KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje, algemeen
Op bepaalde zitplaatsen mogen geen kin-
derzitjes bevestigd worden De schema's op
de volgende bladzijden geven aan waar een
kinderzitje gemonteerd kan worden.
De genoemde types kinderzitjes zijn niet
overal leverbaar. Controleer voordat u een
ander kinderzitje gebruikt, bij de fabrikant of
het gemonteerd kan worden.
Om op deze zitplaats een
ISOFIX-kinderzitje te installe-
ren, maakt u eerst de veilig-
heidsgordels los voordat u de
grendels vastzet.
Wanneer
een
kinderzitje op de zitplaats
linksachter wordt geïnstalleerd,
kan de middelste zitplaats niet
worden gebruikt. De middelste autogor-
del is immers niet meer toegankelijk of
bruikbaar.
1.42
Op zitplaats voorin
Het vervoer van een kind op de plaats van
de voorpassagier is niet in alle landen toe-
gestaan. Houd u aan de geldende wettelijke
voorschriften en volg de aanwijzingen van
de schema's op de volgende bladzijden.
Voordat u een kinderzitje op deze plaats in-
stalleert (indien dit toegestaan is)
– zet de autogordel zo ver mogelijk naar
beneden;
– schuif de stoel zo ver mogelijk naar ach-
teren;
– zet de rugleuning enigszins schuin (on-
geveer 25°);
– zet de zitting, indien mogelijk, zo ver mo-
gelijk omhoog.
Zet de hoofdsteun van de stoel in ieder
geval maximaal omhoog zodat hij het kin-
derzitje niet hindert (raadpleeg de paragraaf
"Hoofdsteunen voor" in hoofdstuk 1).
ISOFIX-
(1/2)
Na de installatie van het kinderzitje kan de
stoel zo nodig naar voren worden gescho-
ven (om op de achterbank voldoende plaats
te laten voor de passagiers of andere kin-
derzitjes). Een kinderzitje dat achterstevo-
ren staat, mag het dashboard niet raken of
niet in maximale naar voren geschoven po-
sitie staan.
Wijzig de andere afstellingen niet meer na
het installeren van het kinderzitje.
L E V E N S G E VA A R
GEVAAR
LETSEL: controleer voordat u
hier een kinderzitje installeert,
of de airbag wel is uitgeschakeld (raa-
dpleeg de paragraaf "Kinderveiligheid:
uitschakelen, inschakelen van de passa-
giersairbag voorin" in hoofdstuk 1).
O F
VAN
ERNSTIG