WAARSCHUWING BIJ VERLIES VAN BANDENSPANNING
SYSTEEM B (vervolg)
Aanduiding
Het display 2 op het instrumentenpaneel in-
formeert u over eventuele afwijkingen (lage
bandenspanning, lekke band enz.).
Bandenspanning aanpassen
Controlelampje
blijft branden
en afhankelijk van de auto verschijnt
de
boodschap
"BANDENSPANNING
CORRIGEREN".
Dit betekent dat minstens een van de
banden lek is.
Controleer en corrigeer indien nodig de ban-
denspanning van de vier koude wielen. Het
controlelampje
dooft na enkele mi-
nuten rijden.
Een plots verlies van bandenspanning
(klapband ...) wordt mogelijk niet door
het systeem worden opgespoord.
Lekke band
Het controlelampje
blijft branden
en een geluidssignaal weerklinkt en afhan-
kelijk van de auto verschijnt de boodschap
"LEKKE BAND".
Deze boodschap wordt vergezeld door het
®
controlelampje
.
Die geven aan dat minstens een van de
banden lek is of een veel te lage spanning
heeft. Vervang de band of roep de hulp in
van een merkdealer als deze lek is. Pomp
de band op als de bandenspanning te laag
is.
Het
waarschuwingslampje
®
dwingt u, voor uw
veiligheid, direct te stoppen
zonder het verkeer in gevaar te
brengen.
(8/9)
Controleer bandensensor
Het controlelampje
dere seconden en blijft dan branden en af-
hankelijk van de auto verschijnt de bood-
schap "BANDEN SENS CONTROLE ".
Deze boodschap wordt vergezeld door het
©
controlelampje
Die geven aan dat in minstens een van de
wielen geen drukzender zit (bijvoorbeeld het
reservewiel). Is dit niet het geval, neem dan
contact op met een merkdealer.
knippert meer-
.
2.25