LEKKE BAND, RESERVEWIEL
Laat het reservewiel regelmatig door uw dealer controleren. Na verloop van tijd kan het door veroudering onbruikbaar worden.
Auto met een reservewiel dat afwijkt van de andere vier wielen:
– Monteer nooit meer dan één reservewiel op een auto.
– Doordat het reservewiel een kleinere diameter heeft dan het oorspronkelijke wiel, is de bodemhoogte van de auto kleiner geworden.
– Vervang zo snel mogelijk het reservewiel door een wiel dat identiek is aan het originele wiel.
– Als er wielbouten zijn geleverd bij het reservewiel, moet u deze gebruiken en mag u deze alleen voor het reservewiel gebruiken; raadpleeg
de sticker op het reservewiel.
– Bij tijdelijke gebruik van dit reservewiel, mag de rijsnelheid niet hoger zijn dan de snelheid die op de sticker op het wiel aangegeven staat.
– De montage van dit wiel kan het rijgedrag van uw auto veranderen. Voorkom snel optrekken en krachtig remmen en verminder uw snelheid
in bochten.
– Als u sneeuwkettingen moet gebruiken, monteer dan het reservewiel op de achteras en controleer de bandenspanning.
– Op het display van het instrumentenpaneel verschijnt het controlelampje
(2/2)
dat meerdere seconden knippert en dan blijft branden.
5.3