RUITENWISSER, RUITENSPROEIER VOOR
2
Ruitenwisser voor
Verplaats, als het contact aan staat, de scha-
kelaar 1 evenwijdig aan het stuurwiel:
A Uit
B Wissen met intervallen
De wissers vegen met tussenpozen
van enkele secondes. De duur van het
interval is te regelen door de ring 2 te
verdraaien.
C Langzaam continu wissen
D Snel continu wissen
1
Bijzonderheid
Tijdens het rijden gaat de wisser langza-
mer werken als de auto stopt. Van snel con-
tinu wissen naar langzaam continu wissen.
Zodra de auto weer gaat rijden, beginnen
de wissers weer met de oorspronkelijk inge-
stelde snelheid te werken.
Als u de schakelaar 1 in een andere stand
zet, schakelt u hiermee bovengenoemd au-
tomatisme uit.
Als het mechanisme is geblokkeerd (bij-
voorbeeld doordat de wisserbladen zijn
vastgevroren aan de voorruit) wordt de
voeding van de ruitenwissermotor auto-
matisch uitgeschakeld.
(1/2)
A
B
C
D
Automatisch wissen
(afhankelijk van de auto)
Bij draaiende motor: draai de schakelaar 1.
A Uit
B Automatisch wissen
In deze stand signaleert het systeem
water dat op de voorruit ligt en scha-
kelt het wissen in met een aangepaste
wissnelheid. De inschakeldrempel van
het wissen en de duur van het interval
zijn te regelen door de ring 2 te ver-
draaien:
N.B.: bij mist of sneeuwval, werkt de rui-
tenwisser niet altijd automatisch en blijft
deze onder controle van de bestuurder.
C Langzaam continu wissen
D Snel continu wissen
1.87