Inhoudsopgave
Advertenties
Interfacesignalen hulpstukken
9.3.1
INTERFACE
Ingang noodstop
Contactgever die
bewakingslus
bewaakt
Status noodstop
Uitgang hulpstuk
inschakelen
Foutstatus hulpstuk
Uitgang voor
algemeen gebruik x
2
Ingang voor
algemeen gebruik
en SDV_ENABLE
© Clearpath Robotics Inc. 2021. Alle rechten voorbehouden. CLEARPATH en OTTO zijn handelsmerken van Clearpath Robotics Inc. Alle andere product- en bedrijfsnamen zijn handelsmerken of
handelsnamen van hun respectieve bedrijven. De informatie in deze documenten is het vertrouwelijke en/of eigendomsrechtelijk beschermde eigendom van Clearpath Robotics Inc. en mag niet
worden gekopieerd, gereproduceerd of verder openbaar gemaakt zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Clearpath Robotics Inc.
Tabel 7 Elektrische interfaces hulpstukken
SPANNING
24 V
Tweekanaals noodstop van hulpstuk naar basisplatform. Moet
gesloten zijn om het veiligheidsrelais in de robot onder spanning
te kunnen zetten.
24 V
Bewakingslus voor de veiligheidslus. Moet gesloten zijn om het
veiligheidsrelais in de robot onder spanning te kunnen zetten.
24 V
Enkelkanaals interface van 24 V gelijkstroom van het
veiligheidsrelais van de robot. Wanneer deze is ingeschakeld, kan
het hulpstuk veilig worden ingeschakeld.
24 V
24 V uitgang van de robot naar hulpstuk geeft aan dat het
hulpstuk mag werken. Signaal is actief hoog.
Actief hoog
Als de inschakellijn is uitgeschakeld (laag), mag het hulpstuk niet
bewegen.
24 V
Uitgang van hulpstuk naar de robot geeft aan dat het hulpstuk een
probleem heeft ondervonden (actief laag). Als er een storing
Actief laag
wordt aangegeven op deze ingang, stopt de robot met de
autonome werking en geeft het aan dat er een operator nodig is
om het hulpstuk te onderzoeken.
Als dit signaal niet wordt gebruikt, moet het hoog worden
gekoppeld aan PA_24V.
Universele
Extra 0 - 24 V gelijkstroomuitgangen beschikbaar voor
uitgang
communicatie met het hulpstuk.
Aandrijving naar
24 V of
aandrijving naar
aarding
24 V
Extra 0 - 24 V gelijkstroomingangen beschikbaar voor
communicatie met het hulpstuk.
GPI_0 wordt gebruikt om aan de robot aan te geven dat het kan
bewegen nadat het controle heeft over het hulpstuk.
OTT O 1 500 V 2 • O M M - 0 00085 • RE V . D
OPMERKINGEN
53
Advertenties
Inhoudsopgave
