Pagina 1
Bedieningshandleiding UF 901 UF 1201 UF 1501 UF 1801 Aanbouwspuit Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de MG2008 aanwijzingen zorgvuldig op! BAG0012.1 09.07 Bewaar de Printed in Germany bedieningshandleiding voor toekomstig gebruik!
Pagina 2
Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat ndiet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
Inhoud Tips voor de gebruiker ................9 Doel van het document .......................9 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding..............9 Gebruikte beschrijvingen.....................9 Algemene veiligheidsinstructies ..............10 Verplichtingen en aansprakelijkheid................... 10 Beschrijving van veiligheidssymbolen................12 Organisatorische maatregelen................... 13 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen ..............13 Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen.................. 13 Scholing van de personen ....................14 Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik ..............
Pagina 6
Inhoud Omschakelkranen op het bedieningsveld ................49 Steunpoten ........................51 Driepuntsaanbouwframe ....................52 Cardanas.......................... 53 5.6.1 Cardanas aankoppelen ..................... 55 5.6.2 Cardanas afkoppelen......................56 Hydraulische aansluitingen ....................57 5.7.1 Hydraulische slangen aansluiten ..................58 5.7.2 Hydraulische slangen loskoppelen ..................58 Bedieningsterminal of handbediening................
Pagina 7
Inhoud Schuimmarkering (optie) ....................97 Drukcirculatiesysteem DCS (optie) ..................98 Leidingfilter voor spuitleidingen (optie)................99 Inbedrijfstelling ..................100 Controleren of de tractor geschikt is ................100 7.1.1 Berekenen van de daadwerkelijke waarden voor het totale gewicht van de tractor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de banden en het minimaal benodigde ballastgewicht ....................
Pagina 8
Spuittabel voor sleepslangsysteem (toegestaan drukbereik 1-4 bar.......... 193 14.7 Omberekeningstabel voor het spuiten van vloeibare meststof ammoniumnitraat- ureumoplossing (AHL) ....................195 Combinatiematrix ..................196 Combinatiematrix UF 901 .................... 196 15.1 Combinatiematrix UF 901 .................... 197 15.1.1 Combinatiematrix UF 901 .................... 198 15.1.2...
Tips voor de gebruiker Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding • beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. • voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
Algemene veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken.
Pagina 11
Algemene veiligheidsinstructies Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen • voor het leven van de chauffeur of derden, •...
Algemene veiligheidsinstructies Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) beschrijft de ernst van het dreigende gevaar en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
Algemene veiligheidsinstructies Organisatorische maatregelen De eigenaar dient de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrustingen volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het te verwerken gewasbeschermingsmiddel beschikbaar te stellen, zoals b.v.: • chemicaliënbestendige handschoenen, • een chemicaliënbestendige overall, • waterbestendige schoenen, • een gezichtsbescherming, •...
Algemene veiligheidsinstructies Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De bevoegdheden van de personen voor het bedienen en onderhouden moeten duidelijk worden vastgelegd. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de Geïnstrueerde...
Algemene veiligheidsinstructies Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine.
Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Onderdelen van de machine die niet meer in perfecte staat zijn, dienen direct te worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele AMAZONE-onderdelen en slijtageonderdelen of de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde onderdelen, zodat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften van kracht blijft. Bij onderdelen en...
Algemene veiligheidsinstructies 2.13 Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bijv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren.
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 078 Gevaar voor bekneld raken van vingers of hand veroorzaakt door toegankelijke bewegende onderdelen van de machine! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met verlies van ledematen tot gevolg hebben. Reik nooit met uw handen of armen in de gevaarlijke plaats zolang de tractormotor met aangesloten cardanas / hydraulisch systeem / elektrisch systeem loopt.
Algemene veiligheidsinstructies MD 086 Gevaar voor bekneld raken van het gehele lichaam als gevolg van de noodzakelijke aanwezigheid onder opgeheven, onbeveiligde delen van de machine! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg veroorzaken. Beveilig opgeheven delen van de machine tegen onbedoeld neerlaten voordat u zich in de gevarenzone onder opgeheven delen van de machine begeeft.
Pagina 20
Algemene veiligheidsinstructies MD 095 Lees voordat u de machine in gebruikt neemt de bedieningshandleiding en de veiligheidsinstructies goed door en volg de aanwijzingen op! MD 096 Gevaar door onder hoge druk staande hydraulische olie als gevolg van lekkende hydraulische slangen! Dit gevaar kan zeer ernstig lichamelijk letsel met de dood tot gevolg veroorzaken wanneer onder hoge druk naar buiten stromende hydraulische...
Pagina 21
Algemene veiligheidsinstructies MD 099 Gevaar door contact met stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid als gevolg van ondeskundig gebruik van deze stoffen! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg veroorzaken. Trek beschermende kleding aan voordat u in contact komt met stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid.
Pagina 22
Algemene veiligheidsinstructies MD 104 Gevaar voor bekneld raken of stoten van het gehele lichaam door de aanwezigheid in het zwenkbereik van zijwaarts bewegende delen van de machine! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg veroorzaken. • Houd voldoende veilige afstand tot bewegende delen van de machine zolang de motor van de tractor loopt.
Pagina 23
Algemene veiligheidsinstructies MD 153 Dit pictogram geeft een oliefilter van het hydraulische systeem aan. MD159 Vul de verswatertank alleen met helder water, nooit met gewasbeschermingsmiddelen! MD162 Maximale draaglast 800 kg. MD176 Gevaar door onvoldoende stabiliteit van de afgekoppelde aanbouwveldspuit als gevolg van ondeskundig afkoppelen! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg veroorzaken.
Algemene veiligheidsinstructies 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Waarschuwingssticker De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. Afb. 1 Afb. 2 Afb. 3 UF BAG0012.1 09.07...
Algemene veiligheidsinstructies 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies • kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. • kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding.
Algemene veiligheidsinstructies 2.16 Veiligheidsinstructies voor de chauffeur WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid! De machine en tractor voor gebruik altijd controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen •...
Pagina 28
Algemene veiligheidsinstructies • Voordat u de machine aan de driepuntshydraulica van de tractor aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van de hydraulica van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten! • Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)! •...
Pagina 29
Algemene veiligheidsinstructies Transport van de machine • Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende verkeersregels te houden! • Controleer voor transport ο of voedingskabels correct zijn aangebracht ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is ο...
Algemene veiligheidsinstructies • Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in! • Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit (pedalen vergrendelen)! 2.16.2 Hydraulisch systeem • Het hydraulische systeem staat onder hoge druk! • Zorg ervoor dat de hydraulische slangen op de juiste wijze zijn aangesloten! •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.3 Elektrisch systeem • Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de accu (minpool) los te koppelen! • Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Het gebruik van te zware zekeringen veroorzaakt onherstelbare schade aan het elektrische systeem – brandgevaar! •...
Pagina 32
Algemene veiligheidsinstructies • Let bij cardanassen op de voorgeschreven buisafdekkingen in transport- en werkstand! (Neem ook de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de cardanas in acht!) • Neem bij het rijden in bochten de toegestane buiging en de schuifweg van de cardanas! •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.5 Gebruik van veldspuit • Neem de aanbevelingen van de gewasbeschermingsmiddelfabrikant in acht met betrekking tot ο veiligheidskleding ο waarschuwingen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ο doseer-, gebruiks- en reinigingsvoorschriften • Neem de aanwijzingen uit de gewasbeschermingsmiddelenwet in acht! •...
Vul veldspuiten met water uit open wateren ter bescherming van mens, dier en milieu! • Vul veldspuiten ο alleen in vrije val via de waterleiding! ο alleen via originele AMAZONE-vulvoorzieningen! 2.16.6 Reinigen, service en onderhoud • Voer reinigings-, onderhouds- en servicewerkzaamheden alleen uit bij ο...
Op- en afladen Op- en afladen Verladen met hijskraan Er bevinden zich 2 bevestigingspunten aan de machine (Afb. 6/1). Gevaar! Bij het verladen van de machine met een hijskraan moeten de gemarkeerde opnamepunten (Afb. 6/1) voor hijsbanden worden gebruikt. Gevaar! De minimale trekvastheid per hijsband moet 1000 kg bedragen! Afb.
Beschrijving van het product Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen • Steunpoten links en rechts (Afb. 8) ter voorkoming van omvallen van de neergezette machine Afb. 8 • Transportvergrendeling (Afb. 9/1) op Q-plus-spuitboom ter voorkoming van onbedoeld uitklappen Afb. 9 • Transportvergrendeling (Afb. 10) op Super-S-spuitboom ter voorkoming van onbedoeld uitklappen Afb.
Beschrijving van het product Vloeistofcircuit UF Afb. 12 A VARIO-schakeling aan zuigzijde 10. Zuigermembraanpomp B VARIO-schakeling aan drukzijde 11. Inspoeltank C Omschakelkraan voor roerwerk / drukfilter 12. Ringleiding aftappen 13. Recipiëntspoeling D Omschakelkraan vullen / snel legen 14. Spuitdrukbegrenzingsventiel E Omschakelkraan inspoeltank ringleiding / 15.
Beschrijving van het product Voedingsleidingen tussen tractor en machine Voedingsleidingen in parkeerstand: Afb. 13/… (1) Hydraulische slangen (afhankelijk van uitrusting) (2) Kabel met aansluiting voor verlichting (3) Computerkabel met machinestekker Afb. 13 Verkeerstechnische uitrusting Afb. 14: Verlichting naar achteren (1) 2 achterlichten/2 remlichten (2) 2 richtingaanwijzers (vereist als de tractorrichtingaanwijzer bedekt wordt) (3) 2 waarschuwingsborden...
• het uitsluitend gebruiken van originele AMAZONE-onderdelen. Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften. Voor schade die voortvloeit uit gebruik in strijd met de voorschriften •...
Als vervanging van het pompmembraan zijn Desmopan-membranen leverbaar. Die zijn bestendig tegen oplosmiddelhoudende gewasbeschermingsmiddelen. Hun levensduur wordt echter bij het gebruik bij lage temperaturen (b.v. AHL bij vriesweer) beperkt. De voor AMAZONE-veldspuiten gebruikte materialen en bouwdelen zijn bestendig tegen vloeibare kunstmest. UF BAG0012.1 09.07...
Beschrijving van het product Gevarenzone en gevaarlijke plaatsen De gevarenzone is de omgeving van de machine waarin personen binnen bereik zijn van • arbeidsbewegingen van de machine en zijn gereedschappen • door de machine naar buiten geslingerde materialen of voorwerpen •...
Beschrijving van het product Conformiteit Richtlijnen/normen • De machine voldoet aan de: Machinerichtlijn 98/37/EG • EMC-richtlijn 89/336/EEG • EN 907 • EN 12761-1 • EN 12761-2 4.10 Typeplaatje en CE-markering De volgende afbeeldingen laten zien waar het typeplaatje (Afb. 8/1) en de CE-markering (Afb.
Beschrijving van het product 4.11 Technische gegevens De onderstaande tabellen tonen de technische gegevens van de afzonderlijke bouwgroepen. Door de combinatie van de afzonderlijke bouwgroepen ontstaan veel modelvarianten; tel daarom voor de bepaling van het totale gewicht de afzonderlijke gewichten van de verschillende bouwgroepen bij elkaar op.
Beschrijving van het product Zwaartepuntafstand d [mm] 901 / 1201 1501 / 1801 Q-plus-spuitboom 0,55 0,65 Super-S-spuitboom 0,65 0,75 Maat vanaf aansluitpunt van trekstang Procentuele weergave heeft betrekking op de helling van de aangegeven lijn 4.11.2 Q-plus-spuitboom Werkbreedte 12,5 Transportbreedte 2560 2560 2998...
De tractor moet aan de belastingsspecifieke voorwaarden voldoen en met de vereiste elektrische en hydraulische aansluitingen alsmede remkoppelingen zijn uitgerust om met de machine te kunnen werken. Motorvermogen van de tractor UF 901 Vanaf 60 kW (82 pk) UF 1201 Vanaf 65 kW (90 pk)
Opbouw en werking van de basismachine Opbouw en werking van de basismachine Dit hoofdstuk informeert u over de opbouw van de machine en de werking van de afzonderlijke componenten. Werking Afb. 17 Uit de spuitvloeistoftank (1) zuigt de zuigermembraanpomp (10) de spuitvloeistof via de VARIO-schakeling aan de zuigzijde (A), de zuigleiding (24) en de zuigfilter (9).
Opbouw en werking van de basismachine Omschakelkranen op het bedieningsveld • – VARIO-schakeling aan de zuigzijde ο Extern aanzuigen ο Zuigen uit de spoelwatertank ο Technische resthoeveelheid uit armatuur, zuigslang, pomp en zuigfilter aftappen ο Technische resthoeveelheid uit Afb. 19 de spuitvloeistoftank aftappen ο...
Pagina 50
Opbouw en werking van de basismachine • – Omschakelkraan vullen / snel legen ο Vullen ο Nulstand ο Snel legen Afb. 22 • – Omschakelkraan inspoeltank ringleiding / recipiëntspoeling ο Recipiëntspoeling ο Nulstand ο Ringleiding Afb. 23 • – Omschakelkraan zuigen / inspoelen ο...
Opbouw en werking van de basismachine Steunpoten Afb. 25: Machine op de neerzetinrichting geplaatst. Afb. 25 De steunpoten van de aan de tractor aangekoppelde en opgeheven machine • naar achteren (Afb. 26/1) in neerzetpositie zwenken. • naar voren (Afb. 26/2) in transportstand zwenken.
Opbouw en werking van de basismachine Driepuntsaanbouwframe Het frame van de veldspuit UF is zodanig uitgevoerd dat aan de eisen en afmetingen van de driepuntsaanbouw van categorie II wordt voldaan. Afb. 27/… (1) Onderste koppelingspunten met trekstangpennen (2) Bovenste koppelingspunt met topstangpen (3) Lunspennen voor het borgen van top- en trekstangpennen (4) Haken voor de bevestiging van het...
Opbouw en werking van de basismachine Cardanas De cardanas zorgt voor de krachtoverdracht tussen tractor en machine. Afb. 29: • Cardanas W100E (810 mm) Afb. 29 Afb. 30: • Cardanas W100E Telespace (810 mm, uitschuifbaar) Afb. 30 WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door het per ongeluk starten en het per ongeluk in beweging komen van tractor en machine! Cardanas alleen aan de tractor aan- of afkoppelen als tractor en machine tegen het per ongeluk starten en per ongeluk in beweging...
Pagina 54
Opbouw en werking van de basismachine WAARSCHUWING Gevaren door het grijpen en opwikkelen door onbeveiligde delen van de cardanas in de zone van de krachtoverdracht tussen tractor en aangedreven machine! Werk alleen met volledig beveiligde aandrijving tussen tractor en aangedreven machine. •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.6.1 Cardanas aankoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het aankoppelen van de cardanas! Koppel de cardanas aan de tractor voordat de machine aan de tractor wordt aangekoppeld. Op deze wijze ontstaat de benodigde vrije ruimte voor de veilige koppeling van de cardanas.
Opbouw en werking van de basismachine 5.6.2 Cardanas afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten door ontbrekende vrije ruimte bij het afkoppelen van de cardanas! Koppel de machine eerst van de tractor af voordat de cardanas van de tractor wordt afgekoppeld. Op deze wijze ontstaat de benodigde vrije ruimte voor de veilige afkoppeling van de cardanas.
Opbouw en werking van de basismachine Hydraulische aansluitingen WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt! Bij het aansluiten en loskoppelen van de hydraulische slangen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn! Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts.
Opbouw en werking van de basismachine 5.7.1 Hydraulische slangen aansluiten WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door functiestoringen als gevolg van verkeerd aangesloten hydraulische slangen! Let bij het aansluiten van de hydraulische slangen op de kleurmarkeringen op de hydraulische stekkers.
Opbouw en werking van de basismachine Bedieningsterminal of handbediening Veldspuiten • AMASET of handbediening HB zijn uitgerust met een gelijkdrukarmatuur. De spreidingshoeveelheid wordt door handmatige regeling van de spuitdruk ingesteld en is direct afhankelijk van het pompaandrijftoerental. • AMATRON of AMASPRAY is uitgerust met een doorstromingsmeter.
Opbouw en werking van de basismachine 5.8.2 AMASPRAY Via de AMASPRAY (Afb. 32) gebeurt: • de invoer van de machinespecifieke gegevens. • de aansturing van de veldspuit voor het veranderen van de dosering bij het spuiten. • de voorkeuze van hydraulische functies, die worden geactiveerd via de tractorregeleenheid.
Opbouw en werking van de basismachine Handbediening HB 5.8.4 De handbediende gelijkdrukarmatuur HB heeft de volgende functies: • in- en uitschakelen van de spuitfunctie. • in- en uitschakelen van secties. • weergave van de spuitdruk. • instelling van spreidingshoeveelheid via spuitdruk. (1) Drukregelventiel (2) Omschakelkraan spuitfunctie aan / uit •...
Opbouw en werking van de basismachine 5.8.4.1 Toepassing 1. Spuitvloeistof volgens de voorschriften conform de aanwijzingen van de fabrikant van het gewasbeschermingsmiddel aanmaken en mengen. 2. Zet op het bedieningsveld de omschakelkranen op "spuiten", zie hiervoor pagina 141. 3. Lees op de tractormeter af welke versnelling voor een rijsnelheid van 6 tot maximaal 8 km/h in aanmerking komt.
Pagina 63
Opbouw en werking van de basismachine WAARSCHUWING Voor een optimale werking van de af te geven hoeveelheid spuitvloeistof en ter vermindering van onnodige milieubelastingen moet de spuitdruk in het voor de gebruikte spuitdop geldende drukbereik worden gehouden (zie spuittabel). Voorbeeld: Als de ingestelde spuitdruk b.v.
Opbouw en werking van de basismachine Spuitvloeistoftank Afb. 36/… (1) Spuitvloeistoftank Het vullen van de spuitvloeistoftank gebeurt via • de vulopening in de vuleenheid, • de zuigslang (optie) op de zuigaansluiting, • de druk-vulaansluiting (optie) (2) Klap- / schroefdeksel van de vulopening (3) Vulpeilindicatie (4) Grepen voor het opstapje (5) Opstapje...
Opbouw en werking van de basismachine GEVAAR • Ga nooit in de spuitvloeistoftank staan. • Verwondingsgevaar door giftige dampen! • Principieel verboden is het meerijden op de veldspuit! • Valgevaar bij het meerijden! 5.9.4 Roerwerk Het ingeschakelde roerwerk mengt de spuitvloeistof in de spuitvloeistoftank en zorgt zo voor een homogene spuitvloeistof.
Opbouw en werking van de basismachine 5.10 Spoelwatertank In de spoelwatertank (Afb. 39/1) wordt helder water meegenomen. Dit water dient voor het • verdunnen van de resthoeveelheid in de spuitvloeistoftank als u klaar bent met spuiten. • reinigen (spoelen) van de volledige veldspuit op het veld.
Opbouw en werking van de basismachine 5.12 Inspoeltank met injector en recipiëntspoeling (Optie voor UF901 /1201) Afb. 41/... (1) Zwenkbare inspoeltank voor het ingieten, oplossen en inzuigen van gewasbeschermingsmiddelen en ureum. De inspoeltank klikt in de betreffende eindstanden vast. (2) Klapdeksel met spuittabel (voor het gebruik van de spuittabel zie hoofdstuk "Spuittabel", pagina 184.
Opbouw en werking van de basismachine 5.13 Pompuitrusting Naar keuze zijn pompen leverbaar met een pompcapaciteit van 160 l/min., 210 l/min. en 250 l/min. Alle bouwdelen die in direct contact met gewasbeschermingsmiddelen staan, zijn van spuitgietaluminium met kunststof coating resp. van kunststof gemaakt.
Opbouw en werking van de basismachine 5.14 Filteruitrusting • Gebruik alle voorgeschreven filters. Reinig de filters regelmatig (zie hiervoor het hoofdstuk "Reiniging", op pagina 149) Een storingvrije werking van de veldspuit wordt alleen door een perfecte filtrering van de spuitvloeistof bereikt. Een perfecte filtrering beïnvloedt in aanzienlijke mate het behandelingssucces van de gewasbeschermingsmaatregel.
Opbouw en werking van de basismachine 5.14.4 Zelfreinigende drukfilter De zelfreinigende drukfilter (Afb. 46/1) • verhindert het verstoppen van de spuitdopfilter voor de spuitdoppen. • heeft een groter aantal gaatjes/inch dan de zuigfilter. Is een hydraulisch roerwerk ingeschakeld, dan wordt het binnenvlak van het drukfilterelement permanent uitgespoeld en niet opgeloste spuitvloeistof- en vuildeeltjes worden naar de spuitvloeistoftank teruggeleid.
Opbouw en werking van de basismachine 5.14.6 Ureumzeef (optie) GEVAAR Vergiftigingsgevaar door inademing van dampen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid als personen zich voor het naderhand inbouwen van de ureumzeef zonder ademhalingsbescherming in de spuitvloeistoftank begeven! Alleen een geschoolde persoon met geschikte ademhalingsbescherming mag zich voor het naderhand inbouwen van de ureumzeef in de spuitvloeistoftank begeven.
Opbouw en werking van de basismachine 5.16 Transportinrichting (afneembaar, optie) De afneembare transportinrichting zorgt voor een eenvoudige aankoppeling aan de driepuntshydraulica van de tractor en een gemakkelijk manoeuvreren op het bedrijfsterrein en in gebouwen. Om het wegrollen van de veldspuit te voorkomen zijn de zwenkwielen van een vastzetinrichting voorzien.
Opbouw en werking van de basismachine 5.17 Inrichting voor buitenreiniging (optie) Afb. 53/… Inrichting voor buitenreiniging van de veldspuit inclusief (1) slanghaspel, (2) 20 m drukslang, (3) spuitpistool Bedrijfsdruk: 10 bar Wateropbrengst: 18 l/min. Afb. 53 WAARSCHUWING Gevaar door uitstromen van vloeistoffen onder druk en verontreiniging met spuitvloeistof als het spuitpistool onbedoeld...
Constructie en werking van de spuitboom Constructie en werking van de spuitboom De reglementaire toestand van de spuitboom alsook zijn ophanging beïnvloeden de verdeelnauwkeurigheid van de spuitvloeistof aanzienlijk. Een volledige overlapping wordt bereikt bij een juist ingestelde spuithoogte van de spuitboom op het gewas. De spuitdoppen zijn op een afstand van 50 cm aan de spuitboom aangebracht.
Pagina 75
Constructie en werking van de spuitboom Uit- en inklappen GEVAAR Houd bij het uit- en inklappen van de spuitboom altijd voldoende afstand tot de bovengrondse leidingen! Contact met de bovengrondse leidingen kan dodelijke verwondingen veroorzaken. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten van het gehele lichaam kan ontstaan wanneer personen door zijwaarts zwenkende delen van de machine worden gegrepen! Dit gevaar kan zeer ernstige verwondingen met de dood tot gevolg...
Constructie en werking van de spuitboom • Vergrendel de trillingsdemping voordat u de spuitboom éénzijdig samenvouwt. Bij een niet-vergrendelde trillingsdemping kan de spuitboom naar één zijde wegslaan. Slaat de uitgevouwen zijboom op de grond, dan kan dit schade aan de spuitboom veroorzaken. •...
Constructie en werking van de spuitboom Trillingsdemping De vergrendeling (Afb. 59/2) van de trillingsdemping wordt • op de bedieningsterminal weergegeven. • voor UF zonder bedieningsterminal boven de spuitvloeistoftank weergegeven. Markering (Afb. 58/1) met rood gebied (Afb. 58/2) → Trillingsdemping vergrendeld. Afb.
Constructie en werking van de spuitboom Q-plus-spuitboom Overzicht – Q-plus-spuitboom Afb. 60 (1) Spuitboomdragerframe voor de (8) Doorstromingsmeter voor de bepaling van de hoogteverstelling van de spuitboom dosering [l/ha] (alleen bij hoeveelheidsregeling) (2) Spuitleidingen (9) Terugstroommeter voor de bepaling van de (3) Middelste gedeelte van spuitboom naar de spuitvloeistoftank teruggevoerde (4) Transportvergrendeling voor het...
Constructie en werking van de spuitboom 6.1.1 Transportbeveiliging ont- en vergrendelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten van personen kan ontstaan als de in transportstand ingeklapte spuitboom tijdens het transport onbedoeld uitklapt! Vergrendel de samengevouwen spuitboom met de transportbeveiliging in transportstand voordat u transportritten uitvoert! Transportbeveiliging ontgrendelen Til de samengevouwen spuitboom via de...
Constructie en werking van de spuitboom Q-plus-spuitboom handmatig uit- en inklappen 6.1.2 WAARSCHUWING Bij het uit- en inklappen de spuitboom alleen bij de gemarkeerde gedeelten vastpakken! Uit- en inklappen van de spuitboom alleen in vergrendelde toestand. VOORZICHTIG Stel de spuitboomhoogte zodanig in dat het handmatig uit- en inklappen Afb.
Pagina 81
Constructie en werking van de spuitboom Spuitboom inklappen 1. Vergrendel trillingsdemping met de handhendel op de linkerspuitboomarm. → Afb. 67/1: Handhendel in stand vergrendeld. 2. Klap linkerspuitboomarm in. 3. Klap rechterspuitboomarm in. 4. Let er na het inklappen op dat de transportbeveiliging correct vastklikt (Afb.
Constructie en werking van de spuitboom Q-plus-spuitboom, in- en uitklappen via tractorregeleenheid 6.1.3 Afhankelijk van de uitrusting moet op de bedieningsterminal de voorkeuzetoets "Spuitboom in- / uitklappen" worden ingedrukt voordat de tractorregeleenheid 2 (groen) wordt bediend om de spuitboom uit te klappen.
Constructie en werking van de spuitboom 6.1.4 Eénzijdig werken met rechterspuitboomarm De spuitboom is volledig uitgeklapt. 1. Bedien tractorregeleenheid 2 (2 x groen) totdat → de linkerspuitboomarm volledig is opgevouwen. De trillingsdemping vergrendelt automatisch vóór het opvouwen van de linkerspuitboomarm. 2.
Constructie en werking van de spuitboom Super-S-spuitboom Overzicht – Super-S-spuitboom Afb. 69 (1) Spuitleidingen (6) Motorventielen voor het in- en uitschakelen van de secties (bedieningsarmatuur) (2) Transportvergrendeling (7) Bypassventiel (3) Ont- en vergrendelbare trillingsdemping (8) Drukaansluiting voor spuitdrukmanometer (4) Doorstromingsmeter voor de bepaling van de dosering [l/ha] (alleen bij (9) Drukontlasting, verlaagt de overdruk in de hoeveelheidsregeling)
Constructie en werking van de spuitboom (14) Bescherming spuitdopbuis 6.2.1 Transportbeveiliging ont- en vergrendelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en stoten van personen kan ontstaan als de in transportstand omhooggezette spuitboom tijdens het transport onbedoeld uitklapt! Vergrendel de in transportstand omhooggezette spuitboom met de transportbeveiliging in transportstand voordat u transportritten uitvoert! Transportbeveiliging ontgrendelen...
Constructie en werking van de spuitboom Super-S-spuitboom, in- en uitklappen met tractorregeleenheid 6.2.2 Profi-klapsysteem: zie bedieningshandleiding AMATRON Afhankelijk van de uitrusting moet op de bedieningsterminal de voorkeuzetoets "Spuitboom in- / uitklappen" worden ingedrukt voordat de tractorregeleenheid 2 (groen) wordt bediend om de spuitboom uit te klappen.
Pagina 87
Constructie en werking van de spuitboom Werken met éénzijdig uitgeklapte spuitboom Alleen mogelijk met hydraulische voorkeuzeklapfunctie (optie)! Zie afzonderlijke bedieningshandleiding bedieningsterminal. De spuitboom is volledig uitgeklapt 1. Bedien tractorregeleenheid 1 (1 x geel). → Spuitboom tot een gemiddelde hoogte optillen. →...
Constructie en werking van de spuitboom 6.2.3 Werken met gereduceerde werkbreedte (optie) Voor de werkbreedtereductie van de spuitboom is de speciale uitrusting reductie van de Super-S- spuitboom vereist. Per uitvouwcilinder moeten 2 kogelkranen (Afb. 72/1 resp. Afb. 72/1) bediend worden. Afb.
Constructie en werking van de spuitboom Distance-Control (optie) Het spuitboomregelsysteem Distance-Control houdt de spuitboom automatisch parallel op de gewenste afstand van het te bespuiten oppervlak. Twee ultrasone sensoren (Afb. 74/1) meten de afstand tot de bodem of het plantenbestand. Bij een afwijking van de gewenste hoogte wordt via de Distance-Control de gewenste afstand weer ingesteld.
Constructie en werking van de spuitboom Spuitleidingen en spuitdoppen De spuitbomen kunnen met verschillende spuitleidingen worden uitgerust. De spuitleidingen op hun beurt kunnen met enkelvoudige of meervoudige spuitdoppen uitgerust worden, afhankelijk van de werkomstandigheden. Afb. 75 6.5.1 Technische gegevens Houd er rekening mee dat de resthoeveelheid in de spuitleiding nog in onverdunde concentratie uitgespoten wordt.
Pagina 91
Constructie en werking van de spuitboom Spuitleiding Super S-spuitboom met enkelvoudige of meervoudige spuitdoppen UF BAG0012.1 09.07...
Constructie en werking van de spuitboom 6.5.2 Enkelvoudige spuitdoppen Afb. 76/... (1) Spuitdophouder met bajonetaansluiting (standaard). (2) Membraan. Daalt de druk in de spuitleiding onder ca. 0,5 bar, dan drukt het veerelement (3) het membraan op de membraanzitting (4) in de spuitdophouder. Hierdoor wordt het nadruppelen bij het uitschakelen van de spuitdoppen bij een uitgeschakelde spuitboom vermeden.
Constructie en werking van de spuitboom Afb. 78/... (1) Spuitdophouder. (2) Drievoudige spuitdopkop. (3) Membraan. Daalt de druk in de spuitleiding onder ca. 0,5 bar, dan drukt het veerelement (4) het membraan op de membraanzitting (5) in de 3-weg spuitdophouder. Hierdoor wordt het nadruppelen bij het uitschakelen van de spuitdoppen bij een uitgeschakelde spuitboom vermeden.
Constructie en werking van de spuitboom Speciale uitrusting voor vloeibare kunstmest Voor de toediening van vloeibare kunstmest staan er momenteel twee verschillende soorten vloeibare kunstmest ter beschikking: ● Ammoniumnitraat-ureumoplossing (AHL) met 28 kg N per 100 kg AHL. ● Een NP-oplossing 10-34-0 met 10 kg N en 34 kg P per 100 kg NP-oplossing.
Pagina 95
Constructie en werking van de spuitboom 6.6.1.1 5- en 7-gaats-spuitdoppen / spuitdoppen FD Voor het gebruik van de 5- en 7-gaats- spuitdoppen / spuitdoppen FD gelden dezelfde voorwaarden als voor de 3-gaats-spuitdoppen. In tegenstelling tot de 3-gaats-spuitdop zijn bij de 5- en 7-gaats-spuitdop / spuitdoppen FD de uitlaatopeningen niet naar onderen gericht, maar opzij.
Constructie en werking van de spuitboom 6.6.2 Sleepslangsysteem voor vloeibare meststoffen (optie) Afb. 82 (1) Genummerde, afzonderlijke sleepslangsecties met 25 cm spuitdop- en slangafstand. Gemonteerd is het nr. 1 links buiten in rijrichting gezien, nr. 2 ernaast enz. (2) Spanmoeren voor de bevestiging van het sleepslangsysteem. (3) Insteekkoppeling voor het koppelen van de slangen.
Constructie en werking van de spuitboom Schuimmarkering (optie) De altijd achteraf naleverbare schuimmarkering maakt het exact aansluitend rijden bij het spuiten op akkers zonder gemarkeerde spuitsporen mogelijk. De markering gebeurt via schuimvlokken. De schuimvlokken worden op instelbare afstanden van ca. 10 – 15 meter afgelegd, zodat een duidelijke oriënteringslijn herkenbaar is.
Constructie en werking van de spuitboom Drukcirculatiesysteem DCS (optie) • Schakel het drukcirculatiesysteem in normale spuitomstandigheden altijd in. • Schakel het drukcirculatiesysteem bij het gebruik van sleepslangen altijd uit. Het drukcirculatiesysteem • maakt bij een ingeschakeld drukcirculatiesysteem een permanente vloeistofcirculatie in de spuitleiding. Hiervoor is aan elke sectie een spoelaansluitslang (Afb.
Constructie en werking van de spuitboom Overzicht – drukcirculatiesysteem (DCS) Afb. 88 (1) Drukcirculatiesysteem DCS (3) DCS-drukbegrenzingsventiel (2) DCS-omschakelkraan (4) DCS-terugslagventiel Leidingfilter voor spuitleidingen (optie) De leidingfilter (Afb. 89/1) • wordt per sectie in de spuitleidingen gemonteerd. • is een bijkomende maatregelen om vervuiling aan de spuitdoppen te vermijden.
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over • het inbedrijfstellen van uw machine. • de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten/aankoppelen. • Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze handleiding hebben gelezen en begrepen.
Inbedrijfstelling Voor de geschiktheid van uw tractor zijn in het bijzonder de volgende voorwaarden van belang: • het toelaatbare totaalgewicht • de toelaatbare asbelastingen • de toelaatbare oplegdruk op het koppelingspunt van de tractor • de draagvermogens van de gemonteerde banden •...
Inbedrijfstelling 7.1.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening Afb. 90 [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van tractor of [kg] Voorasbelasting van de lege tractor kentekenbewijs [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Totaal gewicht van de machine bij aanbouw zie technische gegevens machine of gewicht aan achterzijde of gewicht achterzijde achterzijde...
Inbedrijfstelling 7.1.1.2 Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G om de V min bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen • − • • • Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (pagina 104) 7.1.1.3 Berekening van de daadwerkelijke voorasbelasting van de tractor T V tat...
Pagina 104
Inbedrijfstelling 7.1.1.7 Tabel Daadwerkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens draagvermogen bedieningshandleiding (twee banden) van tractor Minimaal ballastgewicht voor/achter Totaalgewicht ≤ Voorasbelasting ≤ ≤ ≤ ≤ Achterasbelasting • Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
Inbedrijfstelling Montage van de cardanas VOORZICHTIG • Gebruik alleen de door AMAZONE voorgeschreven cardanas! • Monteer de cardanas alleen bij niet-aangebouwde veldspuit en lege tanks. 1. Reinig en ontvet de ingaande as (Afb. 91/1) van de pomp. 2. Druk de verende pen (Afb. 92/1) van de cardanas in.
Inbedrijfstelling Lengte van de cardanas aan de tractor aanpassen WAARSCHUWING Gevaar door • beschadigde en/of kapotte, wegvliegende bouwdelen kan ontstaan voor bedieningspersoneel / derden als de cardanas bij het optillen/neerlaten van de aan de tractor gekoppelde machine samengedrukt of uit elkaar getrokken wordt omdat de lengte van de cardanas niet goed is aangepast! •...
Pagina 107
Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door het per ongeluk • wegrollen van de tractor en de aangekoppelde machine! • verlagen van de opgetilde machine! Beveilig de tractor en de machine tegen het per ongeluk starten, wegrollen en de opgetilde machine tegen het per ongeluk naar beneden komen, voor u voor het aanpassen van de cardanas de gevarenzone tussen tractor en opgetilde machine betreedt.
Inbedrijfstelling Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven, onbeveiligde machine.
Inbedrijfstelling Montage – sensor "X" (cardanas / wiel) voor de bepaling van traject resp. rijsnelheid • Als de tractor-elektronica reeds de mogelijkheid biedt van de bepaling van de tractorspecifieke rijsnelheid, zijn de snelheidssignalen "impulsen per 100 m" voor de AMATRON op de daarvoor bestemde signaalcontactdoos DIN 9684 beschikbaar.
Inbedrijfstelling 3. Bereken het aantal benodigde magneten als volgt: Berekening: Wielomtrek [cm] = aantal magneten 60 cm Voorbeeld: 256 cm 4,27 = min. 5 magneten 60 cm 4. Monteer de sensor (Afb. 93/3) met universele steun (Afb. 93/4) op ashals van het tractorvoorwiel –...
Inbedrijfstelling Systeemafstelbout aan hydraulisch blok instellen Alleen bij Profi-klapsysteem: Stem absoluut de instelling van de systeemafstelbout op het hydraulische systeem van uw tractor af. Verhoogde temperaturen van de hydraulische olie zijn het gevolg van een niet-correcte instelling van de systeemafstelbout, veroorzaakt door permanente belasting van het overdrukventiel van het hydraulische systeem van de...
Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen Neem bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener" in acht, pagina 27. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en wegrollen van de machine en tractor bij het aan- of afkoppelen van de machine! Beveilig de tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u voor het aan- of afkoppelen in de gevarenzone tussen...
Pagina 113
Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor! • Gebruik de daartoe bestemde inrichtingen om de tractor en machine in overeenstemming met de voorschriften aan elkaar te koppelen.
Pagina 114
Machine aan- en afkoppelen 7. Verbind eerst de cardanas en de voedingsleidingen met de tractor voordat u de machine als volgt aan de tractor koppelt: 7.1 Rij de tractor zodanig tot bij de machine dat er een ruimte (ca. 25 cm) tussen tractor en machine overblijft. 7.2 Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen.
Machine aan- en afkoppelen Machine afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en / of stoten • door onvoldoende stabiliteit en kantelen van de afgekoppelde machine op oneffen, zachte ondergrond. • door onbedoeld wegrollen van de op de transportinrichting geplaatste machine. •...
Instellingen Instellingen Standen van de bedieningselementen voor de verschillende modi Afb. 97 Functie zie pagina Vullen via zuigaansluiting aan het bedieningsveld Spuiten 120/145 Reiniging van de spuit bij een gevulde tank Reiniging van de leeggemaakte spuitvloeistoftank Verdunnen van de resthoeveelheid in de spuitvloeistoftank Aftappen van de technische resthoeveelheid uit de spuitvloeistoftank 145/158 Aftappen van de technische resthoeveelheid uit de zuigarmatuur...
Transportritten Transportritten WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onbedoeld losraken van de aangebouwde machine! Controleer vóór transport door middel van een visuele controle of de topstang- en trekstangpennen met de lunspen zijn geborgd en niet los kunnen raken.
Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken • "Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine", vanaf pagina 17 en • "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener", vanaf pagina 27 Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid.
Pagina 119
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaren door het grijpen en opwikkelen en gevaren door wegslingeren van gegrepen vreemde voorwerpen in de gevarenzone van de aangedreven cardanas! • Controleer voor elk gebruik van de machine de veiligheidsvoorzieningen van de cardanas op goede werking en volledigheid.
Pagina 120
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar door onbedoeld contact met gewasbeschermingsmiddelen / spuitvloeistof! • Draag een persoonlijke beschermingsuitrusting, ο bij het aanmaken van de spuitvloeistof. ο bij de reiniging / vervanging van de spuitdoppen bij het spuiten. ο bij alle werkzaamheden voor het reinigen van de veldspuit na het spuiten.
Werken met de machine 11.1 Spuiten voorbereiden • Voor het nauwkeurig toedienen van gewasbeschermingsmiddelen moet de veldspuit in goede staat zijn. Laat de veldspuit regelmatig op de testbank testen. Verhelp eventuele storingen meteen. • Gebruik alle voorgeschreven filters. Reinig de filters regelmatig (zie hiervoor het hoofdstuk "Reiniging", op pagina 149).Een storingvrije werking van de veldspuit wordt alleen door een perfecte filtrering van de spuitvloeistof bereikt.
Werken met de machine 11.1.1 Spuitvloeistof aanmaken WAARSCHUWING Draag altijd veiligheidshandschoenen en de nodige veiligheidskleding! Bij het aanmaken van de spuitvloeistof bestaat het grootste risico om met het gewasbeschermingsmiddel in contact te komen. WAARSCHUWING Gevaar door onbedoeld contact met gewasbeschermingsmiddelen en / of spuitvloeistof! •...
Werken met de machine • We raden u aan om een bezoekje te brengen aan onze homepage www.Wirkstoffmanager.de op het internet. Hier kunt u door een computerprogramma de vul- en navulhoeveelheden laten berekenen. • Bereken zorgvuldig de benodigde hoeveelheid spuitvloeistof of de navulhoeveelheid om de restvloeistof na het spuiten te beperken, omdat een milieuvriendelijke verwerking van de restvloeistof erg moeilijk is.
Werken met de machine 11.1.1.1 Vul- en navulhoeveelheden berekenen Gebruik voor de berekening van de benodigde navulhoeveelheid voor de laatste spuitvloeistoftankvulling de "Vultabel voor resterende oppervlakken" op pagina 126. Voorbeeld 1: Gegeven zijn: Nominaal volume tank 1200 l Resthoeveelheid in de tank Benodigde hoeveelheid water 400 l/ha Benodigde hoeveelheid...
Pagina 125
Werken met de machine Berekeningsformule en antwoord op vraag 1: Benodigde hoeveelh. water [l] x concentratie [%] Hoeveelheid preparaat [l of kg] (1200 – 200) [l] x 0,15 [%] 1,5 [l of kg] Berekeningsformule en antwoord op vraag 2: Beschikbare spuitvloeistof [l] – resthoeveelheid [l] te behandelen oppervlak [ha] Benodigde hoeveelheid water [l/ha] 1200 [l] (nominaal volume tank) –...
Werken met de machine 11.1.1.2 Vultabel voor restoppervlakken Gebruik voor de berekening van de benodigde navulhoeveelheid voor de laatst spuitvloeistoftankvulling de "Vultabel voor resterende oppervlakken". Trek van de berekende navulhoeveelheid de resthoeveelheid van de spuitleiding af! Zie hiervoor het hoofdstuk "Spuitleidingen", op pagina 90.
Werken met de machine 11.2 Vullen met water WAARSCHUWING Gevaar voor personen / dieren door onbedoeld contact met spuitvloeistof bij het vullen van de spuitvloeistoftank! • Draag een persoonlijke beschermingsuitrusting wanneer u gewasbeschermingsmiddelen verwerkt / spuitvloeistof uit de spuitvloeistoftank aftapt. De benodigde persoonlijke beschermingsuitrusting is afhankelijk van de voorschriften van de fabrikant, de productinformatie, de gebruiksaanwijzing, het veiligheidsgegevensblad of de gebruiksaanwijzing van het te...
Pagina 128
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar door contact met spuitvloeistof voor personen kan ontstaan als bij transportritten spuitvloeistof vanuit een niet- correct gesloten vulopening van de spuitvloeistoftank naar buiten komt! • Controleer vóór elk transport met gevulde spuitvloeistoftank of het klap- en schroefdeksel van de vulopening van de spuitvloeistoftank op de voorgeschreven wijze is gesloten.
Werken met de machine 11.2.1 Spuitvloeistoftank vullen via de vulopening 1. Bepaal de exacte watervulhoeveelheid (zie hiervoor het hoofdstuk "Vul- en navulhoeveelheden berekenen", op pagina 124). 2. Open het klap- / schroefdeksel van de vulopening. 3. Vul de spuitvloeistoftank via de vulopening door middel van een drinkwaterleiding in "vrije val".
Werken met de machine 11.2.2 Vullen van de spuitvloeistoftank via zuigaansluiting op het bedieningsveld VOORZICHTIG Beschadigingen door het overvol raken van de afgesloten spuitvloeistoftank. Houd het deksel bij het vullen beslist geopend! Neem de desbetreffende voorschriften bij het vullen van de spuitvloeistoftank via de zuigslang vanuit open waterreservoirs in acht (zie hiervoor ook het hoofdstuk "Gebruik van de machine", op pagina 127).
Werken met de machine • Houd bij het vullen de vulpeilindicatie constant in de gaten. • Stop met het vullen van de spuitvloeistoftank uiterlijk, ο wanneer de wijzer van de vulpeilindicatie de markering van de vulgrens bereikt. ο voordat de toegestane belasting van de veldspuit door de gevulde vloeistofhoeveelheid wordt overschreden.
Werken met de machine 11.4 Verswatertank vullen WAARSCHUWING Niet-geoorloofde verontreiniging van de verswatertank met gewasbeschermingsmiddelen of spuitvloeistof! Vul de verswatertank alleen met helder water, nooit met gewasbeschermingsmiddelen of spuitvloeistof. Let erop dat bij het gebruik van de veldspuit altijd voldoende helder water wordt meegenomen.
Werken met de machine 11.5 Preparaten inspoelen WAARSCHUWING Draag voor het inspoelen van de preparaten de nodige veiligheidskleding, zoals de fabrikant van het gewasbeschermingsmiddel het voorschrijft! Als de ureumzeef (optie) in het bezinkdeel van de spuitvloeistoftank wordt gebruikt, kan de voor het vullen van de tank bestemde hoeveelheid ureum rechtstreeks via de vulopening in de spuitvloeistoftank worden gegoten.
Werken met de machine 11.5.1 Vloeibare preparaten inspoelen Afb. 101/... 1. Spuitvloeistoftank half met water vullen. 2. Omschakelkraan in stand 3. Omschakelkraan in stand 4. Omschakelkraan (optie) in stand 5. Omschakelkraan in stand 6. Omschakelkraan in stand 7. Inspoeltankdeksel openen. 8.
Werken met de machine 11.5.2 Poedervormige preparaten en ureum inspoelen Los het ureum voor het spuiten door rondpompen van vloeistof volledig op. Bij het oplossen van grotere hoeveelheden ureum komt het tot een sterke temperatuurdaling van de spuitvloeistof, hierdoor lost het ureum slechts langzaam op. Hoe warmer het water is, hoe sneller en beter het ureum oplost.
Werken met de machine 11.5.3 Recipiënt voorreinigen met spuitvloeistof Afb. 103/... 1. Omschakelkraan in stand 2. Omschakelkraan in stand 3. Omschakelkraan (optie) in stand 4. Omschakelkraan in stand 5. Omschakelkraan in stand 6. Inspoeltankdeksel openen. 7. Pomp met ca. 400 omw./min. aandrijven. 8.
Werken met de machine 11.5.4 Recipiënt reinigen met spoelwater Het reinigen van de recipiënten met spoelwater verdunt de concentratie van de spuitvloeistof! Afb. 104/... 1. Omschakelkraan in stand 2. Omschakelkraan in stand 3. Omschakelkraan (optie) in stand 4. Omschakelkraan in stand 5.
Werken met de machine 11.6 Spuiten Raadpleeg afhankelijk van de machineuitrusting • de afzonderlijke bedieningshandleiding van de bedieningsterminal of • het hoofdstuk "Handbediening HB", pagina 61. Bijzondere aanwijzingen voor het spuiten • Controleer de veldspuit door de afgifte te meten ο...
Pagina 139
Werken met de machine • Neem bijkomende maatregelen voor het verminderen van de drift bij windsnelheden van 3 m/s (zie hiervoor het hoofdstuk "Maatregelen ter vermindering van drift", op pagina 142)! • Een gelijkmatige dwarsverdeling wordt alleen bij een ontgrendelde trillingsdemping bereikt. •...
Werken met de machine • Het roerwerk blijft normaal gezien vanaf het vullen tot u klaar bent met spuiten ingeschakeld. Doorslaggevend zijn hierbij de aanwijzingen van de fabrikant van het preparaat. • De spuitvloeistoftank is leeg als de spuitdruk plots duidelijk vermindert.
Pagina 141
Werken met de machine 1. Spuitvloeistof volgens de voorschriften conform de aanwijzingen van de fabrikant van het gewasbeschermingsmiddel aanmaken en mengen. Zie hiervoor het hoofdstuk "Spuitvloeistof aanmaken", op pagina 122. 2. Stel de gewenste roerstand in (algemene roerstand "2"). Zie hiervoor het hoofdstuk "Roerwerk", pagina 65.
Werken met de machine 11.6.2 Maatregelen ter vermindering van drift • Het spuiten naar 's morgens vroeg of 's avonds laat verleggen (over het algemeen waait het dan minder). • Grotere doppen en hogere waterdoseringen gebruiken. • Spuitdruk verlagen. • Boomwerkhoogte exact in acht nemen, omdat met toenemende afstand tot de grond het driftgevaar sterk stijgt.
Werken met de machine 11.7 Resthoeveelheden Er zijn twee soorten resthoeveelheden: • In de spuitvloeistoftank resterende, overtollige resthoeveelheid als u klaar bent met spuiten. • Technische resthoeveelheid die bij een duidelijke drukdaling nog in de spuitvloeistoftank, de zuigarmatuur en de spuitleiding blijft. De zuigarmatuur bestaat uit de bouwgroepen zuigfilter, pomp en drukregelaar.
Pagina 144
Werken met de machine Verdunnen van de resthoeveelheid in de spuitvloeistoftank en uitspuiten van de verdunde resthoeveelheid na het spuiten. Voer het verdunnen en uitspuiten van de resthoeveelheid na het spuiten in een aparte procedure uit. Ga hierbij als volgt te werk: 1.
Pagina 145
Werken met de machine Afb. 107/... 9. Omschakelkraan in stand 10. Omschakelkraan in stand 11. Omschakelkraan in stand 12. Spuit eerst de onverdunde resthoeveelheid uit de spuitleiding op een onbehandeld gedeelte van het perceel. 13. Spuit daarna de verdunde resthoeveelheid eveneens op een onbehandeld gedeelte van het perceel.
Pagina 146
Werken met de machine Afb. 108/... 19. Zet een geschikte opvangbak onder de aftapopening van de drukfilter. 20. Druk borgplaat terug, omschakelkraan in stand en tap de technische resthoeveelheid uit het drukfilter af. 21. Daarna omschakelkraan weer in stand Afb. 108 Legen van de spuitvloeistoftank via de pomp Afb.
Storingen Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. • onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. •...
Pagina 148
Storingen Storing Oorzaak Oplossing AMATRON Hoge rijsnelheid, lage • Verlaag de rijsnelheid en AMASPRAY pompaandrijftoerental. verhoog het pompaandrijftoerental tot de De vereiste, ingevoerde foutmelding en het dosering wordt niet bereikt akoestisch alarmsignaal verdwijnen. AMATRON Opgegeven rijsnelheid verandert, • Verander de rijsnelheid, AMASPRAY wat gevolgen heeft voor de zodat u opnieuw naar het...
Reinigen, service en onderhoud Reinigen, service en onderhoud WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. • onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine.
Pagina 150
Reinigen, service en onderhoud Reinigen van de veldspuit • Houd de inwerkingsduur zo kort mogelijk, b.v. door het dagelijks reinigen na het spuiten. Laat de spuitvloeistof niet onnodig lang in de spuitvloeistoftank, bijvoorbeeld niet gedurende de nacht. Levensduur en betrouwbaarheid van de veldspuit hangen in hoofdzaak van de inwerkingsduur van het gewasbeschermingsmiddel op de materialen van de veldspuit af.
Reinigen, service en onderhoud 13.1.1 Reiniging van de spuit bij leeggemaakte tank Reinig spuitvloeistoftank elke dag! Afb. 110/... 1. Spuit de geleegde spuitvloeistoftank met een scherpe waterstraal uit. 2. Vul de spuitvloeistoftank met ca. 400 l water. inschakelen. 3. Roerwerk 4.
Pagina 152
Reinigen, service en onderhoud Ureumzeef reinigen Reinig de ureumzeef (indien aanwezig) bij elke inwendige reiniging van de spuitvloeistoftank. Spuit de ureumzeef met een harde waterstraal of hogedrukreiniger aan alle zijden af. Op deze wijze wordt voorkomen dat de ureumzeef vanaf de onderzijde verstopt raakt.
Reinigen, service en onderhoud 13.1.2 Reiniging van de spuit bij een gevulde tank • Reinig absoluut de zuigfilter, de pomp, de armatuur en de spuitleidingen bij onderbreking van het spuitfunctie door weersomstandigheden. Voer de reiniging op het veld met water uit de spoelwatertank uit. •...
Reinigen, service en onderhoud 13.1.3 Buitenreiniging Afb. 113/... 1. Omschakelkraan in stand 2. Omschakelkraan in stand 3. Omschakelkraan (optie) in stand 4. Omschakelkraan in stand 5. Omschakelkraan in stand 6. Pomp met pompbedrijfstoerental (min. 400 omw./min.) aandrijven. 7. De veldspuit en de spuitboom met het spuitpistool reinigen.
Reinigen, service en onderhoud 13.1.4 Overwinteren of lange buitenbedrijfstelling 1. Reinig de veldspuit grondig voor het overwinteren. Zie hiervoor op pagina 149. 2. Demonteer en reinig de zuigfilter (Afb. 113/1). Zie hiervoor op pagina 158. 3. De pomp met een aftakastoerental van 300 omw./min.
Pagina 156
Reinigen, service en onderhoud 11. Aftakas opnieuw inschakelen en de pomp ca. ½ minuut aandrijven tot uit de aansluiting van de pomp aan de drukzijde geen vloeistof meer naar buiten komt. Monteer de drukslang pas opnieuw bij het volgende gebruik. 12.
Pagina 157
Reinigen, service en onderhoud Overwinteren van de handbediening HB Voor het overwinteren of bij lange buitenbedrijfstelling moeten de slangen van de armatuur worden HB leeggemaakt. 1. Draai de wartelmoer van de drukontlastingsslang (Afb. 118/1) en de terugloop (Afb. 118/2) los en tap de resthoeveelheid af.
Reinigen, service en onderhoud 13.1.5 Zuigfilter reinigen Reinig de zuigfilter (Afb. 120) dagelijks na het spuiten. Afb. 121/... 1. Drijf pomp aan (300 omw./min). 2. Zet een geschikte opvangbak onder de aftapopening van de VARIO-schakeling aan Afb. 120 de zuigzijde. 3.
Reinigen, service en onderhoud 13.2 Smeervoorschrift Smeermiddelen Gebruik voor smeerwerkzaamheden een lithiumverzeept multipurpose vet met EP-additieven: Firma Smeermiddelbenaming Normale Extreme gebruiksomstandigheden gebruiksomstandigheden ARAL Aralub HL 2 Aralub HLP 2 FINA Marson L2 Marson EPL-2 ESSO Beacon 2 Beacon EP 2 SHELL Ratinax A Tetinax AM...
Reinigen, service en onderhoud 13.3 Onderhouds- en verzorgingsschema – overzicht • Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn is bereikt. • Tijdsintervallen, loopuren van de motor of service-intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Voor elke inbedrijfstelling 1.
Pagina 161
Reinigen, service en onderhoud Jaarlijks / 1000 bedrijfsuren Onderhoud Bouwdeel Vakwerkplaats pagina Pompen • Olie verversen om de 500 bedrijfsuren • Ventielen controleren, evt. vervangen • Zuigermembranen controleren, evt. vervangen Oliefilter • Vervangen Doorstromings- en • Doorstromingsmeter terugstroommeter kalibreren • Terugstroommeter afstellen Spuitdoppen...
Reinigen, service en onderhoud 13.4 Pomp - onderhoud en het verhelpen van storingen 13.4.1 Oliepeil controleren • Alleen merkolie 20W30 of multigrade olie 15W40 gebruiken! • Op een correct oliepeil letten! Schadelijk zijn zowel een te laag alsook een te hoog oliepeil. 1.
Reinigen, service en onderhoud 13.4.3 Zuig- en drukzijdige ventielen controleren en vervangen • Let op de inbouwpositie van de zuig- en drukzijdige ventielen voor u de ventielgroepen (Afb. 124/5) uitneemt. • Let er bij het monteren op dat de ventielgeleiding (Afb. 124/9) niet beschadigd wordt.
Reinigen, service en onderhoud 13.4.4 Zuigermembranen controleren en vervangen • Controleer de zuigermembraan (Afb. 125/1) minstens één keer per jaar door demontage op perfecte staat. • Let op de inbouwpositie van de zuig- en drukzijdige ventielen voor u de ventielgroepen (Afb.
Pagina 165
Reinigen, service en onderhoud Zuigermembranen vervangen • Let op de juiste positie van de uitsparingen of boorgaten van de cilinders. • De zuigermembraan (Afb. 126/2) met de steunschijf (Afb. 126/3) en bout (Afb. 126/1) aan de zuiger (Afb. 126/4) bevestigen zodat de rand (Afb.
Reinigen, service en onderhoud 13.5 Ureumzeef uit- en inbouwen GEVAAR Vergiftigingsgevaar door inademing van dampen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid als personen zich voor het uit- en / of inbouwen van de ureumzeef zonder ademhalingsbescherming in de spuitvloeistoftank begeven! Alleen een geschoolde persoon met geschikte ademhalingsbescherming mag zich voor het uit- en inbouwen van de ureumzeef in de spuitvloeistoftank begeven.
Reinigen, service en onderhoud Super-S-spuitboom 13.6.2 In- en uitklappen via tractorregeleenheid Afb. 129/… (1) Hydraulische smoorklep - hoogteverstelling. (2) Hydraulische smoorklep - linkerspuitboomarm omlaagklappen. (3) Hydraulische smoorklep - rechterspuitboomarm omlaagklappen. (4) Hydraulische smoorklep - trillingsdemping ver- en ontgrendelen. Afb. 130/… Afb.
Pagina 169
Reinigen, service en onderhoud Profi-klapsysteem I Afb. 131/... (1) Smoorklep – rechterarm inklappen. (2) Smoorklep – rechterarm uitklappen. (3) Smoorklep – trillingsdemping vergrendelen. (4) Hydraulische aansluiting - hoogteverstelling (de smoorklep zit op de linkszijdige hydraulische cilinder van de hoogteverstelling). (5) Hydraulische aansluitingen – hellingverstelling (de smoorkleppen bevinden zich op de hydraulische cilinder van de hellingverstelling).
Reinigen, service en onderhoud 13.7 Instellingen van de uitgeklapte spuitboom Evenwijdig met de grond richten Bij uitgevouwen, correct ingestelde spuitboom moeten alle spuitdoppen dezelfde, parallelle afstand tot de grond hebben. Is dit niet het geval, bij ontgrendelde trillingsdemping de uitgevouwen spuitboom door middel van tegengewichten (Afb.
Reinigen, service en onderhoud 13.8 Spuitdoppen Controleer af en toe de zitting van de schuif (Afb. 135/7). Hiervoor de schuif zo ver in de spuitdophouder (Afb. 135/2) schuiven, als het met matige duimkracht mogelijk is. De schuif in nieuwe toestand in geen geval tot aan de aanslag inschuiven.
Reinigen, service en onderhoud 13.9 Afgifte van veldspuit meten Controleer de veldspuit door de afgifte te meten • voor het begin van het seizoen. • bij elke spuitdopwissel. • ter controle van de instelaanwijzingen van de spuittabellen. • bij verschillen tussen werkelijke en vereiste dosering [l/ha]. Oorzaken van verschillen tussen werkelijke en vereiste dosering [l/ha]: •...
Reinigen, service en onderhoud 13.9.1.1 Bepaling van de werkelijke dosering door het afleggen van een meettraject 1. De voor de behandeling benodigde dosering [l/ha] nauwkeurig bepalen en • in de AMATRON / AMASPRAY invoeren, • bij gelijkdrukarmatuur door middel van de spuitdruk tijdens het gebruik instellen.
Pagina 174
Reinigen, service en onderhoud 13.9.1.2 Bepaling van de werkelijke dosering bij stilstand aan de hand van de afgifte per spuitdop Vang de afgifte bij ten minste 3 verschillende spuitdoppen op. Controleer daarbij telkens een spuitdop aan de linker- en aan de rechterspuitboomarm alsmede aan het middenstuk van de spuitboom.
Reinigen, service en onderhoud 2. Werkelijke dosering [l/ha] rechtstreeks in de spuittabel aflezen 1. Zoek in het hoofdstuk "Spuittabel" de spuittabel op op pagina 183, op. 2. Zoek in de kolom l/min. de waarde 2,0 op. 3. Ga in deze regel naar links. Lees in het snijpunt met de kolom 8,0 km/h de dosering 300 l/ha af.
Reinigen, service en onderhoud 13.11 Hydraulisch systeem WAARSCHUWING Gevaar voor infectie door onder hoge druk staande hydraulische olie die in het lichaam dringt! • Werkzaamheden aan het hydraulische systeem mogen uitsluitend door een vakwerkplaats worden uitgevoerd! • Laat alle druk uit het hydraulische systeem ontsnappen voordat u met de werkzaamheden aan het hydraulische systeem begint! •...
Reinigen, service en onderhoud 13.12 Hydraulisch systeem Aanduiding van hydraulische slangen De aanduidingen op de slangen hebben de volgende betekenis: Afb. 136/... (1) Type-aanduiding van de fabrikant van de hydraulische slangen (A1HF) (2) Productiedatum van de hydraulische slangen (02 04 = februari 2004) (3) Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk (210 BAR).
• niet vastzittende slangklemmen 13.12.1 In- en uitbouwen van hydraulische slangen Gebruik • alleen originele AMAZONE-reserveslangen. Deze reserveslangen zijn bestand tegen de chemische, mechanische en thermische belasting. • bij de montage van slangen altijd slangklemmen van V2A. Precieze instructies voor het controleren / vervangen van beschadigde slangen, buizen en verbindingsstukken.
Reinigen, service en onderhoud 13.12.2 Oliefilter • alleen bij Profi-klapsysteem: De oliefilter (Afb. 137/1) met zijn vervuilingsindicatie (Afb. 137/2) controleert de vervuiling van de hydraulische olie. • De vervuilingsindicatie regelmatig controleren om de goede werking van de hydraulische installatie en de bouwdelen ervan te garanderen.
Reinigen, service en onderhoud 13.15 Aanwijzingen voor de controle van de veldspuit • Alleen geautoriseerde instanties mogen de veldspuit inspecteren. • De controle van de veldspuit is wettelijk voorgeschreven: ο ten laatste 6 maanden na ingebruikneming (indien bij aankoop nog niet uitgevoerd), dan ο...
Reinigen, service en onderhoud Testen van de doorstromingsmeter 1. Alle spuitleidingen van de sectieventielen (Afb. 140/1) lostrekken. 2. De aansluiting van de doorstromingsmeter ( Afb. 138/3) met een sectieventiel verbinden en op het controleapparaat aansluiten. 3. De aansluitingen van de resterende sectieventielen met blinde doppen (Afb.
Reinigen, service en onderhoud 13.17 Aanhaalkoppels schroeven Aanhaalkoppels [Nm] Sleutelwijdte Schroefdraad afhankelijk van kwaliteitsklasse van schroeven/moeren [mm] 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18 M 18x1,5 M 20...
Spuittabel Spuittabel 14.1 Spuittabellen voor spleetdoppen, antidriftdoppen, luchtinjectie- en airmixdoppen, spuithoogte 50 cm • Alle in de spuittabellen vermelde doseringen [l/ha] gelden voor water. Vermenigvuldig de opgegeven doseringen voor de omberekening in AHL met 0,88 en voor de omberekening in NP- oplossingen met 0,85.
Pagina 184
Spuittabel Spuitdoptype selecteren Afb. 141 Voorbeeld: 200 l/ha Benodigde dosering: Ingestelde rijsnelheid: 8 km/h Vereist druppelspectrum voor het grof (geringe drift) uitvoeren van de bespuiting: Vereist spuitdoptype: Vereiste dopgrootte: Vereiste spuitdruk: ? bar Vereiste afgifte per dop voor het bepalen van de afgifte van de veldspuit: ? l/min UF BAG0012.1 09.07...
Pagina 185
Spuittabel Bepalen van spuitdoptype, spuitdopgrootte, spuitdruk en afgifte per dop 1. Bepaal het bedrijfspunt voor de vereiste dosering (200 l/ha) en de gewenste rijsnelheid (8 km/h). 2. Trek aan het bedrijfspunt een verticale lijn naar onderen. Afhankelijk van de positie van het bedrijfspunt loopt deze lijn door het karakteristieke bereik van verschillende spuitdoptypes.
Pagina 186
Spuittabel Afb. 142 UF BAG0012.1 09.07...
Pagina 206
Combinatiematrix Spuitdopbeschrijving voor UF 901 / UF 1201/ UF 1501/ UF1801 2) Spleetdoppen XRC 3) Dubbele spleetdoppen 4) Spleetdoppen AD 1) Spleetdoppen LU AVI-TWIN van kunststof en buiten met kunststof van kunststof außen Kunststoff-Kern Keramik van kunststof kern keramisch (Lechler)