OTT O 1 500 V 2 • O M M - 0 00085 • RE V . D
Zie Interface voor hulpstukken voor meer informatie.
Hulpstukken moeten zijn ontworpen om te voorkomen dat gebruikers die in de buurt van de robot staan worden
blootgesteld aan de gevaren van het hulpstuk.
Lading en stabiliteit
2.13.7
Het is belangrijk voor alle gebruikers van de robot om de stabiliteit van de robot te begrijpen en hoe tillen, draaien en
stoppen de stabiliteit ervan beïnvloedt. Het zwaartepunt tussen de ladingen varieert en hoewel de ladingen dezelfde
grootte kunnen hebben, zijn hun gewichten mogelijk niet hetzelfde.
Om de robot stabiel te houden, moet het gecombineerde zwaartepunt binnen de stabiliteitsdriehoek van de robot
blijven. De volgende items kunnen het gecombineerde zwaartepunt beïnvloeden:
Zwaartepunt van de lading
Beweging van robot (versnelling, vertraging, draaien en plotseling remmen)
Hoogte van de te hijsen last
Zie Stabiliteit en zwaartepunt van de OTTO 750 V2 AMR voor meer informatie. Deze documenten zijn
beschikbaar op het ondersteuningscentrum van OTTO Motors op help.ottomotors.com.
Voetafdrukveiligheid
2.13.8
Opgemerkt moet worden dat het algemene profiel, inclusief eventuele bijlagen, ladingen of combinaties daarvan,
binnen de veiligheidsconfiguratie van de robot moet blijven. Dit wordt gemeten middels de projectie van elk
onderdeel dat buiten de robot naar de vloer is geprojecteerd.
Afhankelijk van het hulpstuk of de lading die op de robot moet worden gemonteerd, moet de veiligheidsconfiguratie
mogelijk worden aangepast aan het hulpstuk of de lading, zodat de robot zelfstandig kan navigeren met alle
veiligheidsfuncties op hun plaats. Als de configuratie van het hulpstuk verandert of wordt verwijderd, moeten LiDAR-
veiligheidsveldsets worden gereset om te voldoen aan de huidige voetafdruk voor elke robot. Veiligheidsconfiguraties
zijn altijd gebaseerd op de grootst mogelijke combinatie van hulpstuk en lading.
Uitbreiding van de laadhoogte wordt niet gedetecteerd door de robot. De laadhoogte moet worden gekwalificeerd in
de installatiefaciliteit en worden geïnspecteerd in alle ruimten waarin de robot werkt, om het risico op een botsing te
verminderen.
© Clearpath Robotics Inc. 2021. Alle rechten voorbehouden. CLEARPATH en OTTO zijn handelsmerken van Clearpath Robotics Inc. Alle andere product- en bedrijfsnamen zijn handelsmerken of
handelsnamen van hun respectieve bedrijven. De informatie in deze documenten is het vertrouwelijke en/of eigendomsrechtelijk beschermde eigendom van Clearpath Robotics Inc. en mag niet
worden gekopieerd, gereproduceerd of verder openbaar gemaakt zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Clearpath Robotics Inc.
26