THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING
Automatische werking
Druk op de toets 5. Het controlelampje
AUTO licht op.
De automatische airconditioning garandeert
(met uitzondering van extreme gevallen)
een temperatuurcomfort in het interieur en
het helder houden van de ruiten, bij een zo
optimaal mogelijk brandstofverbruik.
Deze werking wordt aangeraden.
3.8
(2/8)
3
5
6
Om de ingestelde temperatuur te bereiken
en te handhaven en een goed zicht te hand-
haven, gebruikt het systeem de volgende
elementen:
– de ventilateursnelheid;
– de verdeling van de lucht;
– de kringloopfunctie;
– het aan- en uitzetten van de airconditio-
ning;
– de temperatuur.
Alleen de temperatuur en het symbool
AUTO worden weergegeven
De functies die worden bediend door de au-
tomatische regeling worden niet weergege-
ven.
– druk op de toets 6 om de temperatuur te
verhogen;
– druk op de toets 3 om de temperatuur te
verlagen.
N.B.: als de uiterste waardes "15 °C" of
"27 °C" zijn ingesteld, levert het systeem,
ongeacht de omstandigheden, maximale
koude of warmte.
In de automatische stand (controle-
lampje AUTO op het display licht op),
worden alle functies van de airconditio-
ning gecontroleerd door het systeem.
Als u bepaalde functies wijzigt, dooft het
controlelampje AUTO. Alleen de gewij-
zigde functie wordt niet langer door het
systeem gecontroleerd.