Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitbrengen Van De Spuitvloeistof - Amazone UG 2000 Special Bedieningshandleiding

Getrokken veldspuiten
Inhoudsopgave

Advertenties

6 - 10
6.1.2

Uitbrengen van de spuitvloeistof

I
Voor het begin van ieder seizoen en bij iedere verwisseling van de spuitdoppen, de
afgifte van de spuit door meting controleren (zie hiervoor hfdst 6.2)!
I
Bij een windsnelheid van meer als 3 m/sec (windkracht 2 bft.) maatregelen tegen drift
nemen (zie hiervoor hfdst. 6.1.2.2) Bij gemiddelde windsnelheden van meer dan 5 m/sec
(>3 bft.) niet meer spuiten. (bladeren en takjes bewegen).
I
Rijdt U niet sneller dan 8 km/uur! Op de eerste plaats om de mechanische belasting van
de spuitbomen te beperken en op de tweede plaats de invloed van de rijwind op de
verdeling uit te sluiten.
I
Vermijdt overdosering (veroorzaakt door overlapping vanwege onnauwkeurige
afstemming van de spuitsporen en/of bij het wenden op de kopakkers met ingeschakelde
spuitbomen)!
I
De volgens de gebruiksaanwijzing van het spuitmiddel voorgeschreven dosering (l of
kg/ha) kan dan alleen nauwkeurig worden bereikt indien de gebruiker de voorgeschreven
spuithoeveelheid (l/ha) exact opvolgt (zie hiervoor hfdst. 6.1.3).
I
De spuitsecties alleen tijdens het rijden in- of uitschakelen.
I
U moet rekening houden bij het instellen van de spuitdruk met de gekozen rijsnelheid en
de roerintensiteit, daar anders afwijkingen van de te verspuiten hoeveelheid vloeistof
voorkomen (zie hiervoor hfdst. 6.1.3 en hfdst. 7.2.1)!
I
Tijdens het spuiten het verbruik van de spuitvloeistof in relatie tot de te behandelen
oppervlakte voortdurend controleren.
F
Indien de spuitdruk duidelijk terugvalt, is de tank leeg. Valt echter de spuitdruk bij verder
onveranderde condities terug, dan duidt dit op een verstopt zuig- of persfilter (zie
hiervoor hfdst. 7.5.1 en 7.5.2).
F
Alle in de spuittabel vermelde spuithoeveelheden l/ha gelden voor water. Deze waarden
moeten bij vloeibare kunstmest met faktor 0,88 en bij NP-oplossingen met faktor 0,85
worden vermenigvuldigd.
-
Spuitvloeistof bereiden en mengen zoals de leverancier van de gewasbeschermingsmiddelen
dit voorschrijft.
-
Spuitbomen uitklappen.
-
Hoogte van de spuitbomen (afstand tussen spuitdoppen en gewas) volgens de spuittabel en
relatie tot de toegepaste spuitdoppen, instellen (zie hiervoor ook hfdst. 16.0).
-
Stel tijdens het spuiten de gewenste roerintensiteit in (zie hiervoor hfdst. 7.2.1).
-
Lees op de traktormeter af, in welke versnelling met een rijsnelheid van 6 tot max. 8 km/uur
gereden kan worden. Het motortoerental van de trekker in verhouding tot het aftakastoerental
voor de pomp (min. 350 t/min en max. 550 t/min) met handgashendel vast instellen.
-
Het voorgeschreven aantal liters per hektare over de spuitdruk instellen op het
bedieningspaneel (zie hiervoor hfdst. 6.1.3 en hfdst. 6.1.3.1).
-
Trekker in de gekozen versnelling zetten en wegrijden. De rijsnelheid tijdens het spuiten exact
aanhouden.
-
Spuitsecties met de schakelkast inschakelen (zie hiervoor hfdst. 8.2).
UG SB 230.1 11.97

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ug 2200 powerUg 3000 power

Inhoudsopgave