O
NDERHOUD
Het ZOLL-beademingsapparaat opslaan
Neem de aanbevelingen voor opslag van de batterij in acht die in dit hoofdstuk worden
beschreven.
Als een apparaat 6 maanden (of langer) opgeslagen of niet in gebruik is geweest, inspecteert
u eerst het apparaat, voert u een functietest uit en laadt u de batterij op, voordat u het apparaat
bij een patiënt gebruikt.
Als het apparaat in een niet-gecontroleerde omgeving (zoals een voertuig) opgeslagen is
geweest, laat u het apparaat eerst enige tijd tot binnen het opgegeven temperatuurbereik voor
gebruik komen.
Het ZOLL-beademingsapparaat is verkrijgbaar met een optionele transport- en draagtas. Volg
de bij de transport- of draagtas geleverde instructies.
Voorschriften voor het vervangen en verzenden van de batterij
De batterij van het beademingsapparaat mag alleen door een opgeleide monteur, bij een door
ZOLL geautoriseerde technische dienst worden vervangen. Neem contact op met de technische
dienst in uw regio voor instructies ten aanzien van het retourneren en houd daarbij rekening met
het volgende:
De batterij van het ZOLL-beademingsapparaat moet tijdens verzending altijd de juiste
•
laadtoestand (State of Charge, SOC) hebben. Dit is nooit meer dan 30%. De oplaadbare
lithium-ionbatterij van het beademingsapparaat voldoet aan deze en overige belangrijke
voorschriften die in IATA/DOT UN 38.3 worden opgelegd.
De batterij van het beademingsapparaat bevat minder dan 100 Wh en wordt daarom
•
geclassificeerd als Class 9 Exempt: de batterij hoeft geen klasse 9-label of -markering te
dragen.
Lees voordat u een lithium-ionbatterij gaat vervoeren altijd eerst de toepasselijke lokale,
•
nationale en internationale voorschriften.
Voor vervoer van een batterij waarvan de houdbaarheid is overschreden of een batterij die is
•
beschadigd of is teruggeroepen, kunnen in sommige gevallen specifieke beperkingen of een
algeheel verbod gelden.
Kalibratiecontroles
Door middel van een zelftest wordt het pneumatische systeem van het ZOLL-beademingsapparaat
continu bewaakt.
Controleer bij elke jaarlijkse onderhoudsbeurt of het beademingsapparaat nog correct is
gekalibreerd. Controleer op de volgende momenten de kalibratie van het beademingsapparaat:
Elke 12 maanden.
•
Indien door intensief gebruik een kortere periode tussen preventieve onderhoudscontroles
•
noodzakelijk wordt geacht.
Wanneer u vermoedt dat het apparaat niet goed meer werkt.
•
Na grootschalige ingebruikname, voordat het apparaat teruggaat naar de opslag.
•
Voor apparaten die niet voor kalibratie/onderhoud naar ZOLL worden gestuurd, houdt u de
kalibratiecontroles zorgvuldig bij. Als een apparaat de kalibratiecontrole niet doorstaat, stuurt
u dit voor een kalibratie naar ZOLL of een geautoriseerde technische dienst.
Een kalibratiecontrole moet worden uitgevoerd met behulp van het RCS-systeem van ZOLL.
Het RCS-systeem mag alleen door gecertificeerd personeel dat door ZOLL is opgeleid, worden
gebruikt.
7-8
www.zoll.com
906-0731-01-16 Rev. B