ZEKERINGEN
(1/2)
A
Zekeringkastje
Controleer de staat van de zekeringen als
een elektrisch apparaat niet werkt.
Maak het deksel A los.
Controleer de betreffende zekering en vervang hem, indien nodig, door een ze-
kering met hetzelfde amperage als de oorspronkelijke zekering.
Door een te sterke zekering kan de bedrading te heet worden en kan brand ont-
staan als een elektrisch orgaan door een storing te veel stroom verbruikt.
Tangetje 1
Verwijder de zekering met het tangetje 1,
dat zich bevindt aan de achterkant van het
deksel A.
U kunt de zekering uit het tangetje schuiven.
Raadpleeg de volgende bladzijde voor het
bepalen van de te controleren zekering.
Gebruik niet de ongebruikte plaatsen op de
zekeringplaat om reservezekeringen in te
steken.
Bepaalde functies worden beschermd door
1
zekeringen in de motorruimte. Vanwege de
moeilijke bereikbaarheid, adviseren wij het
vervangen van deze zekeringen over te
laten aan een merkdealer.
Zorg dat u altijd een doos met reserve-
lampen en -zekeringen in de auto hebt,
deze is verkrijgbaar bij uw merkdealer.
5.27