A
LGEMENE INFORMATIE
Waarschuwingen
Algemeen
Het ZOLL-beademingsapparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik door gekwalificeerd
•
personeel. Voordat u het apparaat gaat gebruiken, moet u deze handleiding lezen.
Voordat u het beademingsapparaat bij een patiënt gaat gebruiken, moet u het apparaat met
•
de gebruikelijke instellingen testen om te controleren of het naar behoren werkt.
Breng geen wijzigingen aan in deze apparatuur zonder toestemming van de fabrikant.
•
Deze bedieningshandleiding is niet bedoeld als vervanging voor bestaande regels en
•
procedures voor beademing.
Volg voor elk van de onderdelen van dit medische hulpmiddel het toepasselijke beleid voor
•
de verwerking tot afval, het werken met materialen die zijn verontreinigd met
lichaamsvocht en het vervoeren van lithium-ionbatterijen.
Beademingsapparaat
Het ZOLL-beademingsapparaat werkt op een interne batterij of via externe voeding. Als
•
u het apparaat op de voeding aansluit, moet u er op letten dat de stroomkabels niet per
ongeluk los kunnen raken.
Het gebruik van accessoires en kabels die niet door ZOLL worden verkocht, kan leiden tot
•
een verhoogde emissie of een verminderde immuniteit van dit apparaat.
Draagbare/mobiele RF-communicatieapparatuur kan de werking van dit apparaat
•
beïnvloeden. De werking van het apparaat in aanwezigheid van EMC wordt beschreven in
de paragraaf Specificaties van deze bedieningshandleiding.
Het beademingsapparaat kan interfereren met radiosignalen of de werking van apparatuur in
•
de nabije omgeving verstoren. Het kan nodig zijn dit soort problemen te verhelpen door het
apparaat te draaien of te verplaatsen, of de locatie af te schermen.
Sluit het apparaat niet aan op een wandcontactdoos met een wandschakelaar of dimmer.
•
De mate van bescherming tegen defibrillatoren is afhankelijk van de gebruikte accessoires
•
(zoals de pulsoxymeter) die door ZOLL zijn gespecificeerd.
Aarding:
•
Wees net als met andere medische apparatuur voorzichtig bij het plaatsen van het
•
beademingscircuit, de patiëntkabels en de externe voedingskabels om de kans dat de patiënt
erin verstrikt raakt of erdoor verstikt, zo klein mogelijk te maken.
Gebruik het apparaat niet tijdens een MRI-scan, tenzij het apparaat is voorzien van het label
•
"MRI conditional". Zie "Het ZOLL-beademingsapparaat gebruiken in een MRI-omgeving"
voor instructies ten aanzien van het gebruik van apparaten die onder bepaalde voorwaarden
bestand zijn tegen MRI ("MRI-conditional"). Hierin worden aanvullende waarschuwingen
en voorzorgsmaatregelen gegeven.
Gebruik het ZOLL-beademingsapparaat niet bij een patiënt wanneer een ander apparaat op
•
de USB-poort is aangesloten (u mag de USB-poort alleen gebruiken tijdens onderhoud van
het beademingsapparaat).
Op de labels die door ZOLL op het beademingscircuit zijn aangebracht, vindt u de waarden
•
voor weerstand en conformiteit die onder normale bedrijfsomstandigheden gelden voor de
circuits. Als u extra accessoires gebruikt (zoals een bevochtigingssysteem of filter) moet
u ervoor zorgen dat deze de werking van het apparaat niet negatief beïnvloeden.
1-12
Verwijder nooit de aardleiding uit de stekker.
•
Gebruik geen verlengsnoeren of adapters. De voedingskabel en stekker mogen niet
•
beschadigd zijn.
Als er twijfel bestaat over de integriteit van de geïnstalleerde aardleiding moet u de
•
oxymeter met de batterij gebruiken. Sluit de voeding pas aan als u zeker weet dat
de bescherming tegen wisselspanning volledig functioneel is.
www.zoll.com
906-0731-01-16 Rev. B