BANDENSPANNING koud
A
Sticker A
Open het bestuurdersportier om het te lezen.
De bandenspanning dient bij koude banden
te worden gecontroleerd.
Indien u de bandenspanning niet bij koude
banden kunt controleren, moet u de opge-
geven waarden met 0,2 tot 0,3 bar (3 PSI)
verhogen. Verlaag nooit de spanning van
een warme band.
(1/2)
Auto met waarschuwing bij verlies van
bandenspanning
In geval van te lage bandenspanning (lekke
band, te lage bandenspanning, ...) gaat het
controlelampje
paneel branden. Raadpleeg de paragraaf
"Waarschuwing bij verlies van bandenspan-
ning" in hoofdstuk 2.
Auto's gebruikt bij maximale
belasting (maximum
toegelaten totaalmassa) en
met een aanhangwagen.
De maximumsnelheid is 100 km/uur en
de bandenspanning moet worden ver-
hoogd met 0,2 bar.
Raadpleeg de paragraaf "Massa's" in
hoofdstuk 6.
Kans op klapband.
A
op het instrumenten-
B : bandenspanning van de voorwielen niet
op autosnelweg, of met minder dan 4 perso-
nen in de auto.
C : bandenspanning van de achterwielen
niet op autosnelweg, of met minder dan
4 personen in de auto.
D : bandenspanning van de voorwielen op
autosnelweg of bij zware belasting.
E : bandenspanning van de achterwielen op
autosnelweg of bij zware belasting.
B
C
E
D
4.13