Pneumatisch ontwerp
Het ZOLL-beademingsapparaat is uitgerust met een zuurstofklep en een compressor waar het
gas doorheen wordt gevoerd richting de uitgang. Het systeem bevat ook transducers voor het
meten van de druk, zoals de toevoerdruk en barometerdruk.
Het stercircuit maakt deel uit van het pneumatische systeem van het beademingsapparaat.
Vanuit de ene kant van het stercircuit wordt gas naar de patiënt gevoerd voor de inademing.
Vanuit de andere kant wordt het gas rechtstreeks naar de omgeving uitgestoten. De uitademklep
wordt via een pneumatisch systeem aangestuurd, waarbij een transducer in het
beademingsapparaat de luchtwegdruk meet.
In onderstaande afbeelding wordt een schematisch overzicht gegeven van het pneumatische
systeem.
O
-druk
2
O
-flow
2
Atmosferische
druk
Compressorflow
Ingangsdruk
AutoCal-klep
Luchtwegdruk
906-0731-01-16 Rev. B Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
O
-waarde
2
compressor
Anti-asfyxieklep
Back-
upklep
Regelklep voor
uitademing
O
-connector voor 55 psi
2
Radiale
Inlaat voor vers gas/
luchtinlaat voor noodgevallen
HEPA- en C2-filters accepteren
Slang van patiëntcircuit
lengte van 1,8 m (standaard)
Poort voerlijn voor uitademing
Ventilatieopening uitademklep
Luchtwegdrukpoort
Uitademklep
2-9