A
LARMEN
2070
Luchtwegdruk te hoog
Dit alarm wordt geactiveerd wanneer de luchtwegdruk PIP gedurende 2 opeenvolgende ademhalingen > de
bovengrens voor de luchtwegdruk is. Nadat de grens is bereikt, wordt de flow vertraagd om de PIP
gedurende de inademtijd onder de luchtwegdruk te houden. De gebruiker moet controleren of het
ademhalingscircuit, de uitademklep en de luchtweg van de patiënt geknikt of verstopt zijn. In sommige
gevallen wordt het probleem veroorzaakt door overmatige afscheiding in de luchtweg, die weggezogen moet
worden. De gebruiker moet daarnaast bepalen of de patiënt zich misschien tegen het beademingsapparaat
verzet (asynchronie) en of de bovengrens voor de luchtwegdruk misschien te laag is ingesteld.
Oplossing/info: Druk hoger dan ingestelde limiet, Kijk of slang geknikt is in circuit, Kijk of luchtwegen vrij zijn,
Voer evt. suctie uit van luchtwegen, Controleer ingestelde PIP-bovengrens, **Beadem patiënt handmatig**
2071
Luchtwegdruk te laag
Dit alarm wordt geactiveerd wanneer de luchtwegdruk PIP gedurende 2 opeenvolgende ademhalingen < de
ondergrens voor de luchtwegdruk is. De gebruiker moet controleren of het ademhalingscircuit en de luchtweg
van de patiënt geen lekkages/losse aansluitingen bevatten en of de uitademklep niet defect is. De gebruiker
moet daarnaast bepalen of de patiënt via het beademingsapparaat ademt, of de PIP of het teugvolume
misschien te laag is ingesteld en of de ondergrens voor de luchtwegdruk misschien te hoog is ingesteld.
Indien mogelijk moet de gebruiker het ademhalingscircuit vervangen. Als met de genoemde oplossingen het
alarm niet wordt opgeheven, moet u het beademingsapparaat vervangen en contact opnemen met de
technische dienst voor meer informatie.
Oplossing/info: Controleer aansluiting patiënt, Kijk of slang los zit in circuit, Controleer uitademklep, Kijk of
slang/manchet goed is geplaatst, Controleer ingestelde ondergrens, **Beadem patiënt handmatig**
2072
Teugvolume te hoog
Dit alarm wordt geactiveerd wanneer tijdens drukgerichte beademing het toegediende teugvolume gedurende
2 opeenvolgende ademhalingen de door de gebruiker opgegeven grens overschrijdt. Dit kan worden veroorzaakt
door een lekkage in de aansluiting van de patiënt of in het ademhalingscircuit. Als met het beademingsapparaat
niet de doelwaarde voor de druk kan worden bereikt, wordt hiervoor gecompenseerd door de flowsnelheid te
verhogen zodat het toegediende teugvolume omhoog gaat. Het is van cruciaal belang om dit alarm in te stellen bij
zuigelingen en kinderen, aangezien de luchtwegen die voor dit soort patiënten worden gebruikt een hoge
weerstand bieden waardoor een foutieve luchtwegdruk kan ontstaan, zelfs als de patiënt is geëxtubeerd. De
gebruiker moet controleren of het ademhalingscircuit en de luchtweg van de patiënt geen lekkages/losse
aansluitingen bevatten en of de uitademklep niet defect is. De gebruiker moet daarnaast bepalen of de patiënt
misschien onrustig is en zwaar ademt, en of de bovengrens voor het teugvolume misschien te laag is ingesteld.
Indien mogelijk moet de gebruiker het ademhalingscircuit vervangen.
Oplossing/info: Controleer aansluiting patiënt, Kijk of slang los zit in circuit, Controleer uitademklep, Kijk of
slang/manchet goed is geplaatst, Controleer ingestelde bovengrens, **Bewaak patiënt**
2073
Teugvolume te laag
Dit alarm wordt geactiveerd wanneer tijdens drukgerichte beademing het toegediende teugvolume
gedurende 2 opeenvolgende ademhalingen niet de door de gebruiker opgegeven grens bereikt. Als dit
gebeurt, wordt de flow vertraagd om de luchtwegdruk gedurende de inademtijd onder de grens voor de
luchtwegdruk te houden. Als de PIP juist is ingesteld, moet de ademhaling hoger zijn dan de ondergrens,
mits deze correct is ingesteld. De gebruiker moet controleren of het ademhalingscircuit en de luchtweg van
de patiënt niet geknikt of verstopt zijn. In sommige gevallen wordt het probleem veroorzaakt door overmatige
afscheiding in de luchtweg, die weggezogen moet worden. De gebruiker moet daarnaast bepalen of de
patiënt zich misschien tegen het beademingsapparaat verzet (asynchronie) en of de PIP-doelwaarde
misschien te laag is ingesteld.
Oplossing/info: Kijk of slang geknikt is in circuit, Kijk of luchtwegen vrij zijn, Voer evt. suctie uit van
luchtwegen, Controleer ingestelde ondergrens, **Beadem patiënt handmatig**
5-14
www.zoll.com
906-0731-01-16 Rev. B