Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Bedieningsmodus Selecteren (Optioneel) - ZOLL EMV+ Bedieningshandleiding

Beademingsapparaat
Verberg thumbnails Zie ook voor EMV+:
Inhoudsopgave

Advertenties

H
ZOLL-
ET
BEADEMINGSAPPARAAT INSTELLEN

8. De bedieningsmodus selecteren (optioneel)

Het beademingsapparaat biedt vier bedieningsmodi die u kunt selecteren om de patiënt
optimaal te behandelen (elke modus is ofwel drukgericht ofwel volumegericht):
1. AC (Assist/Control, ondersteunend/gereguleerd) -- De patiënt wordt gereguleerd of ondersteunend
beademd. Wanneer door de patiënt een ondersteunende beademing wordt getriggerd, wordt de
toegediende beademing gebaseerd op de doelwaarde voor het volume of de druk.
SIMV (Synchronized Intermittent Mandatory Ventilation, gesynchroniseerde
2.
intermitterende verplichte beademing) -- De patiënt wordt gereguleerd beademd op basis van
de ingestelde ademhalingsfrequentie. Spontane ademhalingen zijn mogelijk zonder
ondersteuning met flow naar behoefte of met drukondersteuning. (Deze modus is niet
beschikbaar op het AEV
3.
CPAP (Continuous Positive Airway Pressure, continue positieve luchtwegdruk) -- Het apparaat
zorgt voor een continue positieve druk in de luchtwegen terwijl de patiënt zelf ademhaalt.
Spontane ademhalingen zijn mogelijk met flow naar behoefte of met drukondersteuning.
BL (bilevel, tweevoudig) -- Het apparaat beschikt over twee drukinstellingen om de patiënt te
4.
ondersteunen bij de spontane ademhaling: een hogere inademingsdruk (IPAP, inhalation positive
airway pressure) en een lagere uitademingsdruk (EPAP, exhalation positive airway pressure).
U selecteert de bedieningsmodus door op de parameterknop Modus te drukken, de
selectiedraaiknop te draaien naar de modus die u wilt gebruiken en op de knop Accepteren/
selecteren te drukken.
Wanneer u van actieve beademing naar een van de NPPV-modi gaat of van een NPPV-modus
naar een modus met actieve beademing, kan het nodig zijn de volgende parameter-/
alarmgrenzen aan te passen:
Alarm/parameter
Alarm BPM laag
Alarm BPM hoog
Alarm luchtwegdruk te laag
PEEP
Bovengrens V
Ondergrens V
Oplooptijd
Drukondersteuning
Waarschuwing! Bij de overgang naar NPPV wordt de oplooptijd automatisch ingesteld op 3, maar dit
kan te snel zijn voor baby's en kleine kinderen. Voordat u het beademingsapparaat
voor een baby of een klein kind gebruikt, moet u het apparaat altijd correct
configureren voordat u dit aansluit op de patiënt.
Opmerking: Dit alarm wordt geactiveerd wanneer u de patiënt op het beademingsapparaat
3-10
®
-apparaat.)
T
T
aansluit terwijl het menu Start is geactiveerd. U kunt dit alarm opheffen door een
beademingsmodus te selecteren en de juiste configuraties in te voeren voor de
patiënt. Daarnaast moet u de procedure voor de functietest doorlopen voordat
u de patiënt weer op het apparaat kunt aansluiten.
www.zoll.com
906-0731-01-16 Rev. B

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

AevEagle ii

Inhoudsopgave