80
Hoe de gecontroleerde signalen selecteren
Stap
Handeling
1.
U kunt de signalen kiezen die u wilt monitoren in de Uitgangmodus en hoe
ze op het display getoond worden via de parameters uit
DISPLAY KEUZE
wijzigen van parameterwaarden.
Standaard kunt u drie signalen monitoren door te bladeren (zie pagina 77).
Welke standaard signalen hangt af van de waarde van parameter
APPLICATIEMACRO
parameter
9904
signaal 1
0102
voor de signalen 2 en 3 is altijd respectievelijk
.
KOPPEL
Om de standaardsignalen te wijzigen, kiest u uit
GEGEVENS
maximaal drie signalen waartussen u kunt bladeren.
Signaal 1: Wijzig de waarde van parameter
index van de signaalparameter in
(= nummer van de parameter zonder de eerste nul), bv. 105 betekent
parameter
0105
getoond wordt.
Herhaal dit voor signaal 2
). Bijvoorbeeld, als
PARAM
geblokkeerd en zal alleen het signaal dat gespecificeerd is door
het display te zien zijn. Als alle drie parameters op 0 ingesteld zijn, d.w.z.
dat er geen signalen om te monitoren gekozen zijn, toont het paneel de
tekst "n.A".
2.
Specificeer de plaats van de decimale komma, of gebruik de plaats en
eenheid van de decimale komma van het bronsignaal [instelling (9
(DIRECT)]. Staafdiagrammen zijn niet beschikbaar voor het Basis-
bedieningspaneel. Zie voor meer details parameter 3404.
Signaal 1: parameter
Signaal 2: parameter
Signaal 3: parameter
3.
Kies de eenheden waarin de signalen getoond worden. Dit heeft geen
gevolgen als parameter
voor meer details parameter 3405.
Signaal 1: parameter
Signaal 2: parameter
Signaal 3: parameter
4.
Kies de schaling van de signalen door de minimum en maximum weer te
geven waarden. Dit heeft geen gevolgen als parameter
ingesteld is op 9 (DIRECT). Zie voor details parameters
Signaal 1: parameters
Signaal 2: parameters
Signaal 3: parameters
Bedieningspanelen
. Zie pagina
59
voor gedetailleerde instructies over het
: Voor macro's, waarvan de standaardwaarde van
is 1 (
MOTOR CTRL MODUS
, en anders
0103
TOERENTAL
Groep 01: ACTUELE GEGEVENS
. De waarde 100 betekent dat er geen signaal
KOPPEL
(3408
SIGNAAL
3401
= 0 en
3415
3404
1
OUTPUT
DSP FORM
3411
2
OUTPUT
DSP FORM
3418
3
OUTPUT
DSP FORM
3404/3411/3418
3405
1
OUTPUT
UNIT
3412
2
OUTPUT
UNIT
3419
3
OUTPUT
UNIT
3406
1
OUTPUT
MIN
3413
2
OUTPUT
MIN
3420
3
OUTPUT
MIN
Groep 34:
), is de standaard voor
TOERENTAL
. De standaard
UITGANGSFREQ
0104
en
0105
STROOM
Groep 01: ACTUELE
3401
1
SIGNAAL
PARAM
2
) en 3
(3415
PARAM
SIGNAAL
= 0, dan is bladeren
3408
.
ingesteld is op 9 (DIRECT). Zie
.
3404/3411/3418
3406
en 3407.
en
3407
1
OUTPUT
MAX
en
3414
2
OUTPUT
MAX
en
3421
3
.
OUTPUT
MAX
ACS550-01/U1 gebruikershandleiding
Display
LOC
LOC
9902
LOC
in de
3
op
LOC
LOC
LOC
5000
LOC
103
PAR
SET
FWD
104
PAR
SET
FWD
105
PAR
SET
FWD
9
PAR
SET
FWD
3
PAR
SET
FWD
00
.
Hz
PAR
SET
FWD
.
Hz
PAR
SET
FWD