Reiniging na gebruik in een verontreinigde omgeving
Als u het ZOLL-beademingsapparaat hebt gebruikt in een omgeving waar het mogelijk is
blootgesteld aan verontreiniging door een ongeval met gevaarlijke materialen, een uitbraak van
een infectieziekte of een massavernietigingswapen, adviseren we u de volgende richtlijnen te
volgen:
1. Volg altijd de procedures voor ontsmetting op van de hoofdverantwoordelijke voor de
veiligheid ter plaatse.
U dient de apparatuur zo snel mogelijk na het gebruik te reinigen en te ontsmetten. Personeel
2.
moet tijdens het ontsmetten van apparatuur altijd de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen dragen.
3.
Lees de reinigingsinstructies in de vorige paragraaf door.
Aangezien het beademingsapparaat aan veel verschillende verontreinigingen kan worden
4.
blootgesteld, kunnen we niet voor elk type blootstelling een gepaste reinigingsmethode
aangeven. Een schoonmaakmiddel dat effectief is voor één type blootstelling is dat mogelijk
niet voor een ander type. Het beleid voor reiniging en sterilisatie kan per instelling
verschillen. We adviseren elke instelling een protocol in te stellen voor het reinigen en
desinfecteren van medische apparatuur. U kunt deze procedures als richtlijn gebruiken.
Gasinlaatfilters
De inlaat voor vers gas (aan de rechterkant van het beademingsapparaat) is voorzien van een
tweefasenfiltersysteem: een goed bereikbaar schuimfilter biedt hierbij bescherming aan een tweede
filter: de filterschijf. Zoals u kunt lezen in hoofdstuk 6 "Gebruiksomgeving", kan het nodig zijn om
een extra filter aan te brengen als het apparaat in extreme omstandigheden wordt gebruikt.
Het schuimfilter inspecteren en vervangen
Als u het apparaat gebruikt in een omgeving met veel stof, inspecteert u het schuimfilter
(
465-0028-00) en vervangt u dit zo nodig.
REF
Verwijder het filter met een pincet of vergelijkbaar instrument. Onderzoek het filter op vuil, pluisjes
en algehele slijtage. Vervang het schuimfilter zo nodig. Filters mogen NIET worden gereinigd.
Voorzichtig
Gebruik de compressor niet zonder een filter te hebben geplaatst.
De filterschijf inspecteren en vervangen
De filterschijf voor de inlaat voor vers gas/luchtinlaat voor noodgevallen (
bevindt zich achter het schuimfilter. De filterschijf fungeert als extra laag voor het filteren van
lucht uit de omgeving dat naar de patiënt wordt gevoerd. Controleer dit filter regelmatig en
vervang het zo nodig. Als het schuimfilter en de filterschijf voor de inlaat voor vers gas/
luchtinlaat voor noodgevallen beide vuil zijn geworden, wordt er een alarm geactiveerd door
het ZOLL-beademingsapparaat. Dit alarm geeft aan dat een of meerdere filters moeten worden
vervangen. De patiënt krijgt bij dit alarm nog wel het juiste teugvolume toegediend. U kunt de
filterschijf voor de inlaat voor vers gas/luchtinlaat voor noodgevallen verwijderen en aan een
visuele inspectie onderwerpen. Als u verkleuringen ziet op het filter, vervangt u dit.
906-0731-01-16 Rev. B Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
465-0027-00)
REF
7-3