CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKELIJK VAN HET LAND, HET UITRUSTINGSNIVEAU EN EVENTUELE
OPTIES VAN DE AUTO.
A
À
Waarschuwingslampje oliedruk
Als het tijdens het rijden gaat bran-
den, moet u onmiddellijk stoppen en het
contact afzetten.
Controleer het oliepeil (raadpleeg de para-
graaf "Oliepeil van de motor" in hoofdstuk 4).
Als het peil normaal is, heeft dit een andere
oorzaak, raadpleeg snel een merkdealer.
1.62
(3/4)
É
Controlelampje voorverwar-
ming (dieselmotor)
Met contact aan, licht het op. Het geeft aan
dat voorverwarmingsstiften werken. Als
de voorverwarming is beëindigd, dooft het
lampje en kan de motor worden gestart.
Ò
Waarschuwingslampje elektro-
nische storing
Als dit blijft branden of oplicht tijdens het
rijden, wijst dit op een elektrische of elektro-
nische storing of bij dieselmotors is er water
gedetecteerd in het dieselbrandstof.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
å
RichtingaanwijzerAirbag
Dit lampje gaat branden als het
contact wordt aangezet en dooft na enkele
secondes. Als het niet oplicht bij het aanzet-
ten van het contact of als het oplicht tijdens
het rijden, wijst dit op een storing in het sys-
teem.
Raadpleeg snel een merkdealer.
x
Waarschuwingslampje antiblok-
keersysteem
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact, en dooft na enkele secondes.
Als het niet dooft na het aanzetten van het
contact of als het oplicht tijdens het rijden,
wijst dit op een storing in het antiblokkeer-
systeem van de wielen. Er kan dan met de
auto worden geremd als bij een auto zonder
ABS.
Raadpleeg snel een merkdealer.
L
Waarschuwingslampje brand-
stofpeil
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact en dooft na enkele seconden. Als
het gaat branden tijdens het rijden met een
geluidssignaal: ga zo snel mogelijk tanken.
Vanaf het eerste oplichten van het waar-
schuwingslampje kunt u nog ongeveer
50 km rijden.