De Masimo SET
1. Het verschil in absorptie van rood en infrarood licht tussen oxyhemoglobine en
deoxyhemoglobine (door middel van spectrofotometrie)
2.
De verandering van het in weefsel aanwezige volume arterieel bloed en van het licht dat
door het bloed wordt geabsorbeerd (door middel plethysmografie).
De grote fluctuaties in arterioveneuze shunts en de wisselende absorptie door veneus
3.
bloed die een belangrijke oorzaak is van ruis tijdens een pulsatie.
Zowel met de Masimo SET-pulsoxymeter met MS-plaat als met traditionele oxymetrie wordt de SpO
gemeten. Hierbij wordt een cluster van haarvaten met rood en infrarood licht bestraald en worden de
daarbij optredende veranderingen in lichtabsorptie gemeten. Het licht is afkomstig van ledlampjes die
rood en infrarood licht uitstralen. Een fotodiode detecteert het uitgestraalde licht.
In traditionele pulsoxymetrie wordt ervan uitgegaan dat alle pulsaties bij de absorptie van licht
worden veroorzaakt door schommelingen in het volume arterieel bloed. Hierbij wordt
verondersteld dat al het rond de sensor aanwezige bloed door het haarvatenstelsel wordt
gevoerd en niet door een arterioveneuze shunt. De traditionele pulsoxymeter berekent de ratio
van de pulsatieabsorptie (AC) ten opzichte van de gemiddelde absorptie (DC) op elk van de
twee golflengten van 660 nm en 905 nm:
Vervolgens berekent de oxymeter de ratio tussen deze twee aan de arteriële pulsatieabsorptie
toegevoegde signalen:
Met deze R-waarde zoekt u de saturatie-SpO
de tabel zijn gebaseerd op een vergelijking tussen onderzoeken met humaan bloed en geïnduceerde
hypoxieonderzoeken met een laboratoriumco-oxymeter bij gezonde volwassen vrijwilligers.
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
906-0731-01-16 Rev. B
Basisprincipes van de
®
-pulsoxymeter met MS-plaat werkt volgens drie basisprincipes:
S(660) = AC(660)/DC(660)
S(905) = AC(905)/DC(905)
R = S(660)/S(905)
Bijlage C
pulsoxymeter
op in een tabel in de oxymetriesoftware. De waarden in
2
2
C-1