Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ZOLL EMV+ Bedieningshandleiding pagina 21

Beademingsapparaat
Verberg thumbnails Zie ook voor EMV+:
Inhoudsopgave

Advertenties

Ferromagnetische apparatuur
Als deze instructies niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot MRI-artefacten, letsel bij
de patiënt of gebruiker, of storingen in het apparaat.
U moet alle veiligheidsprocedures volgen die voor de MRI-omgeving gelden. Gebruik
het beademingsapparaat niet in een MRI-omgeving met een stralingskracht van meer
dan 3 tesla.
Gevaar! Kans op losschietende voorwerpen.
Niet-goedgekeurde apparatuur mag NIET in de MRI-omgeving worden gebracht,
inclusief:
Zorg dat het beademingsapparaat correct is geconfigureerd.
906-0731-01-16 Rev. B Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Bevestig het apparaat op een verrijdbare standaard die geschikt is voor MRI -- de
ZOLL verrijdbare MRI-standaard (
infuusstandaard (
REF
Het beademingsapparaat moet achter de markering voor 2000 Gauss straling
blijven, op ongeveer 2 meter van de opening van de MRI-scanner.
Het beademingsapparaat moet worden bewaakt door een persoon die, behalve het
in de gaten houden van de patiënt en het apparaat in de MRI-omgeving, geen
andere verantwoordelijkheden heeft.
Houd het beademingsapparaat altijd in het zicht zodat u kunt zien wanneer er een
alarm wordt afgegeven. Tijdens een scan zijn alarmen op grotere afstand van de
MRI-scanner mogelijk niet goed te horen.
Laat personen NOOIT tussen de ingang van de scanner en niet-bevestigde
apparatuur of een niet-vergrendelde verrijdbare standaard komen.
Vergrendel de wielen van de verrijdbare standaard zodra deze op de juiste positie staat.
We adviseren u de verrijdbare standaard in een MRI-omgeving vast te zetten.
Zet het beademingsapparaat en de standaard in de juiste positie voordat de patiënt
op de scannertafel wordt geplaatst en in de scanneropening wordt geschoven.
Verwijder het beademingsapparaat en de verrijdbare standaard pas uit de
MRI-omgeving nadat de patiënt naar buiten is gebracht.
Pulsoxymetersensoren en -kabels.
Externe netsnoeren.
De verrijdbare standaard van het ademhalingscircuit.
Ingeschakelde bevochtigingssystemen en bijbehorende apparatuur.
Sluit de pulsoxymetersensor NIET aan op de patiënt. Verwijder de sensor van het
apparaat.
In de MRI-omgeving mag het beademingsapparaat uitsluitend via de batterij van
voeding worden voorzien
-- gebruik GEEN externe netsnoeren.
De batterij van het beademingsapparaat moet volledig zijn opgeladen voordat het
apparaat in de MRI-omgeving wordt geplaatst.
Zuurstoftoevoer -- zuurstof moet worden toegevoerd via een niet-magnetische
aluminium cilinder.
REF
816-0731-01); de optionele
707-0731-09).
1-15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

AevEagle ii

Inhoudsopgave