226
Technische gegevens Modbus protocol
Overzicht
Het Modbus® protocol is in de handel gebracht door Modicon, Inc. voor gebruik in
besturingsomgevingen waarin gebruik werd gemaakt van Modicon
programmeerbare besturingseenheden. Vanwege het gebruiksgemak en
realisatiegemak werd deze algemene PLC-architectuur al gauw geaccepteerd als de
feitelijke standaard voor de integratie van diverse masterbesturingen en slave-
apparatuur.
Modbus is een serieel, asynchroon protocol. De communicatie is semi-duplex, met
een enkele master die een of meer slaves bestuurt. Hoewel RS232 kan worden
gebruikt voor rechtstreekse communicatie tussen een enkele master en een enkele
slave, gaat de meer gebruikelijke opzet uit van een multi-drop RS485-netwerk met
een enkele master die meerdere slaves bestuurt. De ACS550 gebruikt RS485 voor
de fysieke Modbus-interface.
RTU
De Modbus-specificatie bevat twee verschillende transmissiemodi: ASCII en RTU.
De ACS550 ondersteunt uitsluitend RTU.
Samenvatting van eigenschappen
De volgende Modbus functiecodes worden door de ACS550 ondersteund.
Lees spoel status
Lees discrete
Ingangsstatus
Lees meerdere
houdregisters
Lees meerdere
ingangsregisters
Forceer een enkele
spoel
Schrijf een enkel
houdregister
Diagnostiek
Forceer meerdere
spoelen
Interne veldbus
Functie
Code (Hex)
0x01
0x02
0x03
0x04
0x05
0x06
0x08
0x0F
ACS550-01/U1 gebruikershandleiding
Lees discrete uitgangsstatus. Voor de ACS550 zijn de individuele
bits van het controlwoord gemapped naar spoelen 1...16.
Relaisuitgangen zijn opeenvolgend gemapped, te beginnen met
spoel 33 (bijv. RO1=Spoel 33).
Lees discrete uitgangsstatus. Voor de ACS550 zijn de individuele
bits van het statuswoord gemapped naar ingangen 1...16 of
1...32, afhankelijk van het actieve profiel. Klemingangen zijn
opeenvolgend gemapped, te beginnen met ingang 33 (Bijv.
DI1=Ingang 33).
Lees meerdere houdregisters. Voor de ACS550 is de hele
parameterset gemapped als houdregisters, zowel als
commando, status en referentie waarden.
Lees meerdere ingangsregisters. Voor de ACS550 zijn de 2
analoge ingangskanalen gemapped als ingangsregisters 1 & 2.
Schrijf een enkele discrete uitgang. Voor de ACS550 zijn de
individuele bits van het controlwoord gemapped naar spoelen
1...16. Relaisuitgangen zijn opeenvolgend gemapped, te
beginnen met spoel 33 (bijv. RO1=Spoel 33).
Schrijf een enkel houdregister. Voor de ACS550 is de hele
parameterset gemapped als houdregisters, zowel als
commando, status en referentie waarden.
Voer Modbus diagnostiek uit. Subcodes voor Zoekopdracht
(0x00), Herstart (0x01) & Alleen luisteren (0x04) worden
ondersteund.
Schrijf meerdere discrete uitgangen. Voor de ACS550 zijn de
individuele bits van het controlwoord gemapped naar spoelen
1...16. Relaisuitgangen zijn opeenvolgend gemapped, te
beginnen met spoel 33 (bijv. RO1=Spoel 33).
Omschrijving