DAKDRAGERS
(2/2)
C
D
2
2
3
Verschuiven van de stang
De dakdrager 2 kan worden verschoven om
de afstand tot de andere drager te verande-
ren (figuur C).
Er zijn twee standen: midden of achter.
Als de stang ontgrendeld is, trekt u deze
naar voren of naar achteren om hem in de
rail 3 te schuiven. Als de gewenste stand is
bereikt, draait u de stang en vergrendelt u
deze in de dwarse stand (figuur D).
Controleer of de twee dakdragers goed ver-
grendeld zijn.
3.36