KINDERZITJES: bevestiging via het ISOFIX-bevestigingssysteem
Estate-uitvoering met 3 achterstoelen
Door het gebruik van een niet
bij de auto passend kinder-
veiligheidssysteem wordt de
baby of het kind niet correct be-
schermd. Het kan ernstig of zelfs dode-
lijk letsel oplopen.
1.48
²
Plaats verboden voor het installeren
van een kinderzitje.
(1/5)
ü
Plaats waar een ISOFIX kinderzitje is
toegelaten.
±
De zitplaatsen achterin zijn voor-
zien van een verankering voor de bevesti-
ging van een universeel ISOFIX-kinderzitje
vooruit. De verankeringen bevinden zich in
de bagageruimte en zijn zichtbaar.
De grootte van een ISOFIX-kinderzitje wordt
aangegeven door een letter:
– A, B en B1 [F3, F2, F2X]: voor vooruitge-
richte zitjes van groep 1 (9 tot 18 kg);
– C [R3]: voor achterwaarts gerichte zitjes
van groep 1 (van 9 tot 18 kg);
– D en E [R2, R1]: kuipzitjes of achter-
waarts gerichte zitjes van groep 0 of 0+
(onder 13 kg);
– F en G [L1, L2]: voor reiswiegjes van
groep 0 (minder dan 10 kg);
– [B2]: stoelverhogers van groep 2 en 3 (15
tot 25 kg en 22 tot 36 kg).