ACS550-01/U1 gebruikershandleiding
Code Omschrijving
8111 START FREQ 3
Stelt de frequentielimiet in gebruikt voor het starten van de derde hulpmotor.
• Zie 8109
START FREQ
De derde hulpmotor start als:
• Er twee hulpmotoren draaien.
• De uitgangsfrequentie van de ACS550 uitstijgt boven de limiet: 8111 + 1 Hz.
• De uitgangsfrequentie boven een lagere limiet (8111 - 1 Hz) blijft gedurende ten minste de tijdspanne: 8115
.
MOT STRT VT
8112 LAGE FREQ 1
Stelt de frequentielimiet in waarmee de eerste hulpmotor wordt gestopt. De eerste hulpmotor stopt als:
• De eerste hulpmotor de enige is die draait.
• De uitgangsfrequentie van de ACS550 daalt onder de limiet:
8112 - 1.
• De uitgangsfrequentie onder een hogere limiet
(8109 +1 Hz) blijft gedurende ten minste de tijdspanne: 8116
.
EXT MOT STP VT
Nadat de eerste hulpmotor is gestopt:
• Neemt de uitgangsfrequentie af met een waarde =
(8109
START FREQ
• De uitgang van de motor met geregeld toerental stijgt in feite
om te compenseren voor het verlies van de hulpmotor.
Zie afbeelding, waarbij:
• A = (8109
START FREQ
• B = Afname uitgangfrequentie gedurende de stopvertraging.
• C = Schema van de bedrijfstatus van de hulpmotor naarmate
de frequentie afneemt (1 = aan).
• Grijs traject = Toont de hysterese – als de tijd wordt
omgedraaid, dan is het traject terug niet hetzelfde.
Voorbijzonderheden over het traject voor starten, zie het schema bij 8109
Opmerking: De waarde van 8112
• (2007
MIN FREQUENTIE
• 8109
START FREQ
8113 LAGE FREQ 2
Stelt de frequentielimiet in waarmee de tweede hulpmotor wordt gestopt.
• Zie 8112
LAGE FREQ
De tweede hulpmotor stopt als:
• Er twee hulpmotoren draaien.
• De uitgangsfrequentie van de ACS550 daalt onder de limiet: 8113 - 1.
• De uitgangsfrequentie onder een hogere limiet (8113 + 1 Hz) blijft gedurende ten minste de tijdspanne: 8116
.
MOT STP VT
8114 LAGE FREQ 3
Stelt de frequentielimiet in waarmee de derde hulpmotor wordt gestopt.
• Zie 8112
LAGE FREQ
De derde hulpmotor stopt als:
• Er drie hulpmotoren draaien.
• De uitgangsfrequentie van de ACS550 daalt onder de limiet: 8114 - 1.
• De uitgangsfrequentie onder een hogere limiet (8114 + 1 Hz) blijft gedurende ten minste de tijdspanne: 8116
.
MOT STP VT
8115 EXT MOT STRT VT
Stelt de startvertraging voor de hulpmotoren in.
• De uitgangsfrequentie moet gedurende deze tijdspanne boven de startfrequentielimiet (parameter 8109, 8110 of
8111) blijven voordat de hulpmotor start.
• Zie 8109
START FREQ
8116 EXT MOT STP VT
Stelt de stopvertraging voor de hulpmotors in.
• De uitgangsfrequentie moet gedurende deze periode en voordat de hulpmotor stopt, onder de lage frequentielimiet
(parameter 8112, 8113 of 8114) blijven.
• Zie 8112
LAGE FREQ
1 voor een volledige beschrijving van de werking.
1) - (8112
1).
LAGE FREQ
1) - (8112
LAGE FREQ
LAGE FREQ
) +1.
1
1 voor een volledige beschrijving van de werking.
1 voor een volledige beschrijving van de werking.
1 voor een volledige beschrijving van de werking.
1 voor een volledige beschrijving van de werking.
P 8109
P 8112
(P 8112)-1
1)
1 moet liggen tussen:
f (Hz)
f
MAX
A
f
MIN
P 8116
C
1
0
1.
START FREQ
201
EXT
A
t
B
t
EXT
EXT
Parameters