Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ZOLL EMV+ Bedieningshandleiding pagina 63

Beademingsapparaat
Verberg thumbnails Zie ook voor EMV+:
Inhoudsopgave

Advertenties

BPM (ademhalingen per minuut) -- Timing en
frequentieregulatie
Met de parameter BPM wordt het aantal ademhalingen per minuut beschreven. De
geselecteerde beademingsmodus bepaalt of deze waarde een instelling of een meetwaarde is.
Ondersteunde en gereguleerde ademhalingen volgen een tijdcyclus. Bij spontane ademhalingen
gebruikt het beademingsapparaat het percentage van de piekflow om de toegediende
beademing te beëindigen (flowcyclus).
Regelingsparameter
Met de parameter Ti (inademingstijd) wordt de inademingstijd voor gereguleerde en
ondersteunende beademingen ingesteld (modus AC en SIMV). Bij volumegerichte beademing
heeft de parameter Ti invloed op de gasflowsnelheid (er wordt een pop-upbericht weergegeven
op het apparaat wanneer de minimale en maximale waarden voor de flowsnelheid zijn bereikt).
Oplooptijd
Wanneer PS (drukondersteuning) wordt geselecteerd, kunt u instellen hoe lang het duurt om de PIP
te bereiken. Dit kan worden gespecificeerd met een index van 1 (kortste tijd) tot 10 (langste tijd). Het
apparaat gebruikt de PIP-curve als referentie bij het selecteren van de oplooptijd voor de patiënt.
Nadat de patiënt is aangesloten op het beademingsapparaat en is gestabiliseerd, moeten de
instellingen voor de oplooptijd opnieuw worden beoordeeld en eventueel worden aangepast.
Om ervoor te zorgen dat de patiënt zo min mogelijk moeite hoeft te doen om adem te halen en
de kans op drukoverschrijding te minimaliseren, moet u bij het instellen van de oplooptijd
rekening houden met het volgende:
Het ademhalingspatroon van de patiënt
Het comfort van de patiënt
De flowvraag van de patiënt
De weerstand (mechanisch/fysiologisch)
Conformiteitskenmerken
De oplooptijd voor een passieve long wordt voornamelijk bepaald door de weerstand in de
luchtweg, en is vrijwel onafhankelijk van de conformiteit.
Voor een volwassen patiënt met een hoge weerstand kan een instelling voor de oplooptijd van
3 tot 4 zorgen voor een optimale toediening van de beademing. Oplooptijden van 8 tot 10 zijn
geoptimaliseerd voor kinderen. De flow wordt hierbij beperkt. (Het circuit voor kinderen is niet
geschikt voor een flow > 60 lpm.)
906-0731-01-16 Rev. B Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Weerstand
5
20
50
200
Oplooptijd
1
3
5
10
4-5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

AevEagle ii

Inhoudsopgave