IN GEVAL VAN EEN BOTSING
6
1. Stop de robot door op een rode Noodstopknop op de robot of een uitgerust hulpstuk te drukken.
Zie het Overzicht van de onderdelen voor de locaties van de noodstopknoppen.
2. Is er iemand gewond? Verleen onmiddellijk eerste hulp. Roep indien nodig medische hulp in. Volg de
procedures voor het melden van letsel en ongevallen op de werkplek.
3. Documenteer het incident.
a.
Noteer de tijd en plaats.
b. Noteer welke robot erbij betrokken was.
c.
Interview alle getuigen.
d. Neem foto's of maak een tekening.
e.
Als de robot is aangesloten op Fleet Manager, maakt u handmatig een snapshot om diagnostische
informatie en sensorgegevens van de robot vast te leggen om OTTO Motors te helpen bij het
diagnosticeren van de oorzaak van het incident.
4. Beoordeel de status van de robot.
a.
Inspecteer de robot visueel op schade en maak foto's van eventuele schade die is gevonden.
b. Als er geen zichtbare beschadiging is, observeer dan de robot nadat deze weer in gebruik is
genomen.
c.
Als er onregelmatigheden of verschillen in het gedrag worden waargenomen, stelt u de betreffende
robot buiten dienst en neemt u contact op met OTTO Motors support. Als de beschadiging
uitgebreid is, wacht u op een bericht van OTTO Motors voordat u de robot weer in gebruik neemt.
Raadpleeg Veiligheid rond OTTO voor meer informatie.
© Clearpath Robotics Inc. 2021. Alle rechten voorbehouden. CLEARPATH en OTTO zijn handelsmerken van Clearpath Robotics Inc. Alle andere product- en bedrijfsnamen zijn handelsmerken of
handelsnamen van hun respectieve bedrijven. De informatie in deze documenten is het vertrouwelijke en/of eigendomsrechtelijk beschermde eigendom van Clearpath Robotics Inc. en mag niet
worden gekopieerd, gereproduceerd of verder openbaar gemaakt zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Clearpath Robotics Inc.
OTT O 1 500 V 2 • O M M - 0 00085 • RE V . D
31