AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Stand automatisch
Zet de selecteurhendel 1 in stand D.
U hoeft de selecteurhendel niet meer te ver-
plaatsen. Er wordt automatisch geschakeld
in overeenstemming met de belasting van
de auto, de hoeveelheid gas die u geeft en
de helling van de weg.
Accelereren en inhalen
Druk het gaspedaal snel en diep in (voorbij
het zware punt van het pedaal).
Hierdoor wordt, binnen de mogelijkhe-
den van de motor, teruggeschakeld naar
de optimale versnelling.
2.44
(2/3)
Stand handgeschakeld
De selecteurhendel 1 in stand D, beweeg de
hendel naar links. Door de hendel even te
verplaatsen, kunt u handmatig de versnellin-
gen bedienen:
– om naar een lagere versnelling te scha-
kelen, trekt u de hendel even naar achte-
ren;
– om naar een hogere versnelling te scha-
kelen, duwt u de hendel even naar voren.
De ingeschakelde versnelling verschijnt op
het instrumentenpaneel.
Bijzondere gevallen
Onder bepaalde omstandigheden (bv.:
ter bescherming van de motor, bij werking
van het elektronisch stabiliteitsprogramma:
ESCenz.) kiest de transmissie tijdens het
rijden toch zelf de juiste versnelling.
Ook kan, om verkeerde manoeuvres te
voorkomen, het schakelen door het systeem
geweigerd worden. In dit geval knippert de
aanduiding van de versnelling enkele secon-
des om u te waarschuwen.
Zuinig rijden
Laat de selecteurhendel voor normaal ge-
bruik in stand D staan. Als het gaspedaal
iets wordt ingedrukt, schakelt de transmis-
sie bij lage snelheid naar de volgende ver-
snelling.
1