AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Bij een storing
– als tijdens het rijden de boodschap
"Controleer auto.transmissie" op het in-
strumentenpaneel verschijnt, in combi-
natie met het oplichten van het lampje
©
, dan duidt dit op een storing.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een
merkdealer.
– als tijdens het rijden de boodschap
"Oververhitting auto.transmissie" ver-
schijnt op het instrumentenpaneel, rijd
dan met matige snelheid en laat, als de
verkeersomstandigheden het toelaten,
de hendel niet in stand D (ofR): ga altijd
naar stand N als u stil staat.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een
merkdealer.
– Slepen van een auto met een automa-
tische transmissie: raadpleeg de para-
graaf "slepen" in hoofdstuk 5.
(3/3)
Bijzondere omstandigheden
– Als door de helling van de weg of in
bochten de automatische werking niet
gehandhaafd kan worden (bijv.: in de
bergen), is het raadzaam om op hand-
matig schakelen over te gaan.
Hiermee voorkomt u het automatisch
achter elkaar schakelen door de versnel-
lingsbak bij stijgen en is het mogelijk op
de motor te remmen bij lange afdalingen.
– Om bij koud weer te voorkomen dat de
motor afslaat, raden wij u aan na het star-
ten van de motor even te wachten voor-
dat u de selecteurhendel verplaatst uit P
of N naar D of R.
Parkeren van de auto
Als de auto stilstaat, houdt u het rempedaal
ingedrukt en zet u de selecteurhendel in
stand P (parkeren): de transmissie staat in
neutraal en de voorwielen zijn mechanisch
geblokkeerd.
Zet de handrem vast.
2.45