bij gevulde spuitvloeistoftank reinigen. 1. TwinTerminal: drukfilterreiniging starten. 2. Spuitpomp mag niet aangedreven worden!! WAARSCHUWING Ongewenste leging van de sproeimiddeltank via de snelle leging! Pomp in geen geval aandrijven. Afzonderlijkde spuitdopschakeling Afsluitkraan retour op spuitbomen slui- ten((positie 0).
Pagina 185
Machine na het gebruik reinigen Verwijderen van resthoeveelheden 1. TwinTerminal: restleging starten. Spuitpomp mag niet aangedreven worden! 2. bevestigen. 3. Opvangemmer onder de afvoeropening plaatsen. 4. bevestigen. 5. TwinTerminal: restleging stoppen. Stop de restleging voortijdig als de opvang- emmer vol is. UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Machine na het gebruik reinigen 12.7 Reiniging van de spuit bij een gevulde tank (werkonderbreking) 1. Bedieningsterminal: tijdens het rijden op het veld de spuitbomen spoelen. Verspreiden van de sproeivloeistof mar- keren. > Start spuitbomen spoelen. X Stop spuitbomen spoelen. 2.
Storingen Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vast- grijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de met de driepuntshydraulica van • de tractor opgetilde machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen • van de machine.
Reiniging, onderhoud en service Reiniging, onderhoud en service WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vast- grijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de met de driepuntshydraulica van • de tractor opgetilde machine. onbedoeld zakken van opgetilde, onbeveiligde machinede- •...
Pagina 189
Gebruik alleen originele AMAZONE-reserveonderdelen (zie hier- • voor hoofdstuk "Reserveonderdelen, slijtagedelen en hulpmate- rialen", pagina 18). • Gebruik alleen AMAZONE originele-reserveslangen en bij de montage alleen slangklemmen van V2A. Speciale vakkennis is de voorwaarde voor de uitvoering van • controle- en onderhoudswerkzaamheden. Deze vakkennis wordt in het kader van deze gebruiksaanwijzing niet overgedragen.
Reiniging, onderhoud en service 14.1 Reinigen Controleer de rem-, lucht- en hydraulische slangen bijzonder • zorgvuldig. • Behandel hydraulische slangen nooit met benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën. Dit geldt voor rem-, lucht-, hydraulische slangen ο spuitvloeistof-, zaadgoed-, meststof-, waterslangen ο...
Reiniging, onderhoud en service 14.2 Overwinteren of langere buitenbedrijfstelling Bij het overwinteren wordt het resterende water/de spuitvloeistof in het gehele vloeistofcircuit met voldoende antivries verdund om vorst- schade te voorkomen. Vloeibare meststof is als vorstbescherming niet geschikt en kan de machine beschadigen.
Pagina 192
Reiniging, onderhoud en service 7. Vulmengbak neerlaten. 8. Omschakelkranen op de vulmengbak in de getoonde stand zetten. 9. Voor de overwintering van de buitenreiniging: spuitlans via de vulmengbak doorspoelen. 10. Omschakelkranen op de vulmengbak in de getoonde stand zetten. 11. Voor het overwinteren van de spuitpistolen op de vulmengbak: spuitpistolen gedurende 60 seconden via de vulmengbak doorspoelen.
Pagina 193
Reiniging, onderhoud en service 17. Voor het automatisch aftappen van de tank een passende opvangbak aanbrengen. 18. HighFlow: hulproerwerk weer op de voor- gaande stand instellen. 19. Pomp uitschakelen. 20. Ontwater de druksensoren door de slang van de druksensor af te koppelen. Super-S-spuitbomen Super-L-spuitbomen Hoofdroerwerk...
Reiniging, onderhoud en service 14.3 Smeervoorschrift Smeer alle smeernippels (afdichtingen schoon houden). De machine in de opgegeven intervallen sme- ren/vetten. De smeerpunten aan de machine zijn met de folie gemarkeerd. Reinig smeernippels en vetspuit voor het smeren grondig, zodat er geen vuil in de lagers wordt geperst.
Reiniging, onderhoud en service 14.3.1 Overzicht van smeerpunten Smeerpunt Interval Aantal Soort smering smeerpu nten 1 Hydraulische cilinder voor steunvoet Smeernippel 2 Dissellager Smeernippel 3 Handrem Kabels en omkeerrollen invetten. Spil invetten via smeer- nippels. 4 Trekoog invetten 1 Hefcilinder Smeernippel 1 Hydraulische cilinder van de hydro- Smeernippel...
Reiniging, onderhoud en service Smeerpunt Interval Aantal Soort smering smeerpu nten Cardanas Smeernippel 1 Fuseelager, boven en onder Smeernippel 2 Stuurcilinderkoppen aan stuurassen Smeernippel 3 Remaslagers, buiten en binnen Smeernippel 4 Boominsteller 1000 Smeernippel 5 Automatische boominsteller ECO- 1000 Smeernippel Master 6 Wielnaaflagers vet verversen, kegella- 1000...
Pagina 197
Reiniging, onderhoud en service Automatische boominsteller ECO-Master bij elke remvoeringvervanging: 1. Rubberen afsluitdop verwijderen. 2. Afsmeren (80 g) tot aan de instelschroef voldoende vers vet tevoorschijn komt. 3. Instelschroef met een ringsleutel ca. één omwenteling terug- draaien. Remhefboom nooit met de hand bedienen. 4.
Reiniging, onderhoud en service 14.4 Onderhouds- en verzorgingsschema – overzicht • Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn is bereikt. Tijdsintervallen, loopuren van de motor of service- • intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Na de eerste belastingsrit Onderhoudswerkzaamheid Zie blz.
Reiniging, onderhoud en service 14.5 As en rem Voor een optimaal remgedrag en minimale slijtage van de remvoerin- gen adviseren wij de uitvoering van een trekafstemming tussen de tractor en de aanhangspuit. Laat deze afstemming na een geschikte inrijperiode van het bedrijfsremsysteem uitvoeren bij een vakwerk- plaats.
Pagina 202
Reiniging, onderhoud en service Remtrommel controleren op verontreiniging (werkplaats) 1. Beide afdekplaten (1) aan de binnenkant van de remtrommel verwijderen. 2. Eventueel binnengedrongen verontreinigin- gen en plantenresten verwijderen. 3. Afdekplaten weer verwijderen. VOORZICHTIG Binnengedrongen verontreinigin- gen kunnen zich afzetten op de remvoeringen (2) en het remver- mogen daardoor aanzienlijk ver- slechteren.
Pagina 203
Reiniging, onderhoud en service Remvoeringcontrole Om de dikte van de remvoering te controleren de rubberafdekking van het kijkgat (1) openklappen. Remvoering vervangen → Vakwerkplaats Criterium voor remvoeringwissel: Minimumdikte van 5 mm bereikt. • Slijtrand (2) bereikt. • Instelling aan de boominsteller (werkplaats) Boominsteller met de hand bedienen in drukrich- ting.
Pagina 204
Reiniging, onderhoud en service Luchtketel Tap elke dag het water af uit de luchtketel. (1) Luchtketel (2) Spanbanden (3) Ontwateringsventiel (4) Testaansluiting voor ma- nometer 1.Trek het aftapventiel aan de ring opzij tot er geen water meer uit de luchtketel komt. Er komt water uit het ontwateringsventiel.
Reiniging, onderhoud en service Gebruiksaanwijzing voor het controleren van het tweekrings-bedrijfsremsysteem (vakwerk- plaats) Controle op lekkage 1. Controleer alle aansluitingen, buis-, slang- en schroefverbindin- gen op lekkage. 2. Repareer lekkages. 3. Verhelp schuurplekken van buizen en slangen. 4. Vervang poreuze en defecte slangen. 5.
Reiniging, onderhoud en service 14.5.1 Automatische lastafhankelijke remkrachtregelaar (ALB) Remdruk controleren: Sluit een manometer op de controleaansluiting van de remcilinder aan. Wijkt de remdruk af van de voorgeschreven waarden, stel dan de remdruk via de oogbouten op de ALB in. 1.
Reiniging, onderhoud en service 14.6 Handrem Bij nieuwe machines kunnen de remkabels van de handrem uitzetten. Stel de handrem bij, • als driekwart van de spanweg van de spil nodig is om de hand- rem vast aan te trekken. als u de remvoeringen heeft vervangen. •...
Reiniging, onderhoud en service 14.7 Banden / wielen Vereist aanhaalmoment van de wielmoeren/-bouten: • Gebruik voor de wielmontage: (1) Conische ringen voor de wielmoeren. (2) alleen velgen met een passende verdieping voor opname van de conusring. Controleer regelmatig • of de wielmoeren goed vastzitten; ο...
Reiniging, onderhoud en service 14.7.2 Banden monteren (vakwerkplaats) Voordat u een nieuwe / andere band monteert, moeten eerst de • roestvlekken op de velgrand worden verwijderd. Tijdens het rij- den kan corrosie schade aan de velgen veroorzaken. Gebruik bij de montage van nieuwe banden altijd nieuwe tube- •...
Reiniging, onderhoud en service 14.8 Verbindingsinrichting controleren GEVAAR! Vervang een beschadigde dissel onmiddellijk door een • nieuwe omwille van de verkeersveiligheid. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door de fabri- • kant. Om veiligheidsredenen is het lassen en boren aan de dissel •...
Reiniging, onderhoud en service 14.9 Trekinrichting Controleer of de bouten goed vastzitten Opgegeven aandraaimomenten aanhouden. 14.10 Hydropneumatische vering Controleer of de bouten goed vastzitten Opgegeven aandraaimomenten aanhouden. UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Laat hydraulische slangen minstens één keer per jaar door een deskundige controleren op gebruiksveiligheid! Beschadigde en verouderde slangen vervangen! Gebruik uitslui- • tend AMAZONE originele hydraulische slangen! • Gebruik hydraulische slangen niet langer dan zes jaar. Dat is inclusief een eventuele opslagtijd van maximaal twee jaar. Ook...
Reiniging, onderhoud en service 14.11.1 Markering van de hydraulische slangen De aanduidingen op de slangen hebben de volgende betekenis: (1) Type-aanduiding van de fabrikant van de hydraulische slangleiding (A1HF) (2) Productiedatum van de hydraulische slang (02 04 = februari 2004) (3) Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk (210 bar).
• losse slangklemmen 14.11.4 Monteren en demonteren van hydraulische Gebruik • alleen originele AMAZONE-reserveslangen. Deze reserveslan- gen zijn bestand tegen de chemische, mechanische en thermi- sche belastingen. • bij de montage van slangen principieel slangklemmen uit V2A. Neem bij het monteren en demonteren van hydraulische slangen absoluut de volgende punten in acht: •...
Reiniging, onderhoud en service 14.11.7 Hydropneumatisch drukvat WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk letsel bij werkzaamheden aan de hydraulische installatie met drukvat. Werkzaamheden aan het hydraulische blok en hydraulische slangen met aangesloten drukvat mogen alleen door vakpersoneel worden uitgevoerd. UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Reiniging, onderhoud en service 14.12 Instellingen aan de uitgeklapte spuitboom Uitlijning parallel t.o.v. de bodem Bij uitgeklapte, correct ingestelde spuitbomen moeten alle spuitdoppen dezelfde parallelle af- stand hebben t.o.v. de bodem. Als dit niet het geval is, moeten de uitgevouwen spuitbomen met ontgrendelde trillingsdemping d.m.v.
Reiniging, onderhoud en service 14.13 Elektrohydraulische spuitbomen WAARSCHUWING DistanceControl, ContourControl Gevaar voor letsels door ongewenste bewegingen van de spuit- bomen in de automatische modus door betreden van het stra- lingsgebied van de ultrasone sensor. Vergrendel de spuitbomen voor u de tractor verlaat. •...
Reiniging, onderhoud en service 14.14 Pomp 14.14.1 Oliepeil controleren Gebruik alleen merkolie 20W30 • of multifunctionele olie 15W40! Op een correct oliepeil letten! • Schadelijk zijn zowel een te laag alsook een te hoog oliepeil. • Door de niet-horizontale ligging van de pomp bij de Hitch-dissel moet een gemiddelde van het af- gelezen oliepeil worden gemaakt.
Reiniging, onderhoud en service 14.14.4 Zuig- en drukzijdige kleppen controleren en vervangen (vakwerkplaats) Let op de inbouwpositie van de ventielen op zuig- en drukzijde • voor u de ventielgroepen (5) verwijdert. • Let er bij de montage op dat de klepgeleiding (9) niet beschadigd wordt.
Reiniging, onderhoud en service 14.14.5 Zuigermembranen controleren en vervangen (vakwerkplaats) Controleer de zuigermembraan (8) minstens één keer per jaar • door demontage op perfecte staat. • Let op de inbouwpositie van de ventielen op zuig- en drukzijde voor u de ventielgroepen (5) verwijdert. Voer de controle en de vervanging van de zuigermembraan voor •...
Reiniging, onderhoud en service Zuigermembranen vervangen Let op de juiste positie van de uitsparingen resp. boringen van • de cilinders. • Bevestig de zuigermembraan (8) met de steunschijf en de bout (11) zo aan de zuiger (9) dat de rand naar de kant van de cilin- derkop (7) wijst.
Reiniging, onderhoud en service 14.15 Doorstromingsmeter kalibreren Zie bedieningshandleiding software ISOBUS; hoofdstuk "Impulsen per liter". 14.16 Verkalking in het systeem verwijderen Indicaties op bestaande verkalkingen: Spuitdophouder opent of sluit niet. • Foutmeldingen op de bedieningsterminal • Voor het verwijderen van verkalkingen gebruikt u speciale zuurmidde- len (bijv.
Reiniging, onderhoud en service 14.17 Afgifte van de veldspuit bepalen Controleer de veldspuit door uitliteren voor het begin van het seizoen. • bij elke spuitdopwissel. • om de instelinstructies van de spuittabellen te controleren. • bij afwijkingen tussen werkelijke en vereiste afgifte [l/ha]. •...
Pagina 225
Reiniging, onderhoud en service Voorbeeld: Spuitdopgrootte '06' Ingestelde rijsnelheid 7 km/h Spuitdopafgifte aan de linkerarm: 0,85 l/30s Spuitdopafgifte in het midden 0,84 l/30s Spuitdopafgifte aan de rechterarm: 0,86 l/30s Berekend gemiddelde: 0,85 l/30s → 1,7 l/min 1. Afzonderlijke spuitdopafgifte [l/ha] bepalen met Quick-Check- beker (1) (bepaalde afgifte 290 l/ha (2) (bepaalde spuitdruk 1,6 bar...
Reiniging, onderhoud en service 14.18 Spuitdoppen Montage van de spuitdop Verschillende spuitdopafmetingen worden door bajonetmoeren met verschillende kleuren gemarkeerd. 1. De spuitdopfilter (5) van onderen in de spuitdophouder plaatsen. De spuitdop bevindt zich in de bajonetmoer 2. Rubber dichting (6) boven de spuitdop in de zitting van de bajonetmoer drukken.
Reiniging, onderhoud en service 14.19 Leidingfilter Reinig de leidingfilter • (1) naargelang het gebruik om de 3-4 maanden. Vervang de beschadigde filterelementen. • UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Reiniging, onderhoud en service 14.20 Aanwijzingen voor de controle van de veldspuit Alleen geautoriseerde instanties mogen de veldspuit inspecte- • ren. • De controle van de veldspuit is wettelijk voorgeschreven: ο ten laatste 6 maanden na ingebruikneming (indien bij aan- koop nog niet uitgevoerd), dan verder om de 4 halve jaren.
Pagina 229
Reiniging, onderhoud en service Testen van de pomp - testen van de pompcapaciteit (opbrengst, druk) 1. Wartelmoer (1) losmaken. 2. Slangaansluiting aanbrengen. 3. Wartelmoer aanhalen. Testen van de doorstromingsmeter 1. Alle spuitleidingen uit de deelbreedteklep- pen (1) trekken. 2. De aansluiting van de doorstromingsmeter met een deelbreedteklep verbinden en op het controleapparaat aansluiten.
Reiniging, onderhoud en service 14.21 Aanhaalmomenten bouten 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18 M18x1,5 M 20 M 20x1,5 M 22 M 22x1,5 1050 M 24 1000...
Reiniging, onderhoud en service 14.22 Afvoeren van de veldspuit Reinig de volledige veldspuit zorgvuldig (binnen en buiten) voor u deze afvoert. De volgende componenten kunnen voor de energieterugwinning* worden gebruikt: spuitvloeistoftank, vulmengbak, spoelwatertank, handwastank, slangen en kunststof-fittings. Metalen delen kunnen worden verwijderd. Respecteer de wettelijke bepalingen voor de verwijdering van de verschillende materialen.
Hydraulische klapinrichting Elektrohydraulische klapinrichting 15.4 Zekeringen en relais De zekeringkast bevindt zich onder de afdekking linksvoor. UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Pagina 240
Tekeningen en overzichten Zekeringen spuitboomfuncties Nummer Sterkte Functie OV_E 12V-L-S druk hoekcilinder rechts 12V_M Reserve 12V_L_MRS1 12V_L_MRS2 12V_C_CP K1 werkschijnwerper spuitbomen links/omgeving rechts Relais spuitboomfuncties Nummer Functie Werkschijnwerper spuitbomen links/omgeving rechts Ventiel / aandrijving XtremeClean Vrij Vrij UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Spuittabel 16.1 Spuittabellen voor spleetdoppen, antidriftdoppen, luchtinjectie- en airmixdoppen, spuithoogte 50 cm Alle in de spuittabellen vermelde doseringen [l/ha] gelden voor • water. Vermenigvuldig de opgegeven doseringen voor de omre- kening in AHL met 0,88 en voor de omrekening in NP- oplossingen met 0,85.
Pagina 242
Spuittabel Spuitdoptype selecteren Tabel 1 Voorbeeld: 200 l/ha Benodigde dosering: Ingestelde rijsnelheid: 8 km/h Vereist druppelspectrum voor het uitvoe- grof (fijne drift) ren van de bespuiting: Vereist spuitdoptype: Vereiste dopgrootte: Vereiste spuitdruk: ? bar Vereiste afgifte per dop voor het bepalen van de afgifte van de veldspuit: ? l/min UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Pagina 243
Bepalen van spuitdoptype, spuitdopgrootte, spuitdruk en afgifte per dop 1. Bepaal het bedrijfspunt voor de vereiste dosering (200 l/ha) en de gewenste rijsnelheid (8 km/h). 2. Trek aan het bedrijfspunt een verticale lijn naar onderen. Afhan- kelijk van de positie van het bedrijfspunt loopt deze lijn door het karakteristieke bereik van verschillende spuitdoptypes.
Pagina 244
Spuittabel UX Super CP Plus BAG0157.5 07.20...
Water (bar) (l/min) 1,77 1,57 2,01 1,78 2,19 1,94 2,35 2,08 2,61 2,31 AMAZONE - spuittabel voor 7-gaats-spuitdop SJ7-08VP (wit) Druk Dopafgifte Dosering AHL (l/ha) / km/h per spuitdop Water (bar) (l/min) 2,28 2,02 2,66 2,35 2,94 2,60...
Pagina 249
AMAZONE-spuittabel voor FD-06-spuitdop Druk Dopafgifte Dosering AHL (l/ha) / km/h per spuitdop Water (bar) (l/min) 1,70 1,49 1,96 1,72 2,19 1,93 2,40 2,11 2,77 2,44 AMAZONE-spuittabel voor FD-08-spuitdop Druk Dopafgifte Dosering AHL (l/ha) / km/h per spuitdop Water (bar) (l/min)