Smart Help-berichten
Als er een alarm wordt getriggerd, wordt een Smart Help-bericht weergegeven in het
alarmberichtencentrum (Alarm Message Center, AMC) in de linkerbovenhoek van het
lcd-scherm van het apparaat. Het Smart Help-bericht bevat de naam van het alarm met een
aantal suggesties voor de gebruiker om het alarm te verhelpen. In het AMC wordt het aantal
actieve alarmen aangeduid met een reeks alarmbelpictogrammen aan de onderkant, waarbij
elke bel een actief alarm vertegenwoordigt. Het beademingsapparaat kent prioriteiten toe aan
de alarmen en de alarmen met het grootste risico worden als eerste weergegeven. In de
berichten wordt altijd aangegeven wat de context is, waardoor het alarm mogelijk wordt
veroorzaakt en hoe dit kan worden verholpen.
Smart Help-berichten bevatten informatie over en instructies voor alle actieve alarmen, zoals u
kunt zien in het voorbeeld hierboven:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
906-0731-01-16 Rev. B Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
a
b
c
d
Smart Help-weergave
Naam alarm: beschrijving van de aard en/of de oorzaak van de fout of storing. De
naam van het alarm wordt boven in het AMC weergegeven. Als er meerdere
alarmen tegelijkertijd optreden, wordt aan de alarmen die een groter risico vormen
voor de patiënt, een hogere prioriteit toegekend.
Instructies om alarm te verhelpen: instructies voor de gebruiker die aangeven hoe
de alarmstatus kan worden opgeheven.
Instructies als alarm niet is verholpen: instructies voor de gebruiker die aangeven
wat hij of zij moet doen als het alarm niet kon worden verholpen. De instructie wordt
altijd als volgt weergegeven: **Bericht...**.
Alarmpictogrammen: bij elk actief alarm wordt een alarmbel weergegeven. Bij
meerdere actieve alarmen komt het aantal alarmbellen overeen met het aantal
alarmen. Het alarm in het AMC wordt aangegeven met een volledig zwart gekleurde
alarmbel. U kunt de verschillende actieve alarmen weergeven door aan de
selectiedraaiknop te draaien en door de actieve alarmen te bladeren. Als er minder
dan 5 actieve alarmen zijn, wordt er tevens een plotpictogram weergegeven.
Servicecode: elk alarm heeft een uniek nummer dat uit 4 cijfers bestaat. Hiermee
kunt u bij de technische dienst aangeven om welk specifiek alarm het gaat.
Waarschuwingspictogram: dit geeft de ernst van het alarm aan: lage, middelhoge
of hoge prioriteit.
Luchtwegdruk
HR
te hoog
Veille
Druk hoger dan
SpO
2
ingestelde limiet
Kijk of slang geknikt
Veille
is in circuit
FIO
Kijk of luchtwegen
2
vrij zijn
Voer evt. suctie uit
van luchtwegen
Controleer ingestelde
PIP-bovengrens
**Beadem patiënt
handmatig**
Modus
uit
e
f
4-19